CivieltechnischCentrumUitvoering ResearchenRegelgeving
Aanbeveling 41
FLUGSAND
Flugsand, eenporeus loskorrelig materiaalvanvulkanische oorsprong,wordtreedsgedu-
rende enkele decennia inNederland alslicht bouwmateriaal toegepastincivieltechnische
constructies. Metname inzettingsgevoelige gebiedenkanheteffectief zijnlicht materiaal
te gebruiken. Flugsandvindtmomenteel toepassinginde volgende civieltechnische toe-
passingsgebieden: dijkversterkingen,deaanleg vanweglichamen, terreinophogingen,
sleufaanvullingen, tijdelijkerijbanen, aanvullingen achterdamwanden enaanvullagen on-
der sportvelden.
De verrichte onderzoekingen ende praktische ervaringen bijtoepassingen vanFlugsand
hebben geleidtothet gelijktijdig uitbrengen vandeCUR-publikatie 94-5"Flugsand" endeze
CUR-Aanbeveling. Hiermeeisde eerste stapopweg naar regelgeving voorFlugsand gezet.
Deze CUR-Aanbeveling geeftonder andere informatie overhetmateriaal, dekwaliteitsklas-
sen, dekeuringsprocedure ende daarbij behorende proeven.
CUR-publikatie 94-5geeft informatie overdetoepassingen eneigenschappen vanFlugsand
en ishiermee nietalleen vanbelang voorhettoepassen vandeze CUR-Aanbeveling, maar
geeft hiervoor ookdenoodzakelijke achtergrondinformatie.
Bij het uitkomen vandeStandaard RAW-Bepalingen 1995zalworden bezieninhoeverre wij-
ziging vandeze Aanbeveling noodzakelijk is.
Deze CUR-Aanbeveling isopgesteld doorwerkgroep 5van CUR-voorschriftencommissie 24
"Materialen inde waterbouw".
Op het moment vanuitbrengen luiddedesamenstelling vanVC24als voigt:
ir. J.A. Hernandez (voorzitter), ing.J.P.van den Eishout (secretaris), WG.J.M.deBeijer,
ing. M.Bergsma, ing.G.J. Laan, ir.H. Roos, ing.HAM. Wichern, ir.W Walters (verbin-
dingssecretaris NNI),prof.ir. J.Stuip (coordinator), prof.dr.ir.J.F.Agema (mentor).
De samenstelling vanwerkgroep 5"Flugsand" isals voigt:
ing. G.J. Laan (voorzitter), Ing.J.Dekker (secretaris enrapporteur), J.van Herk,
ing. J.D. Sanderse, ing.C.P.J. vanderVeeken, N.van derVeen, ing.J.G. Westerhoven,
prof.ir. J.Stuip (coordinator), prof.dr.ir.J.F.Agema (mentor).
1
2
INHOUD
1
Onderwerp
4
2
Toepassingsgebied
4
3
Termen
endefinities
4
3.1 Flugsand 4
3.2 Natuurlijke
vochtigedichtheid 4
3.3 Los
gestorte vochtigedichtheid 4
3.4 Natuurlijk
watergehalte 4
3.5 Vrij
watergehalte 5
4
Te
verstrekken gegevens
5
4.1 Bij
bestelling doordeafnemer teverstrekken gegevens 5
4.2 Bij
levering doordeproducent teverstrekken gegevens 5
5
Materiaaleisen
5
5.1 Aigemeen 5
5.2 Kwaliteitsklassen
vanFlugsand 5
5.3 Natuurlijkevochtigedichtheid 5
5.4 Vrijwatergehalte 5
5.5 Korrelverdeling
vankwaliteitsklasse 1 6
5.6 Verontreinigingen 6
6
Keuring
opmateriaaleisen
6
6.1 Locatie 6
6.2 Monsterneming 6
6.2.1 Aigemeen 6
6.2.2 Homogeniteit
vandepartij 6
6.2.3 Aantal,
grootte enplaats vandetenemen monsters 6
6.2.3.1 Aantal
engrootte vandetenemen monsters 6
6.2.3.2 Plaats
vanbemonstering uitdrijvend materieel 7
6.2.3.3 Plaats
vanbemonstering uitrijdend materieel 7
6.2.3.4 Plaats
vanbemonstering vanaftransportband
8
6.2.3.5 Plaats
vanbemonstering uitdepot
8
6.3 Werkwijze
bijmonsterneming
8
6.3.1 Toestellen
enhulpmiddelen
8
6.3.2 Monsterneming
uithet middel vantransport ofuit het depot
8
6.3.3 Monsterneming
vanaftransportband
8
6.4 Transport
enidentificatie vandemonsters
9
6.5 Keuringscriteria
9
6.5.1 Natuurlijke
vochtigedichtheid
9
6.5.2 Vrij
watergehalte
9
6.5.3 Korrelverdeling
vankwaliteitsklasse 1
9
Titels vandevermelde normen
9
BIJLAGE-Proefbeschrijvingen 10
Proef 1
Proef 2
Proef 3
Proef 4
Proef 5 Flugsand,
vochtigedichtheid envrij watergehalte
- 1 Losgestorte vochtigedichtheid
- 2 Natuurlijke vochtigedichtheid
- 3 Vrijwatergehalte
Flugsand, holleruimte naverdichting
Flugsand, korrelverdeling (areometerproef)
Flugsand, gehalteaanminerale deeltjesdoorzeef63/-lm
Flugsand, korrelverdeling (zeefproef)
- 1 Droge voorzeving
- 2 Droge nazeving 10
10
10
12
12
13
16
17
17
18
3
4
1
2
3
3.1
3.2
3.3
3.4
Onderwerp
Deze CUR-Aanbeveling geeftdefinities, eisenenregels tenaanzien vandekarakterisering
en keuring vanFlugsand.
Toepassingsgebied Een verwijzing naardeze Aanbeveling houdtindat aan ailehierin genoemde eisenmoet
worden voldaan, tenzijanders isvermeld.
De Aanbeveling regeltnietdeverantwoordelijkheden voordekeuring.
De Aanbeveling isvan toepassing ophet gebruik vanFlugsand in:
a. dijken;
b. wegen;
c. terreinophogingen;
d. sleufaanvullingen entijdelijke rijbanen;
e. aanvullingen achterdamwanden;
f. funderingslagen vansportvelden.
Termen endefinities
Flugsand
Flugsand iseen poreus loskorrelig materiaalvanvulkanische oorsprong.Hetbasismateri-
aal bestaat voornamelijk uitvulkanisch glas.Deporien zijndeels gesloten, maarvoorhet
grootste gedeelte echteropen.
Toelichting
De open porien bevatten gebonden water.Dekorrels hebben eenmaximale theoretische zeef-
maat vanongeveer 10mm.
Natuurlijke vochtigedichtheid
De natuurlijke vochtigedichtheid (kgjm
3)
isde dichtheid vandekorrels, inclusief hetna-
tuurlijk gebonden water.
Toelichting
De natuurlijke vochtigedichtheid wordtgehanteerd inde kwaliteitsaanduiding vanFlugsand. Op
de natuurlijke vochtigedichtheid iseen keuringseis gebaseerd. Hetbepalen vandenatuurlijke
vochtige dichtheid (ziebijlage proefbeschrijvingen) iseen onderdeel vandekeuringsprocedure.
Los gestorte vochtigedichtheid
De los gestorte vochtigedichtheid isde dichtheid (kgjm')vanhetbulkmateriaal dieont-
staat bijhet storten volgens eenwerkvoorschrift.
Toelichting
Het bepaien vandelos gestorte vochtigedichtheid (ziebijlage proefbeschrijvingen) iseen on-
derdeel vandekeuringsprocedure.
Natuurlijk watergehalte
Het natuurlijk watergehalte ishet watergehalte in
%
(mjm)
vanhetmateriaal, lOalsditon-
der natuurlijke omstandigheden (inde natuurlijke afzettingeninconstructies bovende
grondwaterspiegel) inevenwichtstoestand voorkomt.Hetnatuurlijk watergehalte isspec i-
fiek, enisgrater naarmate denatuurlijke vochtigedichtheid geringeris.
3.5
4
4.1
4.2
5
5.1
5.2
Vrij
watergehalte
Het vrijwatergehalte ishet watergehalte in
%
(m/m)
datboven hetnatuurlijk watergehalte
tijdelijk inhet bulkmateriaal aanwezigkanzijntengevolge vaninvloeden vanbuitenaf (on-
der andere neerslag).
Toelichting
Op het vrijwatergehalte iseen keuringseis gebaseerd.Hetbepalen vanhetvrijwatergehalte (zie
bijlage proefbeschrijvingen) vormteenonderdeel vandekeuringsprocedure.
Te verstrekken gegevens
Bij bestelling doordeafnemer teverstrekken gegevens
a. deaanduiding vandekwaliteitsklasse;
b. eventueel aanvullende ofafwijkende eisen;
c. indien ditvan tevoren isovereengekomen, deplaats(en) vanwinning
en produktie;
d. eenverwijzing naardeze Aanbeveling doorvermelding van:
"volgens CUR-Aanbeveling 41".
Bij levering doordeproducent teverstrekken gegevens
Een levering moetperlading worden vergezeld vaneen door deproducent afte geven be-
wijs vanoorsprong. Ophet bewijs vanoorsprong dienendevolgende gegevens tezijn ver-
meld:
a. dedatum vanaflevering;
b. denaam vanhetschip ofbij transport perashet kentekennummer;
c. denaam vandeproducent;
d. deaanduiding vandekwaliteitsklasse;
e. denaam ende plaats(en) vanwinning (produktie);
f. demassa vandelading;
g. eenverwijzing naardeze Aanbeveling.
Materiaaleisen
Aigemeen
Op basis vandenatuurlijke vochtigedichtheid wordtFlugsand inverschillende kwaliteits-
klassen geleverd. DezeAanbeveling geeftvoorklasse 2en 3geen andere eisendande
klassegrenzen.
Kwaliteitsklassen vanFlugsand
Tabel1 -Kwaliteitsklassen
kwaliteitsklasse
1
2
3
natuurlijke
vochtigedichtheid
kg/m
3
~1700
1700 -1900
1900 -2100
5.3
5.4
Natuurlijke
vochtigedichtheid
De natuurlijke vochtigedichtheid vanFlugsand dientaandein5.2 gegeven eisenvoorde
klassegrenzen tevoldoen.
Vrij watergehalte
Het vrijwatergehalte vanFlugsand magmaximaal 4,0
%
(m/m)
bedragen.
5
:::;8
%
(m/m);
: ::; 15
%
(m/m);
: ::; 10
%
(m/m).
6
5.5
5.6
6 6.1
6.2
6.2.1
6.2.2 6.2.3
6.2.3.1
Korrelverdeling
vankwaliteitsklasse 1
De korrelverdeling vanFlugsand vankwaliteitsklasse
1
moet voldoen aandevolgende ei-
sen: a. fractie::; 2
/.lIT1
b. door zeef
NEN 2560 -63
11m
c. opzeef
NEN 2560 -C8
Verontreinigingen
Flugsand maggeen visueel waarneembare ofchemisch tebepalen verontreiniging of
vreemde bestanddelen inzodanige hoeveelheden bevatten,datdeze schadelijk zijnvoor de
constructieve toepassingvanhetFlugsand ofvoor hetmilieu waarin hetFlugsand wordt
toegepast.
Keuring opmateriaaleisen
Locatie
De eisen volgens
5.3
totenmet
5.6
gelden bijaanvoer nabijofop het werk inhet middel
van transport. Bijkeuring eldersmoetbijde interpretatie vandekeuringsresultaten reke-
ning worden gehouden metdeeventuele invloedenvanopslag, overslag entransport opde
eigenschappen vanhetFlugsand.
Toelichting
Omdat hetvrijwatergehalte aanverandering onderhevigkanzijn, ishet tijdstip waarop demon-
sters worden genomen bijvoorkeur voorafgaand aanhetlossen.
Monsterneming
Aigemeen De voor dekeuring benodigde monstersdienenaselect teworden genomen enrepresen-
tatief tezijn.
Toelichting
Afhankelijk vandeteonderzoeken eigenschapkanhetmeer ofminder moeilijk zijneen vol-
doende representatieve bemonsteringuittevoeren. Zoweldenatuurlijke vochtigedichtheid, het
vrij watergehalte alsdekorrelverdeling kunnenperpartij vanplaats totplaats verschillen alsge-
volg vanvariatie inde winplaats(en) enals gevolg vanladen, lossen enopslag. Hetisdaarom
niet mogelijk gedetailleerde pasklareoplossingen tegeven voorailegevallen. Hetmet beleid en
inzicht kiezenentoepassen vaneen indeze norm omschreven werkwijze(zie6.2.3) isvoor-
waarde vooreenzogoed mogelijke representativlteit vandebemonstering.
Homogeniteit vandepartij
Wanneer opgrond vaneen visuele beoordeling vandetekeuren partijinhomogeniteit of
mogelijk inhomogeniteit vandepartij aanwezig wordtgeacht, moetdezepartij worden ge-
splitst inhomogeen veronderstelde deelpartijen.Demonsterneming moetperhomogeen
veronderstelde deelpartijwordenuitgevoerd.
Wanneer eenvandedeelpartijen blijkensdekeuringsresultaten nietaandeeisen voldoet,
geldt datdepartij nietvoldoet.
Indien afzondering vandedeelpartij(en) dieniet aandeeisen volde(e)d(en) opeenvoudige
wijze mogelijk is,kan worden overeengekomen hetresterende deelvandepartij alsaf-
zonderlijke partijtebeschouwen.
Aantal, grootte enplaats vandetenemen monsters
Aantal engrootte vandetenemen monsters
Voor dekeuring opdegestelde materiaaleisen ishet aantal teonderzoeken monstersaf-
hankelijkvanhetmiddel vantransport waarmeeaanvoerplaatsheeft. Indiendemonster-
neming plaatsheeft uiteen scheepslading, dienthetaantal teonderzoeken monstersten
minste 6te bedragen. Uitrijdend materieel dienttenminste 1monster teworden geno-
men. Bijmonsterneming vanafeentransportband ishet aantal monsters afhankelijk van
het tebeladen transportmiddel (schiprespectievelijk voertuig),6respectievelijk 1.Bij be-
monstering vaneen depot dienen minimaal 6monsters teworden genomen bijeen teon-
derzoeken hoeveelheid
:0:;
1500 t.Bij een grotere hoeveelheid tekeuren materiaal dientper
500 t,1monster extrateworden genomen.
leder monster bestaat uitdrie grepen vanongeveer gelijkegrootte. Degrootte vandemon-
sters dientminimaal 12liter tebedragen.
6.2.3.2
Plaats
vanmonsterneming uitdrijvend materieel
Neem bijhet bemonsteren veerhetlossen vaneen scheepslading zogoed mogelijk opde
in figuur 1aangegeven plaatsendebenodigde hoeveelheid materiaal.De3grepen perraai
vormen 1monster.
Wanneer gedurende hetlossen opgrond vaneen visuele beoordeling deindruk ontstaat
dat hetmateriaal dieperuitde partij afwijkend isvan heteerder bemonsterde materiaal,
dient deprocedure vandebemonstering voarditafwijkende materiaalteworden herhaald.
Dit materiaal geldtdaarbij alsafzonderlijke partij.
3/12 I
j-
-I-
4/12
1
4/12
I
1/,2
1
r-----I
h'~1/6 h
h'= 1/2 h
h'~ 5/6 h
h'~ 5/6 h
h'~ 1/2 h
h'= 1/6 h
1/12 I
r-----i
I
4/12
I
I-A
4/12
1
DSN A-A
3/12
I
~
greep
~'I
,1
Figuur
1-
Bemonsteringsp/aatsen van",en scheeps/ading
6.2.3.3
Plaats
vanmonsterneming uitrijdend materieel
Neem bijhet bemonsteren veerhetlossen hetbenodigde monsterdoorgrepen samente
stellen dieopde infiguur 2aangegeven plaatsengenomen zijn.
greep
~r
o
DSN A-A
greep
h'=1/2h
h'=1/6h
~
1/21
1
1
h'=5/6h
-I-
A
1/21
~
LJ
LJ
LJ
Figuur
2-
Bemonstenngsp/aatsen vaneen auto/ading
7
6.2.3.4
6.2.3.5
Plaats
vanmonsterneming vanaftransportband
Neem aselect tijdenshettransport vandepartij het(de) benodigde monster(s) vande1
respectievelijk 6maal stilgezette band.
Bij het nemen vande6monsters dienendemonsters gelijkmatig overdeheIepartij tewor-
den genomen.
De afzonderlijke grependienenmetgebruikmaking vaneen bemonsteringsframe engelijk-
matig verdeeld overdelengte vandetransportband teworden genomen.
Plaats vanmonsterneming uitdepot
Neem aselect verspreid overhetoppervlak, danweldieper nawegname vanbovengelegen
materiaal debenodigde monsters.
Toelichting
Uitgangspunt bijde voorgeschreven bemonsteringisdat hetdepot inprincipe homogeen isen
dat aile materiaal bereikbaar isvoor monsterneming. Voorzover dieper gelegen materiaal niet
bij de monsterneming isbetrokken, bestaatonzekerheid overderepresentativiteit vandebe-
monstering vanhetdepot.
6.3 Werkwijzebijmonsterneming
6.3.1 Toestellenenhulpmiddelen
a. schop metopstaande zij-enachterkanten, waarvandeopbrengst gelijkisaan tenmin-
ste het materiaal nodigvooreengreep;
b. plank, langcirca 1,2men breed circa0,5m;
c. bemonsteringsraam metschraper, bijvoorbeeld volgensfiguur3,en zodanig datdevia
het bemonsteringsraam teonttrekken hoeveelheid materiaaltenminste overeenkomt
met eengreep;
d. bussen, zakkenofvaten voorverpakking vanhetmonster.
Figuur
3-
Voorbeeld vaneen bemonsteringsraam
8
6.3.2
6.3.3
Monsterneming
uithet middel vantransport ofuit het depot
Verwijder detoplaag waarvan magworden verondersteld datuitdroging heeftplaatsgehad.
Neem meteenschop metopstaande zij-enachterkant debenodigde greep,waarbij de
greep vanuit hetoppervlak zodiep mogelijk moetworden opgeschept.
Maak, indienhetmateriaal ondereenhelling isgelegen, gebruikvaneen monsterplank.
Drijf bijde monsterneming deplank, bijwijze vankeerschot, overeenhoogtelijn inhet ta-
Iud van dehoop enneem meteenschop aandeonderzijde vandeplank zoveel materiaal
weg alsnodig isvoor eengreep.
Monsterneming vanaftransportband
Stop deband enwig hetbemonsteringsraam inhet materiaal zodanigdatditraam het
draagvlak vandetransportband overzijngehele breedte raakt.
Schraap alhet materiaal tussendezijwanden vanhetraam wegenvang ditop ineen daar-
voor geschikt opvangvat.
6.4
6.5
6.5.1
6.5.2
6.5.3 Transport
enidentificatie vandemonsters
Tijdens transport enopslag dienen demonsters inluchtdichte afgeslotenzakken,bussen
of vaten tezijn verpakt.
Een monster moetworden vergezeld dooreenwaarmerk, opgestelddoordepersoon diede
bemonstering heeftuitgevoerd. Hetwaarmerk moetdevolgende informatie bevatten:
a. een verwijzing naardeze Aanbeveling;
b. denaam
van
deopdrachtgever;
c. denaam vanhetschip ofhet kentekennummer vanhetrijdend
materieel waaruithetmonster isgenomen;
d. denamen vandeaanwezigen;
e. deaanduiding vandekwaliteitsklasse;
f. dedatum ende plaats vanbemonstering;
g. deomstandigheden tijdenshetbemonsteren, onderandere de
weersgesteldheid;
h. een aanduiding vanhetmonster;
i. denaam enhandtekening vandemonsternemer.
Keuringscriteria
Natuurlijke vochtigedichtheid
De natuurlijke vochtigedichtheid vanaile in6.2.3 genoemde monsterswordtbepaald vol-
gens deproefbeschrijving 1.2inde bijlage.
Bij onderzoek vaneen monster perpartij dienthetresultaat tevoldoen aandeeisen vol-
gens deovereengekomen kwaliteitsklasse(zietabel1 van5.2). Indien meerdere monsters
per partij worden onderzocht, dienthetrekenkundig gemiddeldevanaile resultaten tevol-
doen aandeze eisen. Deafzonderlijke resultatenmogendebovengrens vandebetreffende
klasse nietoverschrijden.
Vrij watergehalte
Het vrijwatergehalte vandein6.2.3 genoemde monsterswordtbepaald volgensproefbe-
schrijving 1.3inde bijlage.
Bij onderzoek vaneen monster perpartij dienthetresultaat tevoldoen aandeeis volgens
5.4. Indien meerdere monstersperpartij worden onderzocht, dienthetrekenkundig ge-
middelde vanaileresultaten tevoldoen aandeze eis.
Korrelverdeling vankwaliteitsklasse 1
De korrelverdeling wordtbepaald volgensproefbeschrijving 3in de bijlage.
De korrelverdeling dientteworden bepaald vanhet(de) analysemonster(s) waarvandena-
tuurlijke vochtige dichtheid isbepaald. Indieneenmonster vaneen partij isgenomen, dient
de korrelverdeling vanditmonster tevoldoen aandein5.5 genoemde eisen.
Indien meermonsters vaneen partij zijngenomen, dientdekorrelverdeling teworden be-
paald vanhetmonster metdeopeen nahoogste ende opeen nalaagste natuurlijke voch-
tige dichtheid.
Het rekenkundig gemiddeldevandeze beide korrelverdelingen moetvoldoen aandein5.5
genoemde eisen.
Titels vandevermelde normen
NEN 2560 1980
Controlezeven -Draadzeven enplaatzeven metronde en
vierkante gaten
9
BIJLAGE-Proefbeschrijvingen
Proef 1-Flugsand, vochtigedichtheid envrij watergehalte
Proef 1.1-Los gestorte vochtigedichtheid
Benodigdheden
a. metalen cilindrisch vat,inwendige middellijncirca240mm, inwendige hoogtecirca
240 mm, inhoud circa10I(zie figuur 4);
b. balans, nauwkeurigheid 10g;
c. trechter enstatief (voordetrechter ziefiguur 4);
d. schepUe) enstalen lineaal.
Figuur
4-
Her
10
liter vat
Uitvoering
Bepaal deinhoud vanhetvat(vin ml) uitde inwendige dimensies ofovereenkomstig de
methode volgensproef4.5van deStandaard RAW-Bepalingen "Voorbereidingc.Bepaling
van hetinwendige volumevanhetijkvat". Brenghierbij degenoemde schijvennietaan.
Bepaal doorweging demassa vanhetvat(m
1
ing).
Monteer detrechter inhet statief enplaats detrechter middenbovenhetvat, zodanig dat
de afstand tussendeuitloop vandetrechter ende bovenkant vanhetvat 150 mmbe-
draagt.
Vul hetvat met Flugsand doorhetFlugsand metdeschep inde trechter tescheppen, tot-
dat hetvatzodanig metFlugsand isgevuld datnaafstrijken hetvatgeheel isgevuld. Strijk
zonder verdichtende invloedhetFlugsand metbehulp vandelineaal af,zodat hetvatoveral
tot debovenkant isgevuld, waarbijovertollig Flugsandwordtverwijderd. Bepaaldemassa
van hetvolledig gevulde vatm,.
Berekening
Bereken, meteen nauwkeurigheid van1kg/m
3,
delos gestorte vochtigedichtheid metde
formule:
p=
waarin: m,-m
1
v
10
p
isde los gestorte vochtigedichtheid, inkg/m
3;
m,
isde massa vanhetvolledig metFlugsand gevuldevat,ing;
m
1
isde massa vanhetvat, ing;
v ishet volume vanhetvat, inml.
Proef 1.2-Natuurlijke vochtigedichtheid
Benodigdheden
a. maatcilinder, inhoudtenminste 250ml,nauwkeurigheid 1ml;
b. balans, nauwkeurigheid 0,5g;
c. lepel entrechter.
Uitvoering
Vul demaatcilinder metcirca 120mlleidingwater, leesnauwkeurig hetvolume af
(va
inml)
en bepaal demassa vandemaatcilinder metinhoud (m
a
ing).
Schepongeveer 50gFlugsand metbehulp vandelepel endetrechter inde maatcilinder
en bepaal opnieuw hetvolume inde maatcilinder (v,inml) ende massa vandemaatcilin-
der met inhoud (m,ing).
Herhaal dezehandelingen tweemaaldoortelkens ongeveer 50gFlugsand toetevoegen en
bepaal daarbij beidemalen hetvolume inde maatcilinder (v,en v
3
in ml) endemassa van
de maatcilinder metinhoud
(m,
enm
3
ing).
Bepaal delos gestorte vochtigedichtheid (proef1.1)vanhetFlugsand (pinkg/m
3).
Berekeningen
Bereken, meteen nauwkeurigheid van1kg/m
3,
devolgende natuurlijke vochtigedichthe-
den:
m,-
ma
,in kg/m
3
p'n1=
V-V
, a
m,-m,
,in kg/m
3
pln2
=
V-V
2 ,
m
3 -
m,
,in kg/m
3
p'n3
=
V-V
3 ,
waarin:
ma
isde massa vandemet water gevulde maatcilinder, ing;
m,
isde massa vandemet water enongeveer 50gFlugsand gevulde
maatcilinder, ing;
m,
isde massa vandemet water enongeveer 100gFlugsand gevulde
maatcilinder, ing;
m
3
isde massa vandemet water enongeveer 150gFlugsand gevulde
maatcilinder, ing;
va
ishet volume vanhetwater inde maatcilinder, inml;
v,
ishet volume vanhetwater enongeveer 50gFlugsand inde
maatcilinder, inml;
v,
ishet volume vanhetwater enongeveer 100gFlugsand inde
maatcilinder, inml;
v
3
ishet volume vanhetwater enongeveer 150gFlugsand inde
maatcilinder, inml.
Bereken, meteen nauwkeurigheid van1kg/m
3,
degemiddelde natuurlijkevochtigedicht-
heid
(p')
als:
pin
=
3
,
in kg/m3
Indien deverhouding tussenhetmeetresultaat vandenatuurlijke vochtigedichtheid
(p'c)
en de los gestorte vochtigedichtheid
(p)
gelijk isaan 2,04, isde gemeten natuurlijke voch-
tige dichtheid
(p')
hetdesbetreffende proefresultaat
(pJ
Bereken, indiendeverhouding tussenhetmeetresultaat vandenatuurlijke vochtigedicht-
heid
(p'c)
ende los gestorte vochtigedichtheid
(p)
niet gelijk isaan 2,04, detebepalen na-
tuurlijke vochtige dichtheid
(p)
als:
[ 1000 ]
p
=
1000
+
2,04 .
p
1- - ,inkg/m
3
n
pin
met een nauwkeurigheid van1kg/m
3,
waarin:
Pc
isde natuurlijke vochtigedichtheid, inkg/m
3;
p
isde los gestorte vochtigedichtheid, inkg/m
3;
p'c
ishet meetresultaat vandenatuurlijke vochtigedichtheid, inkg/m
3?
11
12 Proef
1.3-Vrij watergehalte
Het vrijwatergehalte wordtuitgedrukt in%(mjm) vanhetnatuurlijk voehtigemateriaal (proef
1.2).
Bereken hetvrijwatergehalte
(w),
meteen nauwkeurigheid van0,1%(mjm), als:
[ 2,04. ~-1 ],
in
%
Pc
waarin:
w,
ishet vrijwatergehalte, in%(mjm);
Pc
isde natuurlijke voehtigediehtheid, inkgjm
3;
P isde los gestorte voehtigediehtheid, inkgjm
3;
p'c
ishet meetresultaat vandenatuurlijke voehtigediehtheid, inkgjm
3?
Proef 2-Flugsand, holleruimte naverdichting
Benodigdheden
a. steekring: eilindrisehe vormvanroestvast staal,inwendige diameter95,7
±
0,5 mm,
inwendige hoogte81,5
±
0,5 mm, inwendig volumeVem
3,
berekend meteennauw-
keurigheid van0,1em
3,
aandebovenzijde voorzienvaneen afneembaar eilindriseh
kraagstuk vanroestvast staal,dezelfde inwendige diameter,inwendige hoogte40mm;
b. sehuifmaat;
e. sehop;
d. toestel, bestaande uiteen raamwerk vanhoekstaal, grondoppervlak tenminste
0,3 x0,4 m
2,
voorzien vaneen metalen leibuis,lengte0,5m,inwendige diameter
64 mm, waarin eengewieht van6kg vrij kan vallen;
e. waterpas;
f. stalen lineaal;
g. vlakke metalen plaat;
h. borstel;
i.
zak van kunststof;
j. balans, nauwkeurigheid 0,1g;
Uitvoering
Voer deproef uitals proef 4.4"Steekringmethode" vandeStandaard RAW-Bepalingen, met
dien verstande dathetmet desteekring verwijderde materiaalnietmag worden gedroogd.
Bepaald voorelkmonster devoehtige diehtheid vanhetinsitu materiaal enbereken hier-
van hetgemiddelde (ainkgjm
3).
Bepaal vaneen monster, genomen terplaatse vanhetsteekringmonster metdeopeen na
laagste voehtige diehtheid denatuurlijke voehtigediehtheid (proef1.2)enhet vrijwaterge-
halte (proef 1.3).Bepaal hetzelfde vaneen monster, genomen terplaatse vanhetstee-
kringmonster metdeop een nahoogste voehtige diehtheid. Berekenvandealdus gevon-
den waarden degemiddelde natuurlijkevoehtigediehtheid (binkgjm
3)
enhet gemiddelde
vrij watergehalte (cin%).
Berekening
Bereken meteennauwkeurigheid van1% de holle ruimte metdeformule:
{a (1-0,01 .c) }. 100
%
1- ?..
waarin: a isde gemiddelde voehtigediehtheid vanhetsteekringmonster, inkgjm
3;
b isde gemiddelde natuurlijkevoehtigediehtheid, inkgjm
3;
c ishet gemiddelde vrijwatergehalte, in%(mjm).
Proef3-Flugsand, korrelverdeling (areometerproef)
(op basis vanproef 1.0en1.2 van deStandaard RAW-Bepalingen 1990)
Benodigdheden
a. spatel;
b. monsterverdeelapparaat;
c. zeef 2mm;
d. balans, nauwkeurigheid 0,01g;
e. droogstoof, 70
±
5DC;
f. bekerglas, 250ml;
g. roerstaaf;
h. mengtoestel meteen mechanisch aangedreven roerwerk,aantalomwentelingen per
minuut inonbelaste toestand300,enmet eendispersiebeker dieisvoorzien vankeer-
schotten. Hetroerwerk reikttotten minste 19mm enten hoogste 38mm boven debo-
dem vandebeker;
i. glazen bezinkingscilinder metmaatcirkel voor1000 ml,inwendige diameterzodanig,
dat deafstand vandemaatcirkel totdebovenzijde vandebodem 360
±
20 mm be-
draagt;
j. rubberstop;
k. chronometer;
I. areometer, typeASTM hydrometer 152H-62, meetbereik 0-60
gjl;
m. waterbad, meetbereik 16tot enmet 30DC, nauwkeurigheid
±
1DC;
n. exsiccator, metdroogmiddel;
o. thermometer, nauwkeurigheid 0,5DC(bij voorbeeld thermometer ASTM15C);
p. glazen cilinder ofhoog bekerglas vangeschikte maatomdeareometer tussentweeaf-
lezingen ingedestilleerd watertebewaren;
q. peptisator: oplossingvan40gnatriumhexametafosfaat in1000 mlgedestilleerd wa-
ter, door toevoeging vannatriumcarbonaat gebrachtopeen pH
=
8-9;
r. ultrasoon bad,frequentie tenminste 40kHz.
Uitvoering
Oroog hetmonster aandelucht. Homogeniseer hetmonster. Verrichtdevolgende hande-
lingen intweevoud.
Neem eenrepresentatief deelvanhetmonster doormiddel vanhetmonsterverdeelappa-
raat.
Kies dehoeveelheid materiaalzodanigdatdemassa (ing)ongeveer 100maal zogroot is
als dezeefmaat (inmm) diedemaximale korrelgrootte aangeeft.
Zeef hetdeelmonster afop zeef 2mm.
Maak vandefractie opzeef 2mm deeventueel nogovergebleven kluitjesvoorzichtig fijn
en zeef hetmateriaal nogmaals afdoor zeef2mm. Weeg defractie doorzeef2mm (a
ltJ.
Neem vandeze fractie 10
a
15 g(m
ltJ
en droog ditmateriaal gedurende tenminste 48uur
in de droogstoof totconstante massa(n
ltJ.
Was hetmateriaal opzeef 2mm uitopzeef 2mm endroog hetinde droogstoof totcon-
stante massa.
Weeg hetnaafkoelen inde exsiccator meteennauwkeurigheid van0,5g
(b ltJ.
Voer met
het materiaal opzeef 2mm dezeefproef (proef5)uit enweeg hetmateriaal datopdever-
schillende zevenblijftliggen.
Neem vanhetaan delucht gedroogde materiaaldoorzeef2mm:
m
n
.
100, ing(c
ltJ
Breng dezehoeveelheid materiaaloverinhet bekerglas envoeg 125mlpeptisator toe.
Roer hetmateriaal ommet deroerstaaf, totdatailekorrels goedzijnbevochtigd enlaat het
ten minste 16uur weken. Brenghetmengsel volledigoverinde dispersiebeker envoeg ge-
13
destilleerdwatertoe,totdat debeker voormeer dandehelft isgevuld. Roerdeinhoud ge-
durende
10
minuten methetmengtoestel geplaatstinhet ultrasoon bad.
Breng onmiddellijk nahet roeren deinhoud vandedispersiebeker overinde bezinkingsci-
linder envul deinhoud metgedestilleerd wateraantot
1000
mi.Bevestig derubberstop
op decilinder.
Draai decilinder ineen verticaal vlakover eenhoek van
180°
endraai hierna decilinder
weer inde oorspronkelijke standterug.
Herhaal dezehandelingen gedurende60seconden opeen zodanige wijzedatintotaal de
cilinder
60
maal wordt gedraaid:
30
maal heenen
30
maal terug. Blijftertijdens dedraai-
ende bewegingen materiaalachteropde bodem, maakditdan losdoor decilinder, metde
rubberstop aandeonderzijde, heftigteschudden.
Zet decilinder opeen trillingsvrije plaats,drukdechronometer in,verwijder derubberstop
en lees deareometer afna
2, 5,15
en
30
minuten enna
1. 4
en
24
uur.
Breng deareometer telkens
20-25
seconden voorhettijdstip vandeaflezing voorzichtig
in de vloeistof, ongeveeropdediepte waarhijblijft drijven. Leesdeareometer aandebo-
venzijde vandemeniscus af.Verwijder onmiddellijk nahet aflezen deareometer uitde
vloeistof enbreng hemmeteendraaiende bewegingoverinhet glas metgedestilleerd wa-
ter. Plaats decilinder tussendeaflezingen na2en 5minuten inhet waterbad. Bepaalna
iedere aflezing detemperatuur vandevloeistof encorrigeer opgrond hiervan deafgelezen
waarde ").
Breng nade laatste aflezing deinhoud vandecilinder overopzeef 6311m met daarop, in
verband metdemaximaal toelaatbare hoeveelheid materiaalopeen zeef, zeven metgro-
tere zeefopeningen enspoel zolang, tothet waswater helderis.Droog hetopdezeef
63 11m endezeven metgrotere zeefopeningen achtergebleven materiaalineen droogstoof
tot constante massa.
Voer hiermee dezeefproef (proef5)uit enweeg hetmateriaal datopdeverschillende ze-
yen blijft liggen.
Berekening
Bereken ailewaarden alsgemiddelde vantwee uitkomsten.
1.
Bereken demassa vandefractie doorzeef2mm indroge toestand (e
ftJ
als:
e=
a
m-n
n
+1
,
in g, met eennauwkeurigheid van
0,1
g.
2. Bereken dehoeveelheden vandezeeffracties alsmassapercentages vanhettotale
deelmonster indroge toestand (b
+
e
ftJ,
door dehoeveelheden opzeef 2mm tever-
menigvuldigen met:
100
b+e ,
en de hoeveelheden doorzeef2mm met
a
c
100
b+e
,
in
%,
met een nauwkeurigheid van
0,1
%
14 ')
Bepaling vandecorrectie voorareometeraflezingen:
Vul debezinkingscilinder met
1000
mlvloeistof, bestaande uitgedestilleerd waterenpeptisator
en wel indezelfde verhouding alsbijde areometerproef wordtgebruikt. Plaatsdecilinder inhet
waterbad, T,°C. Laat, wanneer detemperatuur vandevloeistof inde cilinder gelijkisgeworden
aan dievan hetwaterbad, deareometer voorzichtig inde vloeistof zakken.Leesdeareometer af
aan debovenzijde vandemeniscus, nadatdeareometer detemperatuur vandevloeistof heeft
aangenomen. Dezeaflezing, vermenigvuldigd met-1,isde correctie voorareometeraflezingen bij
T, °C. Herhaal deproef bijT,°C en maak eengrafische voorstelling vanhetrechtlijnig verband
tussen temperatuur encorrectie. KiesT,en T,zodanig datdetemperaturen, gemetenbijde are-
ometerproef, tussenT,en T,liggen. Leesdecorrectie bijde gemeten temperaturen uitde grafi-
sche voorstelling af.
3.Bereken hetmassapercentage vandekorrels dienog insuspensie zijnophet tijdstip
van deareometeraflezing (gecorrigeerdewaarde
r)
als:
r.a
c
100
b+e ,
in
%,
met eennauwkeurigheid van0,1
%
4. Bereken, meteennauwkeurigheid van0,001 mm,dehierbij horende grootste korrel-
diameter als:
_/h .
k -"
T
,Inmm
waarin: k iseen factor diezowel afhankelijk isvan detemperatuur vandesuspensie alsvan
de dichtheid vandekorrels. Intabel 2zijn dewaarden voorkvoor eenaantal tem-
peraturen bijeen dichtheid van2650 kgjm
3
weergegeven;
h isde effectieve diepte,datishet hoogteverschil, inmm, tussen hetvloeistofop-
pervlak inde bezinkingscilinder enhet niveau vandatdeel vandesuspensie waar-
van dedichtheid wordtgemeten. Intabel 3zijn debijde verschillende areometer-
aflezingen behorende uitkomsten voor
h
weergegeven;
is de tijdsduur dieisverlopen tussenhetneerzetten vandecilinder enhet tijdstip
waarop deareometer isafgelezen, inminuten.
Het percentage kleinerdan2Ilm wordt verkregen doormiddel vanlineaire interpolatie.
Tabe/
2-
k-waarden vaardeberekening vandekarre/diameter bijeen dichtheid vande
karre/s van2650 kgjm
3
temperatuur ktemperatuur
k
in °C in
°C
16 0,00454 240,00411
17 0,00448 250,00407
18 0,00442 260,00402
19 0,00437 270,00398
20 0,00432 280,00394
21 0,00426
290,00389
22 0,00421
300,00358
23 0,00416
15
16 Tabel
3-
h-waarden bijverschillende areometeraf/ezingen (type152H-62)
areometer- hinmm areometer-
hinmm areometer- hin
mm
aflezing aflezingaflezing
0 163
21129 4196
1 161
22127 4294
2 160
23125 4392
3 158
24124 4491
4 156 25122 4589
5 155
26120 4688
6 153
27119 4786
7 152 28117 4884
8 150
29115
4983
9 148
30114
5081
10 147 31112
5179
11 145 32111 5278
12 143 33109 5376
13 142 34107 5474
14 140
35106 5573
15 138 36104
5671
16 137
37102 5770
17 135 38101 5868
18 133
399959
66
19 132
40976065
20 130
Proef 4-Flugsand, gehalteaanminerale deeltjesdoorzeef63Ilm
(op basis vanproef 2van deStandaard RAW-Bepalingen 1990)
Benodigdheden
a. benodigdheden voordezeefproef (proef5);
b. monsterverdeelapparaat;
c. spatel;
d. balans, nauwkeurigheid 0,1g;
e. droogstoof, 70
±
5ac;
f. bekerglas ofpan;
g. roerstaaf;
h. chronometer;
i. bakje vanroestvast staal;
j. peptisator: oplossingvan40gnatriumhexametafosfaat in1000 mlgedestilleerd wa-
ter, door toevoeging vannatriumcarbonaat gebrachtopeen pH
=
8-9.
Uitvoering
Neem eenrepresentatief deelvanhetmonster metbehulp vanhetmonsterverdeelappa-
raat. Neem ongeveer zoveelmaall00 gmateriaal alsdezeefmaat inmm diedemaximale
korrelgrootte aangeeft.
Droog hetmateriaal gedurende tenminste 48uur totconstante massa(a
ftJ
ineen droog-
stoof meteentemperatuur van70±5
ac.
Breng hetmateriaal overinhet bekerglas envoeg peptisator toe,zodanig dathetmateri-
aal ruim metvloeistof isbedekt. Roerhetmateriaal ommet deroerstaaf, totdatailekor-
rels goed zijnbevochtigd enlaat hetten minste 16uur weken.
Voeg water toe.
Roer hetmengsel gedurende 1minuut om,laathetgrove materiaal gedurende enigese-
conden bezinken endecanteer devloeistof daarnaovertenminste tweeopelkaar ge-
plaatste zeven,namelijk dezeef
631lm
metdaarop dezeef
1251lm
enindien nodigdezeef
2mm.
Herhaalhettoevoegen vanwater, omroeren, latenbezinken endecanteren, totdathetwas-
water helder is.
Breng alhet materiaal inhet bekerglas ofde pan plus hetmateriaal opde bijhet decante-
ren gebruikte zeveninhet bakje vanroestvast staalendroog hetgedurende tenminste 48
uur inde droogstoof.
Verricht methetmateriaal vervolgens dedroge nazeving (proef5.2)enbreid daartoe de
stapel zeven, indiennodig, naarboven uit,rekening houdend metdemaximaal toegestane
hoeveelheid materiaalopiedere zeef(proef 5).Inplaats vantwee zeven kanoak dezeef-
stapel directmetdegewenste zevenworden uitgebreid. Hetdrogen vanhetmonster ge-
beurt daninde zeefset.
Verzamel hetmateriaal opaile zeven enweeg het(c
ff),
met eennauwkeurigheid van
0,1
g.
Berekening
Bereken hetgehalte aanminerale deeltjesdoorzeef6311m van hetgehele monster als:
a-c a
.
100
%,
met eennauwkeurigheid van
0,1
%.
Proef 5-Flugsand, korrelverdeling (zeefproef)
(op basis vanproef
6.0
van deStandaard RAW-Bepalingen
1990)
Benodigdheden
a. balans, nauwkeurigheid tenminste
0,001
maaldemassa vanhettezeven materiaal;
b. zeven volgens NEN
2560;
c. zeefmachine oftriltafel, tenzijmetdehand wordt gezeefd;
d. zeefdeksel;
e. zeefbodem;
f. droogstoof, 70
±
5
DC;
g. borstel.
Proef
5.1-
Droge voorzeving
Stapel voarmechanische zevingdetegebruiken zeveninvolgorde vanmaaswijdte enaf-
meting dergaten metdezeef metdekleinste mazenofgaten onderenbreng dezeefbo-
dem aan.
Breng vervolgens eenhoeveelheid tezeven materiaal opdebovenste zeef,doch nietzo-
veel datzich openig tijdstip tijdensdezeving opeen ofmeer vandegebruikte zeveneen
grotere hoeveelheid materiaalbevindtdanvolgens tabel4is toegestaan.
Tabel
4-
Toegestane hoeveelheid materiaalopeen zeef
op de zeven
63, 90, 125, 180
11m
250, 355,500,710
11m
1, 1,4, 2,2,8
mm
C4, C5,6, C8,Cl1,2
hoeveelheid
materiaal,ing
zeven metmiddellijn zevenmetmiddellijn
200
mm
350
mm
200
350
500
800 1500
Bewaar derest vanhettezeven materiaal.
Bevestig hetzeefdeksel opdebovenste zeef.
Plaats destapel zeveninde zeefmachine ofop detriltafel enzeef gedurende tenhoogste
tien minuten. Zorgervoor, datdescheiding derfracties reedsgrotendeels wordtvoltooid
tijdens dezedroge voorzeving.
17
18 Gebruik,
indienmetdehand wordt gezeefd, iederezeefafzonderlijk involgorde vanafme-
ting dergaten enmaaswijdte, tebeginnen metdezeef metdegrootste gatenofmazen en
handel verderovereenkomstig hetvoorgaande, behoudenshetgebruik vandezeefmachine
of de triItafel.
Bewaar hetmateriaal datinde zeefbodem isverzameld.
Proef 5.2-Droge nazeving
Zeef hetmateriaal opdeafzonderlijke zevennamet dehand inde volgorde vanafnemende
gatafmeting ofmaaswijdte. Brenghetmateriaal, datdoor eenzeef gaat, opdevolgende
zeef enhet materiaal, datdoor delaatste zeefgaat, inde zeefbodem. Gaopdevolgende
wijze naofhet einde vandezeving isbereikt.
Borstel deonderzijde vandezeef afmet deborstel teneinde verstopte mazenofgaten te
openen. Houddezeef, meteenmiddellijn vanhetmontuur van200 mm, enigszins schuin
in de ene hand ensla dezeef ongeveer 120maal perminuut tegendeandere hand.Draai
de zeef telkens na25 slagen overeenhoek van90°enklop erIicht mee opeen vaste on-
dergrond. Houd dezeef, meteenmiddellijn vanhetmontuur van350 mm, enigszins schuininbeide
handen enschud haarongeveer 120maal perminuut heenenweer. Draaidezeef telkens
na 25 maal schudden overeenhoek van90°enklop erlicht mee opeen vaste ondergrond.
Het einde vandezeving isbereikt wanneer tijdenshetzeven gedurende 1minuut nietmeer
dan 1
%
van hetnog opdezeef aanwezige materiaaldoordezeef gaat.
Herhaal eventueel dezeefprocedure meteenvolgende hoeveelheid vanhettezeven ma-
teriaal engazovoort, totdat allesisgezeefd. Verzamel degelijknamige zeeffractiesenhet
materiaal inde zeefbodem. Weeghetmateriaal opde afzonderlijke zeven
(b,ltJ
eninde
zeefbodem, meteen nauwkeurigheid van0,1
%
van degehele hoeveelheid gezeefdmate-
riaal.
Berekening
Bereken defracties tussenopeenvolgende zevenals:
. 100
%,
en defractie doordefijnste zeefals:
a - I.
b
~ .100
%,
aile met eennauwkeurigheid van0,1
%.
a
19
Auteursrechten
Aile rechten voorbehouden. Nietsuitdeze uitgave magworden verveelvoudigd, opgeslagenineen ge-
automatiseerd gegevensbestand ofopenbaar gemaakt, inenige vormofop enige wijze, hetzijelektro-
nisch, mechanisch, doorfotokopieen, opnamenofop enig andere manier, zondervoorafgaande schrif-
..
telijketoestemming vandeCUR.
Het istoegestaan overeenkomstig artikel15aAuteurswet 1912gegevens uitdeze uitgave teciteren
in artikelen, scriptiesenboeken, mitsdebron opduidelijke wijzewordt vermeld, alsmededeaandui-
ding vandemaker, indiendezeinde bron voorkomt. "©CUR-Aanbeveling
41
"Flugsand", juni1994,
Stichting CUR,Gouda."
Aansprakelijkheid De CUR endegenen dieaan deze publikatie hebbenmeegewerkt, hebbeneenzogroot mogelijke zorg-
vuldigheid betrachtbijhet samenstellen vandeze uitgave. Nochtans moetdemogelijkheid nietworden
uitgesloten datertoch fouten enonvolledigheden indeze uitgave voorkomen. ledergebruik vandeze
uitgave engegevens daaruitisgeheel vooreigen risicovandegebruiker endeCUR sluit, mede tenbe-
hoeve vanaldegenen dieaan deze uitgave hebben meegewerkt, iedereaansprakelijkheid uitvoor
schade diemocht voortvloeien uithet gebruik vandeze uitgave endedaarin opgenomen gegevens,
tenzij deschade mochtvoortvloeien uitopzet ofgrove schuld zijdens deCUR en/of degenen dieaan
deze uitgave hebben meegewerkt.
Gouda, juni1994
Het Bestuur vandeCUR
Stichting CUR,Buchnerweg 3,Postbus 420,2800 AKGouda, tel.01820-39600
20
Reacties