Aanbeveling
49
BENTONIETMATIEN INBODEMBESCHERMENDE
VOORZIENINGEN
BEOORDELING GESCHIKTHEID
I
n deze CURjPBV-Aanbeveling zijneisen opgenomen waaraanbentonietmatten moetenvol-
doen omtemogen worden toegepast alsbovenafdichting vanafval- enreststofbergingen.
In het Stortbesluit Bodembescherming wordtgeregeld datstortplaatsen moetenvoldoen aan
de zogenaamde IBC-criteria.IBCstaat daarbij voorIsoleren, Beheersen enControleren. Inde
Uitvoeringsregeling isaangegeven dateen beschermingsniveau moetworden geboden datten
minste gelijkwaardig isaan debescherming vandebodem dieisbeoogd methetgestelde in
de Richtlijn dichteeindafwerking. Indie richtlijn staanbepaalde materialen enconstructies ge-
noemd. VandeRichtlijn kan,zoals aangegeven inde Uitvoeringsregeling, wordenafgeweken
mits degelijkwaardigheid wordtaangetoond. Voldoetdebentonietmat aandeeisen indeze
CURjPBV-Aanbeveling danmag worden aangenomen dateen bovenafdichting metdeze ben-
tonietmat tenminste deinde Uitvoeringsregeling bedoeldegelijkwaardige beschermingople-
vert. Debentonietmat isdan tevens geschikt omteworden toegepast alsbovenafdichting van
reststofbergi ngen.
Uiteraard speeltdeconstantheid vanproductie endezorgvuldigheid vanuitvoering eenrolbij
het verkrijgen vaneen goede afdichting. Hiervoorzijneisen opgenomen inCURjPBV-
Aanbeveling 50.
Deze CURjPBV-Aanbeveling isopgesteld doorCUR-onderzoekcommissie C93 "Toepassing
bentonietmatten voormilieubeschermende constructies".Ophet moment vanpubliceren van
deze Aanbeveling wasdesamenstelling vandecommissie alsvoigt: H.F.M. Haukes (voorzit-
ter), ing.J.G.W.M. Schoemaker (secretaris),ir.D. Boels, drs.B.KOk, dr.ir.G.E.Kamerling, ing.
P.A. Ruardi, ing.A.Steerenberg, ir.M. Geense (coordinator) enprof.dr.ir. EW.Bijker (mentor).
Rapporteur vandeze Aanbeveling wasing.K.van derWal. Ir.C.A. vanderSteen verzorgde de
eindredactie.
Deze Aanbeveling isgoedgekeurd doordeAigemene Voorschriften Commissie"Bodemenmi-
lieu".
1
2
INHOUD
1
Onderwerp
3
2
Toepassingsgebied
3
3
Termen
endefinities
3
4
Eisen
aanmaterialen
4
4.1
Aigemeen
4
4.2
Bentoniet
4
4.2.1
Type
bentoniet
5
4.2.2
Montmorilloniet
5
4.2.3
Waterabsorbtievermogen
5
4.2.4
Methyleenblauwwaarde
5
4.2.5
Vrije
zwelling (freeswell)
5
4.2.6
Vloeistofverlies
(fluidloss)
5
4.3
Geomembraan
5
4.3.1
Materiaal
5
4.3.2
Dikte
5
4.4
Geotextielen
5
4.5
Bentonietmat
5
4.5.1
Uiterlijk
5
4.5.2
Waterdoorlatendheid
5
4.5.3
Effectiviteit
overlap
5
4.5.4
Transmissiviteit
6
4.5.5
Inwendige
schuifsterkte
6
5
Keuring
encontrole
6
5.1
Aigemeen
6
5.2
Bentoniet
6
5.2.1
Type
bentoniet
6
5.2.2
Montmorilloniet
6
5.2.3
Waterabsorbtievermogen,
methodeASTM
6
5.2.4
Waterabsorbtievermogen,
methode
DIN
6
5.2.5
Methyleenblauwwaarde
7
5.2.6
Vrije
zwelling (freeswell)
7
5.2.7
Vloeistofverlies
(fluidloss)
7
5.3
Geomembraan
7
5.3.1
Samenstelling
7
5.3.2
Dikte
7
5.4
Geotextiel
8
5.5
Bentonietmat
8
5.5.1
Uiterlijk
8
5.5.2
Waterdoorlatendheid
8
5.5.3
Invloed
vanzettingen
8
5.5.4
Effectiviteit
overlap
8
5.5.5
Transmissiviteit
9
5.5.6
Inwendige
schuifsterkte
9
Titels vanvermelde normen,Aanbevelingen enrichtlijnen
10
Bijlage:
Proef A:doorlatendheidsmeting
11
Proef B:meetmethode
voorsimultane metingvandoorlatendheid en
14
deformatie vanporeuze endeformeerbare materialen
Proef C:effectiviteit
vandeoverlap
20
Proef D:transmissiviteit
22
Proef E:inwendige
schuifsterkte
25
1Onderwerp
Deze CUR/PBV-Aanbeveling geeftdefinities, eisen,bepalingsmethoden enkeuringscriteria
voor debeoordeling vandegeschiktheid vanbentonietmatten incombinatie metgeomem-
branen alsmilieubeschermende constructieinbovenafdichtingen vanafval- enreststofber-
gingen.
Toelichting
De beoordeling vandebentonietmat vindtplaats opbasis vaneen eenmalig geschiktheidsor1-
derzoek. Eenpositieve beoordeling opbasis vandeze Aanbeveling betekentdatdebetreffende
bentonietmat tenminste eengelijkwaardige beschermingbiedtzoals bedoeld inde
Uitvoeringsregeling vanhetStortbesluit enbijbehorende Richtlijnen.Debentonietmat kandan
worden toegepast alsbovenafdichting bijafval- enreststofbergingen.
Voor eisen aandeverwerking encontrole vanbentonietmatten ophet werk, wordt verwezen
naar CUR/PBV-Aanbeveling 50.
2 Toepassingsgebied
Deze CUR/PBV-Aanbeveling isvan toepassing opbentonietmatten dieworden verwerkt inbo-
venafdichtingen vanafval- enreststofbergingen.
De Aanbeveling isverder alleenvantoepassing opbentonietmatten diebestaan uiteen na-
tuurlijk natriumbentoniet eneen geotextiel vanpolyetheen ofpolypropeen, ofeen geomem-
braan vanpolyetheen.
Toelichting
Ais bovenafdichting voorstortplaatsen vormtdebentonietmat incombinatie meteengeomenrc
braan eenafsluitende laagdiehet binnendringen en/ofuittreden vanvloeistoffen en/ofstort-
gas verhindert, waardoorverspreiding vanverontreinigingen wordtvoorkomen.
3
Termenendefinities
3.1 Afdichtingslaag:
eenvoor vloeistoffen nagenoegondoorlatend onderdeelvaneen constructie
met alsdoer hetbinnendringen danweluittreden vanvloeistoffen en/ofstortgassen tever-
hinderen omzode verspreiding vanaanwezige verontreinigingen tevoorkomen.
3.2 Bentoniet:
eennatuurlijke kleidievoor eenbelangrijk deelbestaat uithet kleimineraal mont-
morilloniet endie nabevochtiging sterkzwellende eigenschappen heeft.
3.3 Bentonietmat:
eenfabrieksmatig geproduceerde mineraleafdichtingslaag, bestaandeuitben-
toniet eneen ofmeer geotextielen ofeen geomembraan, dieaan elkaar zijnverbonden door
bijvoorbeeld naaldprikken, vernaaiingofverlijming.
Toelichting
in figuur
1
zijn schematisch dwarsdoorsneden gegevenvanenkele bentonietmatten.
3.4 Doorlatendheid(s-coefficient)/permeabiliteitscoetficient:
eenmateriaalconstante diededoor-
latendheid vaneen materiaal karakteriseert bijverzadiging enper eenheid vangradient, ge-
meten loodrecht opde bentonietmat, inm/s.
3.5 Vloeistofverlies (fluidloss):
eenmaat voorhetverlies aanvloeistof datonder drukoptreedt bij
een verzadigd bentoniet, inmi.
3
~
-
genaaide bentonietmat
~
genaaldprikte bentonietmat geotextiel
(nonwoven)
geotextiel inbanen vernaaid
geotextiel (nonwoven)
geomembraan
geotextiel (nonwoven)
d.m.v. naaldprikken met
elkaar verbonden
geotextiel (woven eventueel
gecombineerd metnon-woven)
4
3.6
3.7
3.8
3.9
3.10
3.11
3.12
4
4.1
Figuur
1.Schematische dwarsdoorsnede vanenkele bentonietmatten
Vrije zwelling (freeswell): eenmaat voordezweleigenschappen vanbentoniet, inmi.
Geomembraan: eenkunststof folie,veelal vanpolyetheen, datwordt gebruikt alsvloeistof- of
dampjgasbarriere ineen geotechnische constructie.
Gradient: hetverhang ofhet verschil instijghoogte perlengte-eenheid inde richting vande
vloeistofstroom.
k-waarde: ziedoorlatendheid.
Lekkage: dehoeveelheid percolaatdieper eenheid vanoppervlakte enper eenheid vantijd
door eenmateriaal stroomt,inmmjjaar.
Percolaat: dedoor eenmedium gesijpelde vloeistofmetdaarin opgeloste bestanddelen.
Transmissiviteit detransportcapaciteit inhet vlak vandebentonietmat pereenheid vangra-
dii'mt enper eenheid vanbreedte, in
m
2
js.
Eisen aanmaterialen
Aigemeen De bentonietmat endesamenstellende delenmoeten tenminste voldoen aandeeisen in
deze Aanbeveling omtemogen worden toegepast alsbovenafdichting bijafval- enrest-
stofbergingen.
Toelichting
De opgenomen eisenzijngekoppeld aanhetfunctioneren vandetotale bentonietmat enniet aande
eigenschappen vandesamensteliende delen.Voorinformatie overdeopgenomen eisenwordt verwe-
zen naar hetachtergrondrapport vandecommissie.
Bij het ontwerp vaneen bovenafdichting metbentonietmatten moeterrekening meeworden
gehouden datdehoeveelheid bentonietperoppervlakte-eenheid afdichtingslaaggeringeris
dan bijeen bovenafdichting vanzand-bentoniet.
Toelichting
De bufferende werkingvaneen bentonietmat isdaardoor geringerincontact metvloeistoffen
met eenhoog elektrolytgehalte, eenrelatief hogefractie aanmeerwaardige ionenofeen rela-
tief lage dielektrische constante.
4.2Bentoniet
De bentoniet moetvoldoen aan4.2.1, 4.2.2ennaar keuze aan4.2.3 en4.2.4 of4.2.5 en
4.2.6.
4.2.1 Typebentoniet
Het type bentoniet, bepaaldvolgens5.2.1,moeteennatuurlijk natriumbentoniet zijn.
4.2.2 Montmorilloniet
Het gehalte aanmontmorilloniet, bepaaldvolgens5.2.2,moettenminste 70
%
(mlm)
be-
dragen.
4.2.3 Waterabsorbtievermogen
Het waterabsorbtievermogen na24 uur, bepaald volgens5.2.3,moettenminste 850
%
(Vim)
bedragen of,bepaald volgens5.2.4,tenminste 700
%
(Vim) .
4.2.4 Methyleenblauwwaarde
De methyleenblauwwaarde, bepaaldvolgens5.2.5,moettenminste 250mgMB (methy-
leenblauw) pergram bentoniet bedragen.
4.2.5 Vrijezwelling (freeswell)
De vrije zwelling, bepaaldvolgens5.2.6,moettenminste 25mlbedragen.
4.2.6 Vloeistofverlies (fluidloss)
Het vloeistofverlies, bepaaldvolgens5.2.7,magtenhoogste 18mlbedragen.
4.3 Geomembraan
4.3.1 Materiaal
Het geomembraan moetzijnvervaardigd uiteen polyetheen methoge dichtheid (HOPE)envol
doen aande"Richtlijn voorhettoepassen vangeomembranen terbescherming vanhetmi-
lieu" ende "Protocollen voorhettoepassen vankunststof geomembranen tenbehoeve van
bodembescherming, deel1.Materialen", ofdaarmee gelijkwaardig zijn.Onderzoek naarhet
materiaal moetplaatsvinden volgens5.3.1.
4.3.2 Dikte
De dikte vanhetdragend geomembraan, bepaaldvolgens5.3.2,moettenminste 0,5mm be-
dragen.
4.4 Geotextielen
Het geotextiel moetenzijnvervaardigd uitniet gerecycled polyetheen vanhoge dichtheid
en/of polypropeen, bepaaldvolgens5.4.
4.5 Bentonietmat
4.5.1 Uiterlijk
Het uiterlijk, bepaald volgens5.5.1,maggeen onregelmatigheden ofbeschadigingen verto-
nen zoals scheuren, krassenofverdikkingen.
4.5.2 Waterdoorlatendheid
Bij zettingen dieresulteren ineen biaxiale rekvan tenhoogste 2
%
mag delekkage bijeen
drukverschil van1,0mwaterkolom, bepaaldvolgens5.5.2,tenhoogste 20mm per200 da-
gen bedragen.
Bij zettingen dieresulteren ineen biaxiale rekvan 2
%
tot 5
%
mag delekkage bijeen druk-
verschil van1,0mwaterkolom, bepaaldvolgens5.5.3tenhoogste 20mm per200 dagen be-
dragen.
4.5.3 Effectiviteit overlap
De lekkage doordeoverlap bijeen drukverschil van0,3mwaterkolom, bepaaldvolgens
5.5.4, moetvoldoen aandeeis voor dewaterdoorlatendheid in4.5.2.
5
4.5.4
4.5.5
5
5.1
Transmissiviteit
In het geval vaneencombinatieafdichting magdetransmissiviteit vanhetcontactvlak tus-
sen debentonietmat eneen afzonderlijk geomembraan, bepaaldvolgens5.5.5,magten
hoogste 5.10
10
m
2
js bedragen.
Inwendige schuifsterkte
De inwendige schuifsterkte, bepaaldvolgens5.5.6,moeteenstabiele constructie opleveren.
Keuring encontrole
Aigemeen Monsters bentonietmoetenwordengenomen overeenkomstig devoorschriften vandepro-
ducent. Monsters uithet geotextiel moetenwordengenomen overeenkomstig ASTMD4354 of
NEN-EN 963.
Monsters uitde bentonietmat moetenwordengenomen overeenkomstig devoorschriften van
de producent ofASTM D6072.
6
5.2
Bentoniet
5.2.1 Typebentoniet
Methode vanonderzoek
Het type bentoniet moetworden bepaald aandehand vaneen bewijs vanoorsprong, afgege-
ven door deleverancier vandebentoniet.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
Het type bentoniet moetvoldoen aandein4.2.1 gestelde eis.
5.2.2 Montmorilloniet
Methode vanonderzoek
Het gehalte aanmontmorilloniet moetworden bepaald metrontgendiffractie.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
Het gehalte montmorilloniet moetvoldoen aandein4.2.2 gestelde eis.
5.2.3 Waterabsorbtievermogen, methodeASTM
Methode vanonderzoek
Het waterabsorptievermogen moetworden bepaald volgensASTME946.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
Het waterabsorbtievermogen moetvoldoen aandein4.2.3 gestelde eis.
5.2.4 Waterabsorbtievermogen, methodeDIN
Methode vanonderzoek
Het waterabsorbtievermogen moetworden bepaald volgensDIN18132.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
Het waterabsorbtievermogen moetvoldoen aandein4.2.3 gestelde eis.
5.2.5 Methyleenblauwwaarde
Methode vanonderzoek
De methyleenblauwwaarde moetworden bepaald overeenkomstig proefBvan CUR/PBV-
Aanbeveling 33ofVDG P69.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
De methyleenblauwwaarde moetvoldoen aandein4.2.4 gestelde eis.
5.2.6 Vrijezwelling (freeswell)
Methode vanonderzoek
De vrije zwelling moetworden bepaald volgensASTMD5890.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
De vrije zwelling moetvoldoen aandein4.2.5 gestelde eis.
5.2.7 Vloeistofverlies (fluidloss)
Methode vanonderzoek
Het vloeistofverlies moetworden bepaald volgensASTMD5891.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuri ngscriteri um
Het bepaalde vloeistofverlies moetvoldoen aandein4.2.6 gestelde eis.
5.3 Geomembraan
5.3.1 Samenstelling
Methode vanonderzoek
Het onderzoek moetworden uitgevoerd overeenkomstig de"Protocollen voorhettoepassen
van kunststof geomembranen tenbehoeve vanbodembescherming, deell.Materialen".
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
De samenstelling moetvoldoen aandein4.3.1 gestelde eis.
5.3.2 Dikte
Methode vanonderzoek
De dikte moetworden bepaald volgensASTMD5199.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
De dikte moet voldoen aandein4.3.2 gestelde eis.
7
5.4Geotextiel
Methode vanonderzoek
Het type geotextiel moetworden bepaald aandehand vaneen bewijs vanoorsprong afgege-
ven door deproducent vanhetgeotextiel.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
Het type geotextiel moetvoldoen aandein4.4 gestelde eis.
5.5 Bentonietmat
5.5.1 Uiterlijk
Methode vanonderzoek
Het uiterlijk moetvisueel worden beoordeeld.
Aantal bepalingen
De beoordeling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
Het uiterlijk moetvoldaan aandein4.5.1 gestelde eis.
5.5.2 Waterdoorlatendheid
Methode vanonderzoek
De waterdoorlatendheid moetworden bepaald volgensproefAvan debijlage.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste vijfmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
De bovengrens vanhet90
%
betrouwbaarheidsinterval vanhetmeetkundige gemiddeldevan
de gevonden lekkagemoetvoldoen aandein4.5.2 gestelde eis.
De actuele lekkage perwaterdoorlatendheidsmeting magtenhoogste vijfmaal dein4.5.2 ge-
stelde eisbedragen.
5.5.3 Invloedvanzettingen
Methode vanonderzoek
De invloed vanzettingen opdewaterdoorlatendheid moetworden bepaald volgensproefB
van debijlage.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
De invloed vanzettingen moetvoldoen aandein4.5.2 gestelde eis.
8
5.5.4
Effectiviteit
overlap
Methode vanonderzoek
De effectiviteit vandeoverlap moetworden bepaald volgensproefCvan debijlage.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste eenmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
De effectiviteit vandeoverlap moetvoldoen aandein4.5.3 gestelde eis.
5.5.5Transmissiviteit
Methode vanonderzoek
De transmissiviteit moetworden bepaald volgensproefDvan debijlage.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste &enmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
De transmissiviteit moetvoldoen aande
in
4.5.4 gestelde eis.
5.5.6 Inwendige schuifsterkte
Methode vanonderzoek
De inwendige schuifsterkte moetworden bepaald volgensproefEvan debijlage.
Aantal bepalingen
De bepaling moettenminste &enmaal worden uitgevoerd.
Keuringscriterium
De inwendige schuifsterkte moetvoldoen aande
in
4.5.5 gestelde eis.
9
Titelsvanvermelde normen,Aanbevelingen enrichtlijnen
NEN-EN 963 1995
NEN 5934 1990
ontw. EN00189015 1993
ASTM D4354 1989
ASTM D5199 1991
ASTM D5890 1995
ASTM D5891 1995
ASTM D6072 1996
ASTM E946 1992
DIN 18132 1995
DIN 18130 1989
CUR/PBV-Aanbeveling 33
CUR/PBV-Aanbeveling 50
VDG-merkblatt P69 1988Geotextielen
ensoortgelijke producten.
Monsterneming envoorbereiding vanproefstukken
Toeslagmaterialen voorbeton. Bepaling
van hettotale vochtgehalte
Geotextiles andgeotextile-related products.
Determination ofthe friction characteristics (Direct
shear test)
Standard PracticeforSampling Geosynthetics
for Testing
Standard testmethod formeasuring nominalthick-
ness ofgeotextiles andgeomembranes
Standard TestMethod forSwell IndexofMineral
Component ofGeosynthetic ClayLiners
Standard testmethod forfluid lossofclay compo-
ents ofgeosynthetic clayliners
Guide forObtaining SamplesofGeosynthetic Clay
Liners
Standard TestMethod forWater Absorption of
Bentonite bythe Porous PlateMethod
Bestimmung derWasseraufnahmeversuch nach
Enslin Neff
Bestimmung desWasserdurchlassigkeitsbeiwerts
Granulaire afdichtingslagen opbasis vanzand-bento-
niet aldan nietincombinatie metkunststof
geomembranen Bentonietmatten
in
bodembeschermende voorzie-
ningen. Productie enverwerking
BindemittelprOfung. PrOfungvonBindetonen
10 Met
nadruk wordteropgewezen datdeze CUR/PBV-Aanbeveling destand vantechniek enkennis weergeeft op
moment vanuitgifte. DeCUR houdt zichdanookaanbevolen teworden ge"informeerd overervaringen diemet het
gebruik vandeze Aanbeveling wordenopgedaan.
CUR/PBV-Aanbevelingen wordendriejaar napublicatie geevalueerd en.indien daaraanleiding toebestaat, ge-
actualiseerd. Hiervanwordtmelding gemaakt inde vakpers.
Auteursrechten
Aile rechten voorbehouden. Nietsuitdeze uitgave magworden verveelvoudigd, opgeslagenineen geautomati-
seerdgegevensbestand ofopenbaar gemaakt, inenige vormofop enige wijze, hetzijelektronisch, mechanisch,
door fotokopieen, opnamenofop enig andere manier, zondervoorafgaande schriftelijketoestemming vanCUR.
Het istoegestaan overeenkomstig artikel15aAuteurswet 1912gegevens uitdeze uitgave teciteren inartike-
len, scripties enboeken, mitsdebron opduidelijke wijzewordt vermeld, alsmededeaanduidingen vandema-
ker, indien dezeinde bron voorkomt. "CUR/PBV-Aanbeveling 49"Bentonietmatteninbodembeschermende voor-
zieningen. Beoordeling geschiktheid", juni1997, Stichting CUR,Gouda"
Aansprakelijkheid De CUR endegenen dieaan deze publicatie hebbenmeegewerkt, hebbeneenzogroot mogelijke zorgvuldigheid
be-tracht bijhet samenstellen vandeze uitgave. Nochtans moetdemogelijkheid nietworden uitgesloten dater
toch fou-ten enonvolledigheden indeze uitgave voorkomen. ledergebruik vandeze uitgave engegevens daaruit
is geheel vooreigen risicovandegebruiker endeCUR sluit, mede tenbehoeve vanaldegenen dieaan deze uit-
gave hebben meegewerkt, iedereaansprakelijkheid uitvoor schade diemocht voortvloeien uithet gebruik van
deze uitgave endedaarin opgenomen gegevens,tenzijdeschade mochtvoortvloeien uitopzet ofgrove schuld
zijdens CURen/of degenen dieaan deze uitgave hebben meegewerkt.
Gouda, juni1997
Het bestuur vandeCUR
Stichting CUR,BOchnerweg 1,Postbus 420,2800 AKGOUDA, tel0182-540600
BIJLAGE
Proef A:Bepaling vandewaterdoorlatendheid
Doel entoepasbaarheid
Dit werkvoorschrift beschrijftdemethode waarmee dedoorlatendheid vandebentonietmat
moet worden bepaald.
Principe Het principe vandedoorlatendheidsmeting berust ophet meten vandedoorstroomsnelheid.
Deze doorstroomsnelheid wordtgemeten aaneen volledig metwater verzadigd proefstuk,
waarbij deverzadiging endoorstroming plaatsvindtmetontlucht engedemineraliseerd ofge-
destilleerd water.Tijdens dedoorstroming wordthetproefstuk ondereenalzijdige druk(om-
gevingsdruk) gehoudenomrandlekkages tevoorkomen. Demeting vandedoorlatendheid
wordt uitgevoerd bijeen constant verhang.Hiervoorwordteenconstant drukverschil tussen
de instroom enuitstroomopening vanhetwater aangebracht. Dedoorgestroomde hoeveel-
heid water isbepalend voordedoorlatendheid.
Benodigdheden
Apparatuur:
Materiaal:
Grondstof: doorstroomcel
bestaandeuiteen triaxiaal apparaat volgensDIN18130,
droogstoof (110
±
5)
ae,
balans metonnauwkeurigheid vantenhoogste
O,Oig.
schuifmaat, snijringmetmiddellijn vantenminste 68mm enfiltreerpa-
pier eneen poreuze filtersteen meteendoorlatendheid dieten minste
tien maal groter isdan dedoorlatendheid vanhetmonster.
Ontlucht engedemineraliseerd ofgedestilleerd water,vrijvan zwevende
bestanddelen.
Voorbereidingen Kies uithet aangeleverde monsterbentonietmat a-selectdeplaatsen vooreen
proefstuk.Haal opdeze plaatsen eenproefstuk uithet monster meteendiameter vanten
minste 68mm door middel vaneen snijring eneen pers. Zorgervoor datdeproefstukken wor-
den genomen opeen afstand vantenminste 100mmvanderand vandeaangeleverde mat.
Bij bentonietmatten waarbijdebentoniet doormiddel vaneen verlijming opeen folie isaan-
gebracht, moetdefolie worden geperforeerd. Brengdoormiddel vanfrezen gaatjes inde fo-
lie aan meteen middellijn vanongeveer 2mm eneen onderlinge afstandvan
ongeveer 10mm.
Plaats hetinde snijring aanwezige proefstuksamenmetdesnijring opde reeds aange-
brachte filtersteen enhet filtreerpapier. Zorgervoor datook hetmembraan isaangebracht
voor hetplaatsen vanhetproefstuk endat ditmembraan inmodel blijftdoor deruimte tus-
sen dehulpmal enhet membraan vacuumtezuigen (ziefiguur Ai).Nainbouw moethetmem-
braan dubbel omhet proefstuk zitten.
Druk hetproefstuk vervolgens metbehulp vaneen stempel uitde snijring. Trekdesnijring
hierbij naarboven enverwijder deze.Plaats hierna hetfiltreerpapier, defiltersteen ende bo-
venkap. Verwijder vervolgens dehulpmal enbreng debovenste Q-ringaan.Deproefstukop-
bouw isinfiguur A2weergegeven.
Zorg ervoor datdedruk alsgevolg vandebovenste filtersteen enkap gelijk isaan deop-
waartse druktengevolge vandeaanwezige waterdruk.
Bevestig nahet plaatsen vandeproefstukken inde opstelling, deperspex celwand, detop-
plaat enhet drainage-systeem.
Vul decel ende drainageleidingen vervolgensmetontlucht water,enbreng eenomgevings-
druk aanvan300 kPa(ziefiguur A2).
Verzadiging
Verzadig deproefstukken vanonder afmet ontlucht water.Voerdituitdoor gedurende een
week eenomgevingsdruk van300 kPaaantehouden eneen drukverschil overhetproefstuk
van 0,2kPa (20mm waterkolom opde proefstukken). Nadeze week mogen deproefstukken
als verzadigd wordenbeschouwd.
11
snijringmembraan
hulpmal
filtersteen bentonietmat
D-ring vacuum
12 Figuur
A1:Schematische weergaveinbouwsituatie
Uitvoering De bepaling vandedoorlatendheid bestaatuittwee fasen dieafzonderlijk ofna elkaar
kunnen worden uitgevoerd.
fase
1
Verhoog naafloop vandeverzadigingsperiode hetdrukverschil overdeproefstukken tot3kPa
(0,3 mwaterkolom). Leesgedurende eenperiode vantenminste tweeweken omdevier da-
gen hetverloop vandedoorlatendheid afop basis vandewaterkolom inhet afleesvenster.
Ais voor aileproefstukken binnendeperiode vantwee weken, delaatste driegemeten door-
latendheden vaneen proefstuk tenhoogste 25
%
afwijken vanhetgemiddelde vandeze drie
waarden, magdedoorlatendheid alsconstant wordenbeschouwd enkan demeting worden
gestopt.
fase
2
Verhoog naverzadiging vandeproefstukken offase 1,het drukverschil naar10kPa (1meter
waterkolom). Leeselkewerkdag, gedurende tenminste tweeweken, dedoorlatendheid afop
basis vandehoogte vandewaterkolom inhet afleesvenster. Demeting kanworden gestopt
als voor aileproefstukken geldtdatdelaatste driegemeten doorlatendheden vaneen proef-
stuk, tenhoogste 25
%
afwijken vanhetgemiddelde vandeze driewaarden.
Een schematische weergavevandeopstelling metdeaangebrachte (water)drukken isweer-
gegeven infiguur A2.Houd inaile fasen deomgevingsdruk ophet proefstuk constantop300
kPa. Zorg ookvoor eenconstante instroomdruk van275 kPa. Hetverschil tussenomge-
vingsdruk eninstroomdruk van25kPa komt overeen metdebovenbelasting vandeboven-
liggende bodemlaag. Deuitstroomdruk bedraagtdan272 kPabijeen drukverschil van3kPa
en 265 kPabijeen drukverschil van10kPa.
Tijdens deproefuitvoering kaneen laterale zweloptreden dieeen vergroting vanhetopper-
vlak veroorzaakt. Ditbetekent dathetdoorgestroomde volumeperoppervlak kleinerwordt.
Bij het berekenen vandedoorlatendheid vanhetdesbetreffende proefstukmoethiermee re-
kening worden gehouden. Bepaaldaarom naafloop vandeproef deeventuele lateralezwel.
Meet daarvoor detoename vandemiddellijn vanhetproefstuk opmet eenschuifmaat.
Bereken delaterale zwelals0,7 maal detoename vandemiddellijn vanhetproefstuk gedu-
rende deproef.
Voer demetingen uitbijeen constante temperatuur. Corrigeerdegemeten doorlatendheden
overeenkomstig DIN18130 naardegemiddelde bodemtemperatuur van10°C.
O-ringen
\
membraan uitstroom
(fase 1:272 kPa
fase 2:265 kPa)
omldappen
membraan
instroom
(275 kPa) omgevingsdruk
(300 kPa)
filterpapier
Figuur A2:Schematische weergavevandemonsteropbouw inde doorlatendheidsopstelling
Uitbouw
Ontmantel deopstelling nahet verwijderen vandeaangebrachte drukken.Draineerdeproef-
stukken voorhetuitbouwen eerstgedurende tenminste eenuurom hetaanwezige overtol-
lige water rondom deproefstukken teverwijderen. Verwijderhetmembraan omdeproefstuk-
ken zeer voorzichtig. Deheersende toestanddirectnabeproeven moetzoveel mogelijk in
stand worden gehouden.
Bepaal denatte massa alsmede dedroge massa volgens NEN5934. Bepaal ookdedikte en
middellijn vanhetproefstuk opdrie plaatsen metbehulp vaneen schuifmaat.
Registratie
Geef eenvolledige beschrijving vanhetproefstuk aandehand vantenminste:
? degemeten dikteeneventuele dikteverschillen;
? degemeten middellijn;
? deverdeling vaneventuele kleurstoffen alsdie zijn gebruikt. Noteerhoedekleur-
stoffen opofinhet proefstuk zijntezien. Maak hierbij onderscheid ingekleurde
zones ofstroombanen. Legook vast ofde kleurstoffen doorhetproefstuk zijnge-
migreerd opde plaats vanbijvoorbeeld naden/stiksels;
? denatte endroge massa;
? hetwatergehalte naafloop vandeproef.
13
ProefB:Simultane metingvanwaterdoorlatendheid endeformatie vanporeuze,
deformeerbare materialen
Doel entoepasbaarheid
Doel vandemeting ishet bepalen vandewaterdoorlatendheid vangedeformeerde materialen.
Principe Het principe vandemeting berustophet insluiten vaneen cirkelvormig monstervanhette
testen materiaal tussentweefilters (ziefiguur 81).Deze filters zijnaan een zijde afgesloten
met eenwaterdicht flexibelmembraan datisingeklemd inde behuizing vandemeetcel.
De doorlatendheid wordtgemeten doorwater onder eeninstelbare overdruknaarhetboven-
ste filter teleiden enditwater napassage doorhetproefstuk optevangen inde twee com-
partimenten vanhettweede filter.Deaanvoer naarbeide compartimenten ("buiten"en"bin-
nenring") wordtgescheiden opgevangen.
De filters sluiten methunwaterdicht membraan aanopeen drukcompartiment. Dedruk kan
daarin worden ingesteld. Eencompartiment, aangeduidalshet onderste, bevateenmal, die
de uiteindelijke ruimtelijkevormvandeonderzijde vanhettedeformeren materiaalheeft.De
druk
in
het bovenste compartiment moetonafhankelijk kunnenworden ingesteld vandedruk
in het onderste compartiment.
naar druk unit
-----
instroom
uitstroom
bu
i
te
metbovendruk onderste
compartiment Iter
f
O~10
m
J
14 Figuur
B1:Schematische dwarsdoorsnede vanmeetcel
Toefichting bijfiguur 82:
1 Meetcel(infiguur 81staat gedetailleerde doorsnede).
2 Naaldventiel voorregeling vandeinstroamsnelheid vanhetwater inhet bovenste comparti-
ment tijdens dedeformatie.
3 Mariotte-systeem vaorwatertoevoer naarbovenzijde vanbentanietmat voordedoorlatend-
heidsmeting.
4 Erlenmeyer vooropvang vanwater datinde buitenring wordtopgevangen encontinu wordtge-
wogen.
5 Erlenmeyer vooropvang vanwater datinde binnenring wordtapgevangen encontinu wordt
gewogen.Voor debepaling vandedoorlatendheid wordtdezehoeveelheid gebruikt.
De inhoud vandeerlenmeyer moetgroot genaeg zijnomdehoeveelheid diegedurende een
weekend wordtopgevangen tekunnen bergen(300-500 cm
3).
6 Reduceerventiel, regeltdrukinbovenste reservoirvanwaaruit watervoorhetrealiseren van
deformatie viahet regelventiel (2)naar hetbovenste compartiment wordtgeleid.
De verbinding tussendemeetcel enhet reduceerventiel isflexibel.
9 Niveaureservoir. Hetniveau indit reservoir bevindtzichopcirca 2,5mwaterkolom bovende
onderzijde vanhetproefstuk, waarmeeeengronddruk van25kPa (1,3 mnatte grand) opde
bentonietmat wordtnagebootst.
10 Erlenmeyer vooropvang enmeting ofweging vanwater dattijdens dedeformatie uitde meet-
cel stroomt.
11Kraan.Kraan2en 11 moeten bijhet beproeven vanhetproefstuk alsbovenafdichting altijd
dicht zijn.Viahet regelventiel kunnenookhoge bovenbelastingen wordengesimuleerd. Indat
geval moeten dekranen 11,12en13worden gesloten.
12 Kraan,openalsonderste compartiment vanmeetcel metwater wordtgevuld. Tijdensdever-
zadigingsprocedure iskraan 12gesloten.
13 Kraan.Dezemoet openstaan tijdens dedoorlatendheidsmetingen vanhetongedeformeerde
en gedeformeerde proefstuk.Doormiddel vanhetniveau inreservoir 9wordt eendruk van25
kPa ophet onderste filteruitgeoefend. Tijdensdedeformatie looptwater uithet onderste com-
partiment viakraan 13naar deoverloop inreservoir 9en wordt ditwater opgevangen iner-
lenmeyer 10.Dehoeveelheid uitgestroomd wateriseen maat voordedeformatie vanhet
proefstuk.
250 em
100
em
Figuur B2:
Schematische weergavevandeopstelling tijdensdeformatie
Benodigdheden
Apparatuur:
Materiaal:
Grondstof: Meetcel
(ziefiguur B1),2balansen (meetbereik 3kg, onnauwkeurigheid
ten hoogste 0,1g).
Erlenmeyers, pluggenofdoppen, glasparels 0,8-1,0mmencirca 2mm,
opvangflessen (inhoudcirca3liter), niveauvat metoverloop, scherp
mes, hollepijp(middellijn 8mm), hamer.
Ontlucht engedemineraliseerd ofgedestilleerd water,vrijvan zwevende
bestanddelen.
Voorbereiding
Voordat metdewerkzaamheden wordtbegonnen moetenaileverbindingen enkranen worden
afgesloten metdoppen ofpluggen omvervuiling vandeaansluitingen tevoorkomen.
Opbouw onderste drukcompartiment
Breng devormmal losaan inhet onderste drukcompartiment, metdaaronder eenopvulstuk
met eendikte vancirca 3mm. Daaronder moeteenplaat zijnaangebracht metdaarin kruis-
lings gefreesde drainagegootjes.
Zet hetonderste drukcompartiment waterpas.Voegdaarna viadekraan onderin hetcom-
partiment langzaamontluchtengedemineraliseerd watertoeom luchtinsluiting tevoorko-
men.
Voeg zolang water toedathetgehele compartiment isgevuld enhet wateroppervlak een
bolle meniscus heeft.Brengvervolgens dering met hetonderste membraan aan.Belast het
membraan hierbijinhet midden meteenlicht gewicht. Hetmidden vanhetmembraan zal
daardoor alseerste hetwateroppervlak rakenzodatergeen luchtonder hetmembraan wordt
opgesloten. Tijdenshetplaatsen vandering met hetmembraan zalhet overtollige waterover
de rand wegvloeien. Draaitenslotte demoeren stevigopdebouten.
15
16 De
opbouw vanhetonderste drukcompartiment isinprincipe eenmalig. Deopbouw moetal-
leen opnieuw plaatsvinden alserlucht inhet drukcompartiment isgekomen ofals het vul-
stu ker uit moet.
Opbouw onderste filter
Het onderste filtermoet verdeeld zijnineen rand meteenbreedte vanongeveer 17mm en
een middenvlak meteenmiddellijn vanongeveer 360mm. Breng tussen dezetwee delen
een ongeveer 2mm dikke rubber randaan.
Het onderste filtermoet bestaan uitglasparels meteenkorrelgrootte van0,8tot1,0 mm.
Breng deglasparels aantotongeveer 1mm onder derand omhetproefstuk zoruimte tege-
yen voor hetzwellen.
Maak zakjes vanfilterdoek metdaarin glasparels vanongeveer 2mm. Breng dezefilterzak-
jes aan terplaatse vandeaan- enafvoerbuisjes. Hiermeewordtvoorkomen datdeglaspa-
rels deleidingen ofkranen verstoppen.
Het rubber membraan waarophetonderfilter moetworden opgebouwd iszeer flexibel. Bijon-
zorgvuldig vullenmetdeglasparels zaldeonderzijde vanhetfilter nietvlak worden. Dooreen
plaatvormig hulpstuk,waarinineen vierkantsverband pennenvan14mm zijnaangebracht,
kan hetmembraan gelijkmatigwordenvoorbelast. Deglasparels wordenviaopeningen in
deze plaat regelmatig verdeeldophet membraan aangebracht.
Aanbrengen proefstuk
In het testapparaat wordthetproefstuk uitde bentonietmat naarbeneden ineen malge-
perst. Devervormingsrichting inde meetcel isomgekeerd aandevervormingsrichting inde
praktijk. Legdaarom hetproefstuk uiteen bentonietmat metaanbeide zijden eengeotextiel,
met deonderzijde naarboven inhet testapparaat.
De doorstromingsrichting vandeproefstukken inhet testapparaat isvan boven naarbene-
den. Omervoor tezorgen datbijde proefstukken afkomstiguiteen bentonietmat bestaande
uit folie metdaarop bentoniet, netalsinde praktijk, hetwater eerstinde bentoniet infiltreert
moet hetproefstuk metdebentonietzijde naarboven inhet testapparaat wordengeplaatst.
Houd bijhet uitsnijden vandeproefstukken uitde aangeleverde matteneenafstand aanvan
ten minste 100mmtotderand. Voorkom duidelijke vouweninde aangeleverde monstersen
neem eventuele vouwennietopinhet proefstuk.
Gebruik bijeen bentonietmat metaantwee zijden geotextiel deeerste enlaatste 500mm
van een aangeleverde monsternietalsdeze stukken bedoeldzijnvoor deoverlap endaarom
anders vansamenstelling kunnenzijn.
Neem bijhet uitsnijden vandeproefstukken dedeksel vanhetbeproevingsapparaat alsmal.
Maak, nadatdedeksel ophet monster isgeplaatst, derand ende acht boutgaten enigszins
vochtig, bijvoorbeeld metbehulp vaneen grote injectiespuit. Daarmeewordtvoorkomen dat
de bentoniet nahet uitsnijden uithet proefstuk kanlopen. Snijvervolgens meteenscalpel
het proefstuk uitlangs dedekselrand. Daarbijmoeten detextielvezels goedworden doorge-
sneden, zodatzijniet buiten hetproefstuk uitsteken. Markeervervolgens depunten waarin
het proefstuk gatenmoeten komenvoordebouten. Steekdaarvoor eenbuisje meteen mid-
dellijn vancirca 8mm inde acht bevochtigde gatenensla met eenhamer ophet uiteinde van
het buisje.
Verwijder dedeksel enpons meteenholle pijp(middellijn circa10mm) eneen zware hamer
gaten terplaatse vandeacht gemarkeerde punten.Leghetproefstuk daarnaoverdebouten
op het onderste glasparelfilter.
Opbouw bovenfilter
Plaats ophet proefstuk enover deacht bouten deroestvrij stalenringmet eeninwendige
middellijn vancirca 400mmeneen hoogte vancirca 15mm. Zorg ervoor dathetbuisje voor
de watertoevoer naarhetbovenfilter nabijdebuisjes voordewaterafvoer uithet onderfilter
terecht komt.Klemhetproefstuk tijdelijkvastdoor dering met behulp vanvleugelmoeren op
de acht bouten aandeonderflens tekoppelen.
Bouw ophet proefstuk hetbovenste filterop,bestaande uitglasparels meteen korrelgrootte
van 1,0tot1,2 mm. Doedit,netalsbijhet onderste filterzeervoorzichtig omdathetfilter on-
danks hetstuggere proefstuk, flexibelis.
Schermwederom eerstdeaan- enafvoerbuisje afmet eenfilterdoekzakje metglasparels
(korrelgrootte 2mm). Vuldering met glasparels totcirca 5mm onder derand. De5mm
ruimte bovenhetbovenfilter isnoodzakelijk alsruimte voorhetproefstuk omtezwellen zon-
der klem tekomen zitten.
Maak detijdelijke inklemming vanhetproefstuk losdoor devleugelmoeren endebijbeho-
rende onderlegringen lostedraaien enteverwijderen.
Plaatsen deksel
Controleer v66rhetplaatsen vandedeksel ofaile glaspareltjes vandestalen ringzijnver-
wijderd enofhet membraan ophet deksel schoon enonbeschadigd is.Plaats daarna dedek-
sel, waarbij hetbuisje inde stalen ringvoor dewatertoevoer dooreenspeciaal gatinde dek-
sel valt. Door dedeksel steken nu16 bouten, waarvan er8eindigen inde stalen ringopde
bentonietmat. Draai devleugelmoeren lichthandvast aan.Deresterende 8bouten stekendoordebento-
nietmat enverbinden dedeksel methetonderste deelvanhetapparaat.
Via hettextiel vandebentonietmat kanerwater lekken langsdeboutgaten enlangs de
schroefdraad. Plaats,omdeze lekkage tevoorkomen onderdestalen oplegringen, rubber
ringen enomhul debouten metteflontape. Draaidemoeren daarnaeerstlichtaan. Draai
daarna demoeren stevigvastdoor deze omdebeurt enkruislings, telkenseenkwart slag
te draaien. Draaitenslotte devleugelmoeren stevigvast.
Afdichting metopsluitband
In dit stadium isde rand vanhetproefstuk nogzichtbaar. Dichtdezerandafom tevoorko-
men datwater kangaan lekken eneventueel zelfszijnweg vindt omhetproefstuk heen.Snij
hiervoor eerstaileuitstekende textielvezels af.Smeer vervolgens derubber O-ringen inde
boven- enonderrand bijde inklemming inmet siliconenvet. Dichtderuimte tussen deO-rin-
gen meteenstevige, half-plastische bentonietklei.Brengdeopsluitband omhetapparaat
aan over deO-ringen. Tikdeband hierbij gelijkmatig meteenhamer naarbeneden totdeband
aansluit opten minste drieaanslagen.
Verzadiging
Breng omhetproefstuk teverzadigen eendruk aanvan 25kPa inhet bovencompartiment
door middel vaneen waterkolom van2,5rnboven hethart vanhetproefstuk. Houddekraan
naar hetondercompartiment gesloten.Meetdehoeveelheid waterdieinhet bovencompar-
timent stroomt.
Start nahet aanbrengen vandebovendruk methetverzadigen vanhetproefstuk. Verzadig
het proefstuk vanonder uitmet ontlucht, gedemineraliseerd watermeteenoverdruk, geme-
ten aan deonderzijde vanhetproefstuk, van0,3kPa (30mm waterkolom). Voorkomtijdens
het verzadigingsproces daterlucht onder ofinhet proefstuk opgesloten raakt.Pasdaarom
de volgende procedure toe.
Vul detwee flessen dieviaeen (dicht) kraantje zijnaangesloten opde rand (flesR)en het
middenvlak (flesM)met water tot30mm boven deonderzijde vanhetproefstuk. Meetde
hoeveelheid waterdievoor hetvullen nodigis.Geef hetwaterpeil metplakband opdefles
aan. Voeg daarna aanflesMongeveer 630cm
3
water toe.Ditisde geschatte hoeveelheid
water omdeporien inhet onderfilter inhet middenvlak tevullen. Voeginfles Rongeveer 105
cm
3
water toe.
Start deverzadigingsprocedure dooralleen hetkraantje vanfles Mte openen. Openhet
kraantje vanfles Rpas alshet peil infles Mop hetzelfde ofiets onder hetpeil infles Rstaat.
Ais het peil infles Rhet
"30
mm peil" eerder dreigttebereiken daninfles M,draai danon-
middellijk dekraan vanfles Rdicht. Nahet bereiken vanhet
"30
mm peil" worden deflessen
regelmatig metbekende hoeveelheden waterbijgevuld omhetpeil opten minste 30mm en
ten hoogste 40mm boven deonderkant vanhetproefstuk tehouden. Zorgervoor dathet
peil infles Maltijd ietshoger staatdaninfles R.
Zet fles Mop een verhoging zodathetpeil ongeveer 300mmboven deonderkant nadatten
minste ongeveer 630cm
3
water inhet onderfilter enhet proefstuk isgestroomd ennadat het
proefstuk tenminste 24uur heeft kunnen zwellen. Sluitdekraan vanfles R.Verhoog na24
uur hetpeil infles Mtot ongeveer 1m boven deonderzijde vanhetproefstuk.
Gedurende hetverzadigingsproces gaatdebentoniet zwellen.Daardoor wordthetbovenfilter
17
18 omhoog
geduwdenwordt water uithet bovencompartiment geperst.Ditwater stroomt op2,5
m boven hetproefstuk overeenoverstort enwordt opgevangen ineen maatbeker dieopeen
balans staat.Meetelkuur debalans aftot op0,1 gram nauwkeurig enregistreer dezege-
gevens. Hetvolume aanuitgeperst enovergestort waterkomtovereen methetvolume aan
zwel vanhetproefstuk.
Door ditvolume aanzwel tedelen doorhetoppervlakte vanhetproefstuk kandezwel in
lengte-eenheden wordenuitgedrukt. Opdeze wijze kanhetzwelproces wordengevolgd enhet
praktisch eindedaarvan wordenvastgesteld. Inhet algemeen zal5dagen nade start vande
verzadigingsprocedure hetzwelproces zijnvoltooid.
Het duurt langomhetbovenfilter vanonder afvia het onderfilter enhet proefstuk tevullen.
Daarom maghetbovenfilter vanboven afworden gevuldmetontlucht, gedemineraliseerd wa-
ter. Ditmag echter pasnadat metzekerheid isvastgesteld datergeen luchtinhet proefstuk
kan worden opgesloten. Deeerste millimeters verzadiging vanhetbovenfilter moetdaarom
van onder afplaatsvinden.
Bij het vullen vanhetbovenfilter maghetpeil van devulfles niethoger zijndan ongeveer 1,0
m boven deonderkant vanhetproefstuk.
am zoveel mogelijk luchtuithet bovenfilter tekrijgen kanhetapparaat enigszins scheefwor-
den gezet enkan hetbovenfilter viaeen dunslangetje inhet toevoerpijpje wordengevuld.
Daarbij kandelucht langs hetslangetje viahet buisje ontsnappen. Heelvoorzichtig kunnen
kleine hoeveelheden luchtmetbehulp vaneen injectiespuit uithet bovenfilter wordenge-
trokken, waarbijeenzelfde hoeveelheid waterinhet bovenfilter wordtgeperst.
Sluit dekraan naarhetbovencompartiment alsdebentoniet zijnmaximale zwellingheeftbe-
reikt enhet bovenfilter zogoed mogelijk metwater isgevuld. Sluitdirect daarna deslang met
de 2,5 mwaterkolom aanopde kraan naarhetondercompartiment. Ledigdemaatbeker met
het water dattijdens hetzwelproces uithet bovencompartiment isgedrukt enzet debeker
terug opde balans. Zetdebalans op"nul" enopen dekraan naarhetondercompartiment.
Uitvoering
Doorgestroomde hoeveelheiddoordeniet-gedeformeerde bentonietmat
Bepaal dehoeveelheid doorgestroomd waterperoppervlakte- entijdseenheid volgensde
constant-head methodebijeen drukverschil van10kPa (circa 1,0mwaterkolom).
Vang tijdens demeting hetuitstromende wateruitde rand enhet middenvlak gescheiden op
in flessen dieopeen balans staan.Zetdebalansen voordemeting vandedoorlatenheid op
nul enlees vervolgens elkuur debalans aftot op0,1 gram nauwkeurig.
Let vooral oprandlekkages. Dezeuitenzichinzeer grote stromingen (>0,5 mm perdag) en
het mogelijke troebelzijnvan deuitstromende vloeistofdooruitgespoeld bentoniet.Staakde
meting bijgrote randlekkages enbouw eennieuw proefstuk in.
Bepaal gedurende tenminste 48uur elkuur dedoorgestroomde hoeveelheidwaterindat
uur. Stop demeting alseen vandevolgende driesituaties optreedt:
la. Detotale doorgestroomde hoeveelheidiskleiner dan0,15 mmperdag enaile metingen
gedurende delaatste 48uur wijken minder dan25
%
af van hetgemiddelde vandieme-
tingen gedurende 48uur.
lb. Detotale doorgestroomde hoeveelheidisgroter dan0,15 mmperdag enaile metingen
van delaatste 48uur wijken minder dan15
%
af van hetgemiddelde vandiemetingen
gedurende 48uur.
2. Hetverschil inde totale doorgestroomde hoeveelheidgedurendedelaatste 24uur ende
24 uur daaraan voorafgaand bedraagtnietmeer dan1
%.
Doorlatendheid vangedeformeerde bentonietmat
Realiseer dedeformatie van10
%
intwee stappen. Legeerst in5uur een deformatie opvan
5
%
door water inhet bovenste compartiment vandecel tepersen. Legperuurongeveer
1
%
deformatie op.Degemiddelde instroomsnelheid isdaarbij ongeveer 0,115cm
3
perse-
conde. Daarbijstroomt dezelfde hoeveelheid wateruithet onderste compartiment. Vangdeze
hoeveelheid open meet deze, totop0,1 gram nauwkeurig.
Verhoogdeceldruk inhet bovenste compartiment totdebenodigde drukomdegewenste de-
formatie terealiseren. Reguleerdedeformatiesnelheid doordeaanvoer vanwater meteen
naaldventiel inte stellen. Steldedruk enhet naaldventiel zodanigin,dat steeds devereiste
uitstroomhoeveelheid wordtgerealiseerd.
De maximaal inte stellen celdruk isde som vandebenodigde drukomde(slappe) mem-
branen tedeformeren plusdebenodigde drukomdedeformatie terealiseren. Leesdeze
druk afuit de (dimensieloze) ijkgrafiekenvermenigvuldig degevonden waardemetdeelasti-
citeitsmodulus vandebentonietmat, zoalsdezedoordeleverancier isopgegeven.
Stop hetdeformatieproces nahet bereiken vaneen deformatie van5
%
door hetnaaldven-
tiel dicht tedraaien. Registreer vervolgens, vergelijkbaar metdedoorlatendheidsmeting in
onvervormde toestand,gedurende tenminste 48uur elkuur deindat uuruitgestroomde
hoeveelheid water.Stopalswordt voldaan aandeeerder gegeven criteriala,lben2.
Vergroot hiernadedeforrnatie in5uur tot10
%.
De gemiddelde instroornsnelheid isdaarbij
ongeveer 0,032cm
3
perseconde. Voernahet bereiken vandeze vervorming dezelfdepro-
cedure uitals voor hetvervormen tot5
% .
Einde meting
Open demeetcel alsdemeting isbeeindigd. Beoordeelhetproefstuk visueelopeventuele
afwijkingen. Controleerdefilters boven enonder hetproefstuk opeventuele uitspoeling van
bentoniet. Meetdedikte vanhetproefstuk opdrie plaatsen inhet midden enlangs derand.
Voer dernetingen uitbijeen constante temperatuur. Corrigeerdegemeten doorlatendheden
conform DIN18130 naardegemiddelde bodemtemperatuur van10DC. Presenteer dere-
sultaten inde vorm vaneen grafiek, waarinhetverloop vandedoorgestroomde hoeveelheid
water perjaar (gelijk aan200 dagen) inmmjjaar wordtuitgezet tegendetijd. Geef indeze
grafiek aanwanneer derek van 5en 10
%
isgerealiseerd.
10
~
-'"
~
Q)
~ 5
ell
ii5
A
o
o
500 1000 15002000 2500 3000
~ Doorgestroomde hoeveelheid(cm
3)
Figuur
83:Samenhang afzijdigerekenuitgestroornde hoeveelheidvloeistof
19
ProofC:bepaling effectiviteit vandeoverlap
Doel entoepasbaarheid
Dit voorschrift geefteenwerkwijze voorhetbepalen vandedoorlatendheid vanbentoniet-
matten terplaatse vandeoverlap.
Principe
Een schematische voorstellingvandemeetopstelling isweergegeven infiguur
Cl.
In een tank meteendiameter vancirca 0,6meter zijntwee verticale strippenaangebracht op
de bodem, waardoor eengoot ontstaat. Destrippen zijnexcentrisch aangebracht zodatdeei-
genlijke overlapinhet midden vanhetvatkomt teliggen. Deoverlap vanhetteonderzoeken
proefstuk wordtprecies terplaatse vandeze strippen gelegd,zodanig datdeeventuele lek-
kage langs deoverlap tussenbeidestrippen wordtopgevangen. Deoverlap moettenminste
de door deleverancier voorgeschreven waardebedragen.
Op het proefstuk wordteenbovenbelasting vandrainagezand aangebracht.Doormiddel van
de vijzel kunnen (nog)hogere bovenbelastingen wordenaangebracht.
De tank wordt gevuld metwater toteen hoogte vancirca 0,3meter boven hetproefstuk. Na
hydratatie wordthetgewenste drukverschil ingesteld,waarnadeeigenlijke metingstart.Door
middel vaneen overloopsysteem wordtervoor gezorgd dathetwaterniveau constantblijft.
Aan deonderzijde vandetank, waardeaftapkranen zijnaangebracht, wordthetpercolaat dat
door deoverlap endoor hetproefstuk stroorntseparaat ineen afgesloten systeernopge-
vangen ornverdarnping tegentegaan. Dedoorgestroomde hoeveelheidwateriseen rnaat
voor dedichtheid vandeoverlap.
Benodigdheden
Apparatuur: Materiaal:
Grondstof: Meetopstelling
(doorlatendheidscel) volgensfiguur
Cl.
Scherpe schaar,spuitfles, snijmal,drainagezand.
Ontlucht engedemineraliseerd ofgedestilleerd water,vrijvan zwevende
bestanddelen.
20
Voorbereiding
Leg bijaankomst ophet laboratorium tenminste devolgende gegevens vast:
a. gegevens opdrachtgever:
? het opdrachtnummer eneen projectomschrijving;
? de opdrachtgever metcontactpersoon entelefoonnummer.
b. gegevens monster:
? het type bentonietmat;
? de herkomst;
? het aantal monsters;
? de datum vanontvangst doorhetlaboratorium;
? de wijze vanverpakking(en);
? de hoeveelheid (geschattemonstergrootte inm
2);
? eventuele opmerkingen, inclusiefeeneerste beoordeling vandestaat vanhet(de)
monster(s).
Verdeel elkmonster indeelmonsters, dierepresentatief moetenzijnvoor hetteonderzoeken
materiaal. Gebruikhierbijbijvoorkeur eenschaar. Hetgebruik vanmessen wordtafgeraden
omdat desnijranden teveel rafelen. Ditvergroot dekans oprandlekkage.
Uitvoering
Prepareren proefstukken eninbouwen
Snij ofstans deproefstukken vanvoldoende afmetinguitde deelmonsters. Houdrekening
met deafmeting vande(door defabrikant) voorgeschreven breedtevandeoverlap ende af-
meting vandesnijmal. Bevochtig desnijranden omverlies vanbentonietpoeder uithet mon-
ster tevoorkomen.
Breng drainagezand aantotaan debovenzijde vandeingelaste strippenenverzadig hetzand
met water.
k=
Breng
vervolgens eenhoeveelheid bentonietpoeder aantegen dezijkant vanhetmeetvat en
op de rand vandeingelaste strippen.Legdeop maat gemaakte proefstukken vandebento-
nietmat inhet meetvat opdeonderlaag vandrainagezand, zodanigdateen eventuele lekkage
door deoverlap inde goot loopt.
Breng opnieuw eenhoeveelheid bentonietpoeder aanterplaatse vandemat endezijkant
van hetvat, zodat randlekkage wordtvoorkomen. Brengvervolgens eenlaag drainagezand
aan alsbovenbelasting.
Vul hetvattotcirca 0,3mvanaf deonderzijde metwater enbreng, indiennoodzakelijk, met
de vijzel degewenste bovenbelasting aan.Aisgevolg vanzetting vanhetdrainagezand zalde
druk inde vijzel kunnen teruglopen. Indat geval moetdedruk worden gecorrigeerd.
Laat hetmonster gedurende tenminste 7dagen verzadigen.
Meten vandedoorlatendheid
Vul nadeverzadigingsperiode hetvattothet gewenste niveaumetwater.
Noteer onmiddellijk debegintijd
(to)
ofschakel destopwatch in.Leg ook detemperatuur van
het water vast.
Bepaal tenminste eenmaal perdag ofzo vaak alsditwenselijk is,het volume vanhetlek-
water totop1ml nauwkeurig ennoteer detijd van dewaarneming
(t
n)oflees destopwatch
af. Indien binnen eenperiode vanvijfdagen delaatst driegemeten waarneming vanelkproef-
stuk afzonderlijk tenhoogste 25
%
afwijken vandegemiddelde waardevandedoorlatendheid
van deze driewaarnemingen, wordtdedoorlatendheid alsconstant beschouwd enkan de
meting worden gestaakt.
Voer demetingen uitbijeen constante temperatuur. Corrigeerdegemeten doorlatendheden
overeenkomstig DIN18130 naardegemiddelde bodemtemperatuur van10
ac.
Berekening Bereken dewaterdoorlatendheid doorhettotale proefstuk zoalsomschreven inproef Gvan
CURjPBV-Aanbeveling 33.Deze doorlatendheid wordtbeschouwd alsdedoorlatendheid van
de overlap.
Bereken eveneens deopgetreden lekkageinde buitenste compartimenten overeenkomstig
proef Gvan CURjPBV-Aanbeveling 33.
Bereken dedoorlatendheid terplaatse vanhetmiddelste compartiment uit:
~'10-6
L· i·
t
Waarin: k isde doorlatendheidscoefficient, inmjs;
Q isde hoeveelheid waterdieinhet compartiment isgestroomd, ing;
L
isde lengte vandeoverlap, inm;
is het drukverschil overdeboven- enonderzijde vanhetproefstuk, inm;
is de tijdsduur waarindehoeveelheid water
Q
isopgevangen, insec.
Rapportage
Vermeld inde rapportage vanhetonderzoek tenminste devolgende gegevens:
een beschrijving vanhetmonster, zoalsfabrikant, leveringsdatum, serie-ofpartijnummer;
de toegepaste bovenbelasting(en) endrukverschillen;
? deverwijzing naarditvoorschrift;
? dedatum vanhetonderzoek;
? delekkage doordeafzonderlijke compartimenten;
? delekkage doordeoverlap (totaleproefstuk).
21
'I'
u
Figuur C1:Schematische weergavevandemeetopstelling
Proef D:Bepaling transmissiviteit
Doel entoepasbaarheid
Deze proefgeeft eenwerkwijze voorhetbepalen vandetransmissiviteit vangeotextielen en
bentonietmatten, inhet bijzonder onderverschillende normaalspanningen. Doelvandeproef
is het bepalen vanhetvloeistoftransport doorhetgeotextiel evenwijdig aandemat.
Dit voorschrift isafgeleid vanASTM D4716 uit1987 "Standard TestMethod forConstant
Head Hydraulic transmissivity (InPlane Flow)ofGeotextiles andGeotextile Related
Products" .
Principe
De hydraulische transmissiviteit wordtvastgesteld doordehoeveelheid watertemeten die
door eenproefstuk stroomtineen gegeven tijdsinterval bijeen gegeven normaalspanning en
waterdruk. Detegebruiken opstellingisschematisch weergegeven infiguur D1.
Het proefapparaat bestaatuiteen stalen bak,metaanbeide zijden eenreservoir, waarinhet
monster wordtgelegd. Ditmonster wordtaanderanden doormiddel vanbentonietpoeder af-
gedicht zodatergeen water kanstromen viahet contactvlak vanmonster enbak oflangs de
zijkant vanhetmonster. E{mreservoir dientalsaanvoer, hetandere reservoir fungeertalsop-
vang vandedoorgestroomde hoeveelheidwater.Ophet monster wordteentweede (bin-
nen)bak geplaatst waaropeenbovenbelasting wordtaangebracht doormiddel vangewichten.
De tank wordt gevuld metwater totaan deoverloop. Nahydratatie wordtdeburet geplaatst
en wordt, gedurende 24uur, een drukverschil van0,3mwaterkolom ingesteldomeventueel
ingesloten luchtuithet monster teverdrijven. Na24 uur wordt deburet gevuld tothet ge-
wenste drukverschil van1,0mwaterkolom, waarnadeeigenlijke metingstart.
Door hetaflezen vandeburet opgezette tijdenendoor hetopvangen vanhetdoorge-
stroomde waterineen afgesloten systeern(omverdamping tegentegaan), kanhetvolume
worden bepaald datpertijdseenheid doorhetproefstuk stroomt.
22
Benodigdheden
Apparatuur: Materiaal:
Grondstof: Meetopstelling
(transmissiviteitscel) volgensfiguurD1.
Scherpe schaar,spuitfles, snijmal,buretmetrubber stop,rubber afdich-
tingsprofielen, bentonietpoeder, schroevendraaier enschroeven, gewichten.
Ontlucht engedemineraliseerd ofgedestilleerd water,vrijvan zwevende
bestanddelen.
VoorbereidingLeg bijaankomst ophet laboratorium tenminste devolgende gegevens vast:
a. gegevens opdrachtgever:
? het opdrachtnummer eneen projectomschrijving;
? de opdrachtgever metcontactpersoon entelefoonnummer.
b. gegevens monster:
? het type bentonietmat;
? de herkomst;
? het aantal monsters;
? de datum vanontvangst doorhetlaboratorium;
? de wijze vanverpakking(en);
? de hoeveelheid (geschattemonstergrootte inm
2);
? eventuele opmerkingen, inclusiefeeneerste beoordeling vandestaat vanhet(de)
monster(s).
Verdeel elkmonster indeelmonsters, dierepresentatief moetenzijnvoor hetteonderzoeken
materiaal. Gebruikhierbijbijvoorkeur eenschaar. Hetgebruik vanmessen wordtafgeraden
omdat desnijranden teveel rafelen. Ditvergroot dekans oprandlekkage.
Uitvoering Prepareren proefstukken eninbouwen
Snij ofstans proefstukken vanvoldoende afmetingen uitdedeelmonsters. Bevochtigdesnij-
randen omverlies vanbentonietpoeder uithet monster tevoorkomen.Breng eenhoeveelheid
bentonietpoeder aantegen dezijkant enopde bodem vandeonderbak. Brenghetproefstuk
aan inde onderbak. Brengopnieuw eenhoeveelheid bentonietpoeder aanterplaatse vanhet
proefstuk endezijkant vandeonderbak, zodanigdatrandlekkage wordtvoorkomen.
Plaats debinnenbak ophet proefstuk endicht deranden afmet bentonietpoeder enderub-
ber profielen. Vulhet apparaat metenkele centimeters water,zodatdebentoniet inhet
proefstuk enhet bentonietpoeder kanhydrateren.
Breng deeerste trapvandebovenbelasting aanenvul het apparaat toteen drukverschil over
het proefstuk van0,3maanwezig is.Laat hetgeheel tenminste 24uur staan, zodatinge-
sloten luchtkanontsnappen.
De aan tebrengen bovenbelasting enhet aantal stappen isvrij waarbij devoorkeur wordtge
geven aandrie stappen meteenbovenbelasting van15,25en40 kPa.
Meten vandetransmissiviteit
Vul deburet tothet gewenste drukverschil van1,0mwaterkolom. Noteerdestarttijd vande
meting ofschakel destopwatch in.Noteer detemperatuur vanhetwater. Lees,afhankelijk
van dedoorstroomsnelheid, eenmaal perdag hetdrukverschil afen noteer hettijdstip van
aflezing, oflees detijd afbij het passeren vaneen vastgesteld drukverschil (bijvoorbeeld
1000 mmwaterkolom, 900mm, 800mm, enzovoorts). Herhaaldezestappen tothet druk-
verschil beneden de100 mmwaterkolom isgedaald.
Breng devolgende belastingstrap aanenlaat deze tenminste 24uur consolideren.
Herhaal debovenstaande procedurezovaak alserbelastingstrappen zijn.
Berekening Bereken detransmissiviteit uit:
f·
L [H ]
8=-
·23·log~'V
M·
W'
H
C
waarin:
8
isde transmissiviteit, inm2/s;
f
ishet inwendig oppervlak vandeburet, inm
2;
L
isde lengte vanhetmonster waarover detransmissiviteit wordtgemeten,
in m
(0,3);
M
isde tijd, insec;
W isde breedte vanhetmonster, inm;
Ho
isde beginaflezing vandeburet, inm;
H
isde eindaflezing vandeburet, inm;
V
c
isde correctiefactor voordeviscositeit vanwater bijde beproevingstemperatuur.
23
24
Rapportage
Vermeld inde rapportage vanhetonderzoek tenminste devolgende gegevens:
? een beschrijving vandeaangeleverde monsters,lOalsfabrikant, leveringsdatum,
serie- ofpartijnummer;
? deverwijzing naarditvoorschrift;
? dedatum vanhetonderzoek.
.h
JOcm
Figuur 01:Schematische voorstellingproefopstelling
ProefE:Bepaling inwendige schuifsterkte
Doel entoepasbaarheid
Dit werkvoorschrift beschrijftdemethode waarmee deparameters voordeinwendige schuif-
sterkte vandebentonietmat kanworden bepaald.
Principe Het principe vandemeting berustophet meten vandebenodigde krachtomeen monster te
laten schuiven. Doordeze schuifkracht bijverschillende bovenbelastingen temeten kunnen
twee referentiewaarden wordenbepaald: decohesie ende hoek vaninwendige wrijving.
Benodigdheden
Apparatuur:
Materiaal: Afschuifapparaat
volgensprEN00189015 (benodigdeschuifsnelheid
0,25 mmjuur) metinde boven- enonderplaat pennenmeteenlengte
van circa 1mm eneen onderlinge afstandvancirca 20mm, droogstoof
(110
±
5)
DC.
Scherpe schaarofmes, grofwatervast schuurpapier, folie,plantenspuit.
Voorbereiding Knip uithet aangeleverde monsterbentonietmat a-selectdriedeelmonsters vanongeveer
350 bij350 mm. Neem dezedeelmonsters opeen afstand vantenminste 100mmvande
rand vanmat. Bevochtig zonodig hetmonster langsdeknipranden omtevoorkomen dathet
in de mat aanwezige losse,drogebentoniet uithet monster enproefstuk loopt.
Uitvoering Verzadiging
Verzadig dedeelmonsters onderdezelfde bovenbelasting alswaarbij deafschuifproef wordt
uitgevoerd (10,20en30 kPa). Monsters uiteen mat metaantwee zijden eengeotextiel moe-
ten 100
%
worden verzadigd. Proefstukken uiteen mat meteenopbouw bestaande uiteen fo-
lie met daarop eengelijmde bentonietlaag, moetenbijeen verzadigingsgraad van100
%
wor-
den beproefd eneventueel, afhankelijk vanhetontwerp, bijeen verzadigingsgraad van40
%.
Stel dedeelmonsters vooreenvolledige verzadiging gedurendeeenweek blootaaneenover-
maat vanwater onder degekozen bovenbelasting. Nadeze week magworden verondersteld
dat hetproefstuk isverzadigd.
Indien verzadigd moetworden tot40
%,
moet vaneen monster uiteen ander deelvandeaan-
geleverde mathetvochtgehalte wordenbepaald doordroging totconstante massavolgens
NEN 5934. Uitgaande vanditvochtgehalte moeteenhoeveelheid wateraandedeelmon-
sters worden toegevoegd doormiddel vanbeneveling meteenplantenspuit, waarmeeeen
verzadigingsgraad van40
%
wordt bereikt. Geefhetwater nahet voorzichtig toevoegeneerst
de gelegenheid omgeabsorbeerd teworden. Voorkom hierbijverdamping dooreenplastic fo-
lie over hetdeelmonster teleggen. Pakhetmonster hiemavolledig inen consolideer deze
gedurende 7dagen onderdevoorgeschreven belasting.
Proef
Plaats dedeelmonsters naverzadiging inhet schuifapparaat. Plaatshetmonster daarbijtus-
sen twee platen van30bij30 em. Lijm vooraf grofschuurpapier opdeze platen omslip tus-
sen monster enplaten tevoorkomen. Maakdeproefstukken doordemonsters opdejuiste
maat afte snijden doordeuitstekende delenteverwijderen. Sluitdezijkanten vanhetproef-
stuk afdoor middel vaneenfolie omverdamping tevoorkomen zodathetproefstuk hetge-
wenste vochtgehalte behoudt.
Fixeer depositie vandeonderste stalenplaat,terwijl debovenste plaatmeteenconstante
horizontale snelheidwordtverplaatst.
Voorkom bijhet afschuiven datereen tegrote wateroverspanning ontstaatdoordeafschuif-
snelheid tebeperken. Eenwateroverspanning leidttoteen lagere schuifweerstand. Demaxi-
male schuifsnelheid voorbentonietmatten, indiengebaseerd opeen doorlatendheid vanmin-
der dan 1.10
10
mjsbedraagt ongeveer 0,01mmjuur bedragen. Belastenmetdeze snel-
heid betekent datdeproef veeltijdinbeslag neemt. Daarom iseen hogere snelheid vanten
hoogste 0,25mmjuur toegestaan.
25
Bijeen matwaarbij debeide geotextielen aanelkaar zijnbevestigd metbehulp vaneen line-
air stikselpatroon moetdeafschuifrichting parallelaandestikselrichting wordengekozen.
Voor andere typenbentonietmat maaktderichting nietuit.
Stop deproef indien naeen geconstateerde piekinde afschuifkracht eenvlakke "staart"
wordt geconstateerd (ziefiguur El).
16
30kPa
-----
20 kPa
60
50
40
10
kPa
30
----+-
Tijd[uur]
20
10
14
Figuur E1:
Voorbeeld vaneen registratie
Voer deschuifproeven uitindrie trappen. Elketrapbestaat uithet meten vandeschuif-
weerstand alsfunctie vandeverplaatsing bijeen bepaalde normaalspanning. Devolgende
normaalspanningen moetenbijvoorkeur wordenaangehouden: 10,20en30 kPa. Voor elke
bepaling moeteenapart proefstuk wordengebruikt.
Registratie enuitwerking
Bepaal demassa vanhetproefstuk naverzadigen envoor beproeving totop0,1 gram nauw-
keurig. Bepaal ookdedroge massa vanhetproefstuk volgensNEN5934.
Registreer gedurende elketrapvandeschuifproef tenminste elke5minuten devolgende
gegevens: ? de horizontale verplaatsing;
? de schuifkracht.
Uit elke registratie vandeschuifkracht moetdeschuifspanning wordenberekend volgens:
F
'T
=
5
(t)
Ao-
0,3 .
V·
t
waarin:
7(t)
isde schuifspanning in,kpa;
Fs
isde schuifkracht, inkN;
Ao
ishet beginoppervlak, inm
2
(O,09m
2)
t
isde meettijd, inuren;
v isde afschuifsnelheid, inmmjuur.
Bepaal opbasis vaneen grafische weergave vandeschuifspanning
(7)
als functie vandeho-
rizontale verplaatsing
(x)
de maximale schuifspanning (depiekwaarde,
7m)
ende residuele
schuifspanning (t
r).
Deresiduele schuifspanning isde relatief constante restschuifsterkte
die nade piek wordt bereikt.
Op deze wijze worden perschuifproef driepunten verkregen. Zetvervolgens elkewaarde van
26
demaximale schuifsterkte uittegen debijbehorende normaalspanning
(a).
Bepaal voorelk
van deseries vandrie punten delineaire regressielijn metbehulp vandekleinste kwadraten
methode. Dehoek vandeze lijnmet denormaalspanningsas levertdewaarde vandehoek
van schuifspanning (¢).Hetsnijpunt vandeze lijnmet deschuifspanningsas levertde
waarde vandecohesie
(c),
ziefiguur E2.
De schuifspanning voigtuit:
T =tan(¢)' (Tn+C
waarin:
T
isde schuifspanning, inkPa;
¢ isde hoek vanschuifweerstand, ingraden;
(Tn isde normaalspanning, inkPa;
c isde cohesie, inkPa.
18
Reacties