Aanbeveling50
BENTONIETMATTEN INBODEMBESCHERMENDE
VOORZIENINGEN
PRODUCTIE ENVERWERKING
I
n CURjPBV-Aanbeveling 49zijn eisen opgenomen waaraanbentonietmatten moetenvoldoen
om temogen worden toegepast alsbovenafdichting vanafval- enreststofbergingen.
Uitgangspunt bijdeze beoordeling isdat debentonietmatten tenminste eengelijkwaardige be-
scherming moetenbiedenalsbeoogd inde Richtlijn dichteeindafwerking behorendebijhet
Stortbesluit. Behalvedezebeoordeling vandegeschiktheid, speeltookdeconstantheid van
productie endezorgvuldigheid vanuitvoering vaneen bovenafdichting eenrolbijhet uiteinde-
lijk verkregen resultaat.
In deze CURjPBV-Aanbeveling zijndaarom eisenopgenomen voordeproductie endeverwer-
king vanbentonietmatten dieworden toegepast alsbovenafdichting vanafval- enreststofber-
gingen. Indiendeproductie enverwerking vandebentonietmatten wordtgecontroleerd opba-
sis van deze Aanbeveling ende potentiele geschiktheid vandemat vooraf isaangetoond aan
de hand vanCURjPBV-Aanbeveling 49,mag worden aangenomen datdebovenafdichting vol-
doet aanbeoogde bescherming alsbedoeld inRichtlijn dichteeindafwerking. Ditmag ookwor-
den aangenomen indienvooreenbentonietmat eenproductcertificaat isafgegeven dooreen
instelling dieiserkend doordeRaad voorAccreditatie enopdit certificaat nadrukkelijk staat
aangegeven datdebentonietmat voldoetaandeeisen diezijn vastgelegd inCURjPBV-
Aanbeveling 49ende productie enverwerking ervanvoldoen aandeze CURjPBV-Aanbeveling.
De Aanbeveling gaatnietinop het ontwerp vanbovenafdichting. Uitgangspuntisgeweest dat
de bovenafdichting vandeafval- ofreststofberging dooreendeskundige opditterrein isont-
worpen. Deze CURjPBV-Aanbeveling isopgesteld doorCUR-onderzoekcommissie C93 'Toepassing
bentonietmatten voormilieubeschermende constructies'.Ophet moment vanpubliceren van
deze Aanbeveling wasdesamenstelling vandecommissie alsvoigt: H.F.M. Haukes (voorzit-
ter), ing.J.GW.M. Schoemaker (secretaris),ir.D. Boels, drs.B.Kok, dr.ir.G.E.Kamerling, ing.
P.A. Ruardi, ing.A.Steerenberg, ir.M. Geense (coordinator) enprof.dr.ir. E.W.Bijker (mentor).
Rapporteur vandeze Aanbeveling wasing.K.van derWal. Ir.C.A. vanderSteen verzorgde de
eindredactie. Deze Aanbeveling isgoedgekeurd doordeAigemene Voorschriften Commissie'Bodemenmi-
lieu'.
1
INHOUD
1
Onderwerp
4
2
Toepassingsgebied
4
3
Termen
endefinities
4
4
Geschiktheid,
productieeneigenschappen
5
4.1
Geschiktheid
5
4.2
Productiecontrole
5
4.3
Controle
voorverwerking
5
4.3.1
Uiterlijk
5
4.3.2
Afmeting
5
4.3.3
Vochtgehalte
5
4.3.4
Massaf
5
4.3.5
Waterabsorbtievermogen
5
4.3.6
Methyleenblauwwaarde
5
4.3.7
Vrije
zwelling (freeswell)
5
4.3.8
Vloeistofverlies (fluidloss)
5
4.4
Waterdoorlatendheid
vandebentonietmat
5
5
Verpakking
6
6
Ontwerp
enplanning
6
6.1
Aigemeen
6
6.2
Legplan
6
6.3
Uitvoeringsplan
6
6.4
Keuringsplan
6
7
Levering,
lossenentijdelijke opslag
6
7.1
Levering
6
7.2
Lossen
7
7.3
Tijdelijke
opslag
7
8
Uitvoering
7
8.1
Ondergrond
7
8.2
Transport
ophet werk
7
8.3
Uitrollen
7
8.4
Verwerken
7
8.5
Vlakheid
7
8.6
Overlap
7
8.7
Doorvoeri
ngen
8
8.8
Reparaties
8
8.9
Bovenbelasting
9
8.10
Ongunstige
weersomstandigheden
9
8.10.1
Windsnelheid
9
8.10.2
Regen
9
8.10.3
Temperatuur
9
9
Keuring
encontrole
9
9.1
Geschiktheid
9
9.2
Productiecontrole
9
9.3
Controle
verwerking
9
9.3.1
Uiterlijk
9
9.3.2
Afmeting
10
9.3.3
Vochtgehalte
10
9.3.4
Massa
10
9.3.5
Waterabsorbtievermogen
(methodeASTM)
10
9.3.6
Waterabsorbtievermogen
(methodeDIN)
10
9.3.7
Methyleenblauwwaarde
11
9.3.8
Vrije
zwelling (freeswell)
11
9.3.9
Vloeistofverlies
(fluidloss)
11
2
9.4
9.5
9.5.1
9.5.2
9.5.3
Waterdoorlatendheid
vandebentonietmat
Uitvoering
Uiterlijk
Vlakheid Overlap
11
11
11
12
12
litels vanvermelde normen,Aanbevelingen enrichtlijnen
Bijlage Controleproductie 12
13
3
4
1
Onderwerp
Deze CURjPBV-Aanbeveling geeftdefinities, eisen,bepalingsmethoden enkeuringscriteria
voor deproductie enverwerking vanbentonietmatten incombinatie metgeomembranen als
milieubeschermende constructieinbovenafdichtingen vanafval- enreststofbergingen.
2 Toepassingsgebied
Deze CURjPBV-Aanbeveling isvan toepassing opde productie enverwerking vanbentoniet-
matten alsbovenafdichting vanafval- enreststofbergingen.
Deze Aanbeveling isverder alleenvantoepassing opbentonietmatten waarvandegeschikt-
heid isaangetoond opbasis vanCUR-Aanbeveling 49.
Toelichting
Gezien desamenstelling vanbentonietmatten istoepassing ervanookdenkbaar in:onderaf-
dichtingen vanafval- enreststofbergingen, industrieletoepassing, baggerspeciedepots, af-
scherming vancategorie 2bouwstoffen enbijzondere bouwstoffen, alsmedeconstructies die
voldoen aandeIBC-criteria bijsaneringslocaties.
Voor deze toepassingen isCUR-onderzoekcommissie C93 evenwel nietnagegaan welkeeisen
aan debentonietmat, deproductie ofverwerking moetenwordengesteld. Voordeze toepassin-
gen kunnen danookandere eisengelden.
3
Termenendefinities
3.1 Afdichtings/aag:
eenvoor vloeistoffen nagenoegondoorlatend onderdeelvaneen construc-
tie met alsdoel hetbinnendringen danweluittreden vanvloeistoffen ofhet uittreden van
stortgassen teverhinderen omzode verspreiding vanaanwezige verontreinigingen tevoor-
komen.
3.2 Bentoniet:
eennatuurlijke kleidievoor eenbelangrijk deerbestaat uithet kleimineraal mont-
morilloniet endie nabevochtiging sterkzwellende eigenschappen heeft.
3.3 Bentonietmat:
eenfabrieksmatig geproduceerde afdichtingslaag, bestaandeuitbentoniet en
een ofmeer geotextielen ofeen geomembraan, dieaan elkaar zijnverbonden doorbijvoor-
beeld naaldprikken, vernaaiingofverlijming.
3.4 Doorlatendheid(s-coefficient)jpermeabiliteitscoefficient:
eenmateriaalconstante diede
doorlatendheid vaneen materiaal karakteriseert bijverzadiging enper eenheid vangradient,
gemeten loodrecht opde mat, inmjs.
3.5 Vloeistofverlies (fluidloss):
eenmaat voorhetverlies aanvloeistof datonder drukoptreedt
bij een verzadigd bentoniet, inml.
3.6 Vrijezwelling (freeswell):
eenmaat voordezweleigenschappen vanbentoniet, inml.
3.7 Geomembraan:
eenkunststoffolie, veelalvanpolyetheen, datwordt gebruikt alsvloeistof- of
dampjgasbarriere ineen geotechnische constructie.
3.8 Geotextiel:
eenweefsel ofvlies datwordt gebruikt inde grond-, weg-enwaterbouw alsfilter,
scheiding, bescherming ofwapening.
3.9 Gradient:
hetverhang ofhet verschil instijghoogte perlengte eenheid inde richting vande
vloeistofstroom.
3.10 Lekkage:
dehoeveelheid percolaatdieper eenheid vanoppervlakte enper eenheid vantijd
door eenmateriaal stroomt,inmmjjaar.
3.11 Percolaat:
dedoor eenconstructie gesijpeldevloeistofmetdaarin opgeloste bestanddelen.
4Geschiktheid, productieeneigenschappen
4.1 Geschiktheid
Door eenonafhankelijk deskundigemoeteenmalig, overeenkomstig 9.1,voor deaanleg wor-
den beoordeeld ofde betreffende bentonietmat geschiktisvoor debeoogde toepassing.
Verder moetperproject worden getoetst ofde specifieke eigenschappen vandebentoniet-
mat voldoen aandeoverige eisendiehieraan bijhet ontwerp zijngesteld.
4.2 Productiecontrole
De eigenschappen vandetijdens deproductie gebruikte materialen endevervaardigde ben-
tonietmat moeten,bepaaldvolgens9.2,voldoen aandeeisen intabel 2van debijlage.
4.3 Controlevoorverwerking
Direct voorafgaande aandeverwerking moetdebentonietmat voldoenaandeeisen in4.3.1
tot enmet 4.3.4 ennaar keuze 4.3.5en4.3.6 of4.3.7 en4.3.8.
Toelichting
Deze keuring vlak
voor
verwerking isbedoeld omerzeker vantezijn datdebentonietmat nabij-
voorbeeld langdurige opslagoftransport nogsteeds degewenste eigenschappen bezit.Dere-
sultaten moeten
voor
deaanleg bekend zijn.
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
4.3.8
4.4
Uiterlijk
De bentonietmat mag,bepaald volgens9.3.1,geendefecten vertonen diedeeigenschap-
pen negatief kunnenbe'invloeden, zoalsblaasjes, porien,scheuren ofkrassen.
Afmeting De afmetingen vaneen droge, ongehydrateerde mat,bepaald volgens9.3.2,mogen nietklei-
ner zijndan dedoor deproducent opgegeven waardevoorderollengte enbreedte.
Vochtgehalte Het vochtgehalte vandebentonietmat, bepaaldvolgens9.3.3,magtenhoogste 20
%
(mlm)
bedragen.
Massa
De massa vandebentonietmat, bepaaldvolgens9.3.4,magtenhoogste 15
%
lager zijndan
de door deproducent opgegeven waarde.
Waterabsorbtievermogen Het waterabsorbtievermogen vandebentoniet na24 uur, bepaald volgens9.3.5,moetten
minste 850
%
(Vim) bedragen of,bepaald volgens9.3.6,tenminste 700
%
(VIm).
Methyleenblauwwaarde
De methyleenblauwwaarde vandebentoniet, bepaaldvolgens9.3.7,moettenminste 250
mg MB (methyleenblauw) pergram bentoniet bedragen.
Vrije zwelling (freeswell)
De vrije zwelling vandebentoniet, bepaaldvolgens9.3.8,moettenminste 25mlbedragen.
Vloeistofverlies (fluidloss)
Het vloeistofverlies vandebentoniet, bepaaldvolgens9.3.9,magtenhoogste 18mlbedra-
gen.
Waterdoorlatendheid vandebentonietmat
De waterdoorlatendheid vandebentonietmat directnahet aanleggen, bepaaldvolgens9.4,
mag bijeen drukverschil van1,0meter waterkolom tenhoogste 20mm per200 dagen be-
dragen.
Toelichting
Het bepalen vandewaterdoorlatendheid neemtenigetijdinbeslag. Daarom iservoor gekozen
de waterdoorlatendheid geenonderdeel telaten uitmaken vandebeoordeling in4.3, waarvan
de resultaten voorafgaand aandeverwerking bekendmoeten zijn.Deresultaten vandewater-
doorlatendheid zullenveelal pasnade aanleg bekend zijn.Dithoudt eenzeker risicoindat de
bentonietmat moetworden afgekeurd nadatdeafdichtingslaag isaangelegd.
5
6
5
Verpakking
De verpakking vandebentonietmat moetwaterdicht zijnende bentonietmat beschermente-
gen UV-straling.
De verpakking moetgedurende tenminste tweemaanden bestandzijntegen UV-straling.
6 Ontwerpenplanning
6.1 Aigemeen
Voordat begonnen magworden metdeaanleg vaneen bovenafdichting moetenbekendzijn:
? het definitief ontwerpvandeafdichtingsconstructie, zoalsvastgelegd ineen bestek of
werkomschrijving mettekeningen;
? de planning vandewerkzaamheden.
Verder moeten zijnvastgelegd entussen partijen zijnovereengekomen:
? het legplan voordebentonietmatten, zie6.2;
? het uitvoeringsplan, zie6.3;
? het keuringsplan, zie6.4;
? het inte zetten materieel;
? de vakbekwaamheid vanhetinte zetten personeel.
6.2 Legplan
Het legplan moettenminste omvatten:
? een tekening metdevolgorde enwijze waarop debentonietmatten wordengelegd, hunaf-
meting, delegvolgorde enhet identificatienummer vandematten;
? de plaats vandoorvoeringen;
? een afstemming metandere activiteiten, zoalsbijvoorbeeld hetlegplan vangeomembra-
nen.
Het legplan moetzodanig zijndat hetaantal overlappen wordtbeperkt.
6.3 Uitvoeringsplan
Het uitvoeringsplan moettenminste omvatten:
? een procedure voorontvangst enopslag vandebentonietmatten;
? een procedure voordeacceptatie vanhetuitgevoerde grondwerken/ofdeafwerking van
de minerale afdichtingslaag;
? de methode vanuitrollen vandebentonietmat;
? de wijze vanvervaardigen vandeoverlappen;
? de tetreffen maatregelen bijongunstige weersomstandigheden;
? de toe tepass enconstructie terplaatse vanbijvoorbeeld doorvoeringen enrandafwerkin-
gen;
? de wijze enmethode vanrepareren vanbeschadigingen;
? de wijze vanballasten;
? voorbeeldformulieren voordeuitvoeringscontrole.
Het uitvoeringsplan moetinovereenstemming zijnen/of worden afgestemd ophet legplan
van debentonietmatten enoverige uittevoeren activiteiten.
6.4 Keuringsplan
In aanvulling ophet gestelde inhoofdstuk 9moet inhet keuringsplan rekeningwordenge-
houden metspecifieke projectomstandigheden en-eisen.
7 Levering,lossenentijdelijke opslag
7.1 Levering
Sij levering vanbentonietmatten ophet werk moet worden gecontroleerd of:
? de leveringsomvang overeenstemtmetdebestelde hoeveelheid;
? de levering vrijisvan schade aanverpakking en/ofgoederen;
? iedere rolvoorzien isvan een identificatielabel;
? iedere partijisvoorzien vaneen document metderesultaten vandeproductiecontrole.
Het identificatielabel moetzijnopgesteld volgensNEN-ISO 10320enmoet tenminste devol-
gende informatie bevatten:
? de naam enhet adres vandeleverancier;
? de naam vanhetproduct;
? de type-aanduiding vanhetproduct;
?het rolnummer;
? de afmetingen vanhetproduct;
? het gewicht vanhetproduct peroppervlakte eenheid.
7.2 Lossen
Het lossen vaneen partij bentonietmatten ophet werk moet zodanig plaatsvinden dater
geen gevaar bestaat voorbeschadiging vandematten.
Toelichting
Aangeraden wordtbijhet lassen tenminste tweehijsbanden ofeen stalen pijptegebruiken.
7.3 Tijdelijkeops/ag
Indien tijdelijke opslagvandebentonietmatten isgewenst, moethetdepot tenminste aan
de volgende eisenvoldoen:
? het terrein magvoor derden niettoegankelijk zijn;
? de bentonietmatten moetenwordenopgeslagen opeen droge envlakke ondergrond;
? de bentonietmatten mogengedurende deopslag nietincontact komenmetwater, bij-
voorbeeld inde vorm vanneerslag ofoptrekkend vocht;
? het stapelen vanmatten moetworden beperkt totten hoogste drierollen.
Bij een langdurige opslag(meerdanzesweken) moeten debentonietmatten overdektwor-
den opgeslagen, beschermdtegendirecte zoninstraling envoorzien vanvoldoende ventila-
tie.
8 Uitvoering
8.1 Ondergrond
Voor deondergrond waaropdebentonietmat wordtgelegd geldt:
? de ondergrond moetdroog envrij zijn van scherpe delenzoalsstenen, takken, boom-
stronken enpaaleinden;
? abrupte hoogteverschillen, bijvoorbeeldtengevolge vansporen, mogennietgroter zijndan
10mm;
? de ondergrond moetgoedbegaanbaar zijnvoor personeel eninte zetten materieel;
? de ondergrond moetgelijkmatig zijnverdicht;
? in de ondergrond mogengeenknikken voorkomen. Overgangen, bijvoorbeeldtusseneen
horizontaal deeleneen talud, moeten eenbuigstraal hebbendiegroter danofgelijk isaan
1,Om.
8.2 Transportophet werk
Transport vandebentonietmat ophet werk moet zoveel mogelijk wordenbeperkt enmoet zo-
danig worden uitgevoerd datergeen gevaar bestaat voorbeschadiging vandemat.
8.3 Uffrolien
De banen moeten aandehand vanhetlegplan worden uitgerold. Directvoorhetuitrollen
moet deverpakkingsfolie wordenverwijderd.
Bij het uitrollen volgenshetlegplan moeten derolnummers wordengenoteerd. Voorentij-
dens hetuitrollen moetdebentonietmat visueelworden gecontroleerd oponvolkomenheden
en beschadigingen.
8.4 Verwerken
Bij het verwerken ofhet afdekken magdebentonietmat nietrechtstreeks wordenbereden.
Indien vantoepassing moetdemat nahet uitrollen totaan hetmoment datdebovenlig-
gende laagwordt aangebracht, wordengeballast omopwaaien tevoorkomen. Indieneenfo-
lie op de bentonietmat wordtaangebracht, magdebentonietmat nietworden vervuild.
8.5 Vlakheid
De bentonietmat moet,bepaald volgens9.5.2,vrijvan plooien worden aangelegd.
8.6 Overlap
De rollen moeten wordengelegdmeteenoverlap dieten minste evengroot isals deoverlap
die bijde keuring volgens proefevan eUR/PBV-Aanbeveling 49istoegepast. Deoverlap
mag, bijeen bodemtemperatuur van10°C, echternietkleiner zijndan 150 mmvoor een
langsoverlap enniet kleiner zijndan 300 mmvoor eenkopse overlap. Deoverlap moet'dak-
pansgewijs' wordenaangebracht.
7
Toelichting
De overlap moetdustenminste 150of300 mmzijn, ookalisbij de beproeving volgensproef
C een geringere overlapgehanteerd.
Bij taluds dielanger zijndan derolbreedte vandebentonietmat, gemetenhaaksopdehoog-
telijnen, moetdelengterichting vanderalhaaks opde hoogtelijnen liggen.
De overlap moetvrijzijn van plooien enverontreinigingen zoalszandofgrand.
Ais deoverlap wordtingestrooid metbentonietpoeder of-granulaat moetdehoeveelheid ben-
tonietpoeder of-granulaat, bepaaldvolgens9.5.3,tenminste gelijkzijnaan dehoeveelheid
die bijhet bepraeven vandeoverlap volgens proefCvan CURjPBV-Aanbeveling 49istoege-
past.
8. 7 Ooorvoeringen
Doorvoeringen moeten,tenzijanders isovereengekomen, wordenuitgevoerd volgensfiguur1.
Hierbij moetdevolgende werkwijze wordengevolgd:
? In de bentonietmat moeteengeprefabriceerd doorvoerstukvaneen hoge dichtheid poly-
etheen (HDPE)worden geplaatst. Debuisdiameter vanhetdoorvoerstuk moetgelijk zijn
aan dievan deaansluitende buizen.Deflens vanhetgeprefabriceerde doorvoerstukmoet
een dikte hebben vantenminste 5mm eneen breedte randomvantenminste 0,5m.
? De folie vandecombinatie afdichtingmoetaandeflens vanhetdoorvoerstuk wordenvast-
gelast doormiddel vaneen extrusielas.
? In de bentonietmat moetterhoogte vandedoorvoer eeninsnijding wordengemaakt ter
grootte vandebuisdiameter vanhetgeprefabriceerde doorvoerstuk.
? De bentonietmat moetterplaatse vandeflens vanhetdoorvoerstuk endeaan tebren-
gen overschuifmof wordenvoorzien vanvoldoende bentonietpoeder of-pasta.
? Over hetgeprefabriceerde doorvoerstukmoeteenoverschuifmof uitHDPE worden aange-
bracht. Dezemofmoet meteenextrusielas wordenvastgezet aanhetdoorvoerstuk.
? De aansluitende buizenmoeten vervolgens wordenvastgelast aanhetgeprefabriceerde
doorvoerstuk.
HDPE-buis aantelassen
/
HDPE-orefabdoorvoerstuk
Figuur 1
Principe doorvoerconstructie Extrusielas
/ I
o
8
8.8
Reparaties
Beschadigingen vaneen bentonietmat moetenwordenhersteld dooropdeplaats met
schade eennieuw stukbentonietmat teleggen meteenoverlap vantenminste 0,30mten,
opzicht vanderand vandebeschadiging. Voordeoverige uitvoeringsaspecten geldende
voorschriften vandeleverancier zoalsdiezijn opgegeven voorhetmaken vaneen overlap.
8.9Bovenbelasting
De bovenbelasting moetbestaan uitten minste 0,3m(drainage)zand ofgrand datvrijisvan
scherpe delenenmoet worden aangebracht:
? ten hoogste 24uur nahet aanbrengen vandebentonietmatten;
? voordat debentoniet kanhydrateren alsgevolg vanwaterbelasting doorbijvoorbeeld re-
genwater ofoptrekkend vochtuitde ondergrand;
? nadat deaangelegde afdekkingvisueelisbeoordeeld eninorde isbevonden.
De bovenbelasting moetzodanig wordenaangebracht dateen overlap nietwordt terug- ofop-
geschoven.
8.10 Ongunstige weersomstandigheden
Bij ongunstige weersomstandigheden moetendewerkzaamheden wordengestaakt.
8.10.1 Windsnelheid
Bij windsnelheden vanmeer dan6Beaufort opdewerkplek, mogengeenbentonietmatten
worden uitgerold. Dereeds uitgerolde ennog nietgeballaste bentonietmatten moetenwor-
den geballast alsdeze kunnen opwaaien.
8.10.2 Regen
Bij regen mogen geenbentonietmatten wordenuitgerald. Tevensmoeten maatregelen wor-
den genomen omongewenste hydratatievanreeds uitgerolde bentonietmatten tevoorko-
men.
8.10.3 Temperatuur
Ais geen zandofgrond kanworden aangevoerd voorhetafdekken, bijvoorbeeld doorvorst,
mogen geenbentonietmatten wordenaangebracht inhet werk.
In de zomer moetrekening wordengehouden metdethermische uitzettingvanhetgeo-
membraan ofgeotextiel vanpolyetheen methoge dichtheid.
Bij afkoeling gedurende denacht ofna het aanbrengen vaneen bovenbelasting moetnogvol-
doende overlapaanwezig zijn.
9
Keuringencontrole
9.1 Geschiktheid
Methode vanonderzoek
De geschiktheid vandebentonietmat moetworden bepaald volgensCUR/PBV-Aanbeveling
49.
Aantal bepalingen
De geschiktheid vandebentonietmat moeteenmaal zijnaangetoond.
Keuringscriterium De bentonietmat moetgeschikt zijnalsbovenafdichting vaneen afval- ofreststofberging en
ten minste voldoen aandeeisen inCUR/PBV-Aanbeveling 49.
9.2 Productiecontrole
Methode vanonderzoek
De eigenschappen vandegrondstoffen endebentonietmat moetentijdensdepraductie wor-
den gecontroleerd metdemethode lOalsaangegeven intabel1 vandebijlage.
Aantal bepalingen
Het aantal bepalingen moetvoldoen aandeintabel 1van debijlage gegeven frequentie.
Keuringscriterium
De gevonden waardentijdensdeproductiecontrole moetenvoldoen aandein4.2 gestelde
eis.
9.3 Controleverwerking
9.3.1 Uiterlijk
Methode vanonderzoek
Het uiterlijk vandebentonietmat moetvisueel worden beoordeeld.
9
10 Aantal
bepalingen
Het uiterlijk vandemat moet doorlopend wordenbeoordeeld, zowelbijhet lossen, hetver-
voeren opdewerkplek, bijhet uitrollen envoor hetafdekken.
Keuringscriterium
Het uiterlijk vandebentonietmat moetvoldoen aandein4.3.1 gestelde eis.
9.3.2 Afmeting
Methode vanonderzoek
De lengte enbreedte vandebentonietmat moetworden bepaald volgensartikel3en 4van
NEN 3056. Demeting moetworden uitgevoerd opeen droge enongehydrateerde mat.
Aantal bepalingen
De afmetingen vandebentonietmat moeteneenmaal per5.000 m
2
bentonietmat worden
bepaald.
Keuri ngscriteri um
Het rekenkundige gemiddeldevandrie metingen voordelengte vaneen rolenvijf metingen
voor debreedte, moetvoldoen aandein4.3.2 gestelde eis.
9.3.3 Vochtgehalte
Methode vanonderzoek
Het vochtgehalte vandebentonietmat moetworden bepaald volgensASTM4643ofDIN
18121 deel1.
Aantal bepalingen
Het vochtgehalte vandebentonietmat moeteenmaal per5.000 m
2
bentonietmat worden
bepaald.
Keuringscriterium
Het vochtgehalte vandebentonietmat moetvoldoen aandein4.3.3 gestelde eis.
9.3.4 Massa
Methode vanonderzoek
De massa vandebentonietmat moetworden bepaald volgensNEN-EN965.
Aantal bepalingen
De massa vandebentonietmat moeteenmaal per5.000 m
2
bentonietmat wordenbepaald.
Keuringscriterium
Het rekenkundige gemiddeldevanvijfmetingen moet,nacorrectie voorhetvochtgehalte, vol-
doen aandein4.3.4 gestelde eis.
9.3.5 Waterabsorbtievermogen (methodeASTM)
Methode vanonderzoek
Het waterabsorptievermogen vandebentoniet moetworden bepaald volgensASTME946.
Aantal bepalingen
Het waterabsorbtievermogen vandebentoniet moeteenmaal per5.000 m
2
bentonietmat
worden bepaald.
Keuringscriterium
Het waterabsorbtievermogen vandebentoniet moetvoldoen aandein4.3.5 gestelde eis.
9.3.6 Waterabsorbtievermogen (methodeDIN)
Methode vanonderzoek
Het waterabsorptievermogen vandebentoniet moetworden bepaald volgens DIN18132.
Aantal bepalingen
Het waterabsorbtievermogen vandebentoniet moeteenmaal per5.000 m
2
bentonietmat
worden bepaald.
Keuri ngscriteri um
Het waterabsorbtievermogen vandebentoniet moetvoldoen aandein4.3.5 gestelde eis.
9.3.7Methyleenblauwwaarde
Methode vanonderzoek
De methyleenblauwwaarde vandebentoniet moetworden bepaald volgensproefBvan
CUR/PBV-Aanbeveling 33ofVDG P69.
Aantal bepalingen
De methyleenblauwwaarde vandebentoniet moeteenmaal per5.000 m
2
bentonietmat wor-
den bepaald.
Keuringscriterium
De methyleenblauwwaarde vandebentoniet moetvoldoen aandein4.3.6 gestelde eis.
9.3.8 Vrijezwelling (freeswell)
Methode vanonderzoek
De vrije zwelling vandebentoniet moetworden bepaald volgensASTM5890.
Aantal bepalingen
De vrije zwelling vandebentoniet moeteenmaal per5.000 m
2
bentonietmat wordenbe-
paald.
Keuringscriteri um
De vrije zwelling vandebentoniet moetvoldoen aandein4.3.7 gestelde eis.
9.3.9 Vloeistofverlies (fluidloss)
Methode vanonderzoek
Het vloeistofverlies vandebentoniet moetworden bepaald volgensASTMD5891.
Aantal bepalingen
Het vloeistofverlies vandebentoniet moeteenmaal per5.000 m
2
bentonietmat wordenbe-
paald.
Keuringscriterium
Het vloeistofverlies vandebentoniet moetvoldoen aandein4.3.8 gestelde eis.
9.4 Waterdoorlatendheid vandebentonietmat
Methode vanonderzoek
De waterdoorlatendheid vandebentonietmat moetworden bepaald volgensproefAvan
CUR/PBV-Aanbeveling 49.
Aantal bepalingen
De waterdoorlatendheid vandebentonietmat moeteenmaal per20.000 m2bentonietmat
worden bepaald.
Keuringscriterium
De bovengrens vanhet90
%
betrouwbaarheidsinterval vanhetmeetkundige gemiddeldevan
de lekkage moetvoldoen aandein4.4 gestelde eis.
De individuele waardevoordelekkage perwaterdoorlatendheidsmeting magtenhoogste vijf
maal dein4.4 gestelde eisbedragen.
9.5 Uitvoering
9.5.1 Uiterlijk
Methode vanonderzoek
Het uiterlijk vandeondergrond enaangebrachte afdichtingslaag moetvisueel worden ge-
controleerd.
Aantal bepalingen
Het uiterlijk moetdoorlopend wordengecontroleerd.
Keuringscriteri um
De ondergrond moetvoldoen aandein8.1 gestelde eisen.
De aangebrachte afdichtingslaag moetvoldoen aandein4.3.1 gestelde eisen.
11
9.5.2Vlakheid
Methode vanonderzoek
De vlakheid vandegelegde bentonietmat moetvisueel worden vastgesteld.
Aantal bepalingen
De vlakheid moetdoorlopend wordengecontroleerd.
Keuringscriterium
De vlakheid vandebentonietmat moetnahet aanbrengen voldoenaandein8.5 gestelde
eis.
9.5.3 Overlap
Methode vanonderzoek
De hoeveelheid bentonietperlengte eenheid overlapmoetvolgens devoorschriften vande
producent wordenbepaald.
Aantal bepalingen
De hoeveelheid bentonietterplaatse vandeoverlap moeteenmaal per500 m
1
overlap wor-
den bepaald.
Keuri ngscriteri urn
De bepaalde hoeveelheid bentonietperlengte eenheid overlapmoetvoldoen aandein8.6
gestelde eis.
litels vanvermelde normen,CURjPBV-Aanbevelingen enbepalingen
Beproevingsmethode voorcement. Methode voornemen en
voorbereiden vanmonsters
Geotextielen ensoortgelijke producten.Monsterneming en
voorbereiding vanproefstukken
Geotextielen ensoortgelijke producten.Bepalingvandikte onder
voorgeschreven drukken
Geotextielen ensoortgelijke producten.Bepalingvandemassa per
oppervlakte-eenheid
Kunststoffen. Beproevingsmethoden voorgekalanderde folies
ldentificatie opdebouwplaats
Zugversuch ambreiten Streifen
Wassergehalt. BestimmungdurchOfentrocknung
Bestimmung desWasserdurchlassigkeitsbeiwerts
Bestimmung derWasseraufnahmeversuch nachEnslin Neff
Standard testmethod fortensile properties ofplastics
Standard practiceforsampling ofgeosynthetics fortesting
Standard testmethod forgrab breaking loadandelongation
of geotextiles
Standard testmethod fordetermination ofwater (moisture) content
of soil bythe microwave ovenmethod
Standard testmethod formeasuring nominalthickness ofgeotextiles
and geomembranes
Standard testmethod formeasuring massperunit area ofgeotextiles
Standard testmethod formeasurement ifindex fluxthrough saturated
geosynthetic clayliners specimens usingaflexible wallperrneameter
Standard testmethod forswell index ofmineral component of
geosynthetic layliners
Standard testmethod forfluid lossofclay component ofgeosynthetic
clay liners
Guide forobtaining samplesofgeosynthetic clayliners
Standard testmethod forwater absorption ofbentonite bythe porous
plate method.
Bindemittelprufung yonBindetonen
2e druk. Granulaire afdichtingslagen opbasis vanzandbentoniet aldan
niet incombinatie metkunststof geomembranen (1996)
Bentonietmatten inbodembeschermende voorzieningen.
Beoordeling geschiktheid (1997)
jaar
NEN-EN 196-7
1993
NEN-EN 963
1995
NEN-EN 964-1
1995
NEN-EN 965
1995
NEN 3056
1967
NEN-ISO 10320
1993
NEN-ISO 10319
1993
DIN 18121-1
1976
DIN 18130
1989
DIN 18132
1995
ASTM D638
1991
ASTM D4354
1989
ASTM D4632 1991
ASTM D4643 1993
ASTM D5199 1991
ASTM D5261
1992
ASTM D5887
1995
ASTM D5890
1995
ASTM D5891
1995
ASTM D6072
1996
ASTM E946 1992
VDG-merkblatt P69 1988
CUR/PBV-Aanbeveling 33
CUR/PBV-Aanbeveling 49
12
Bijlage
Controle productie
In deze bijlage wordtingegaan opdecontrole bijde productie vanbentonietmatten. Dezeopzet isbe-
doeld alshulpmiddel voorproducenten, leveranciers,ingenieursbureaus enopdrachtgevers bijhet vast-
stellen vandeomvang vandeproductiecontrole. Indientenminste deindeze bijlage omschreven proe-
ven worden uitgevoerd, kanbijde verwerking vanbentonietmatten wordenvolstaan metdeindeze
CUR/PBV-Aanbeveling omschrevenkeuringenvoorverwerking (4.3)enwaterdoorlatendheid (4.4).
In tabel1 zijndekeuringen enbepalingsmethoden weergegevendiebijde productie vandebentoniet-
matten pertype matmoeten wordenuitgevoerd. Deterapporteren waardemoetvoldoen aandeeis in
tabel 2om teworden goedgekeurd.
Tabell
Testen entestfrequenties
eigenschap testmethode
frequentiete
rapporteren
Bentoniet
1)
2)
monsterneming NEN-EN
196-7
8)
vrije zwelling ASTM
D5890 50
ton laagste
waarde
7)
vloeistofverlies ASTM
D5891 50ton laagste
waarde
7)
waterabsorptie DIN
18132 of 50
ton laagste
waarde
7)
ASTM E946
methyleenblauw proef
BCUR/PBV-
Aanbeveling 33of
VDG P69 50
ton laagste
waarde7)
Geotextiel
2)
monstername ASTM
D4354 of
NEN-EN 963
massa peroppervlakte ASTM
D5261 of 20.000
m
2
laagste
waarde perrol7)
NEN-EN 965
dikte ASTM
D5199 of 20.000
m
2
laagstewaarde perro1
7)
NEN-EN 964-1
treksterkte ASTM
D4632 20.000
m
2
laagste
waarde perrol7)
NEN-ISO 10319
Geomembraan
2)
monstername ASTM
D4354
massa peroppervlakte ASTM
D5261 20.000
m
2
laagste
waarde perrol7)
dikte ASTM
D5199 20.000
m
2
laagste
waarde perro17)
treksterkte enrek ASTM
D638 20.000
m
2
laagste
waarde perrol7)
Bentonietmat
monstername ASTM
D
60728)
massa perOpp3)
ASTM
5261
of
4.000
m
2
laagste
waarde perrol7)
NEN-EN
965
vochtgehalte ASTM
4643
of
4.000
m
2
gemiddelde
waarde
5)
DIN
18121-1
treksterkte
4)
ASTM
D
4632 20.000
m
2
laagste
waarde perrol7)
NEN-ISO
10319
doorlatendheid
6)
ASTMD
5887
of
1
maal per hoogste
waarde
of DIN
18130
of
7
productiedagen
proef ACUR/PBV-
Aanbeveling
49
Toelichting bijtabel 1:
1)
Testen moeten wordenuitgevoerd opde bentoniet zoalsontvangen voorverwerking. Naarkeuze
kunnen worden uitgevoerd vrijezwelling (freeswell) incombinatie metvloeistofverlies (fluidloss)
of waterabsorptie incombinatie metmethyleenblauwwaarde.
2)
Indien debentoniet ofhet geotextiel wordtgeleverd ondercertificaat, afgegevendooreeninstel-
ling dieiserkend doordeRaad voorAccreditatie, enals uithet certificaat blijktdatdebentoniet
of het geotextiel voldoetaandeeisen indeze CUR/PBV-Aanbeveling, magcontrole tijdensdepro-
ductie achterwege blijven.
13
3)
Massa bijeen vochtgehalte van0
%.
Deze massa moetrekenkundig wordenbepaald.
4)
Opbentonietmatlen meteengeomembraan alsdrager kandeproef nietworden uitgevoerd.
5)
Terbepaling vandemassa drogebentoniet enter informatie.
6)
Delaatste 20gemeten waardenmoetenwordengerapporteerd, eindigendopde productiedatum
van degeleverde bentonietmat. Sijmeer productielijnen moetvaniedere lijndedoorlatendheid
worden bepaald.
7)
Laagste waarde(perrol)isgedefinieerd als:
X =X-t·u
mln
Waarin:
Xmin isde laagste waarde;
X
isde gemiddelde meetwaarde;
t isde student's tbij een tweezijdige overschrijdingskans van0,10;
u
isde standaarddeviatie van
X.
8)
Ofconform voorschriften vandeproducent.
In tabel 2zijn eisen geformuleerd waaraandetestresultaten tenminste moeten voldoen.
Tabe/2
Eisen testresultaten
14
eigenschap
Bentoniet
free Swell
fluid loss
waterabsorptie
methyleenblauw
Geotextiel massa peroppervlakte
dikte
treksterkte
Geomembraanmassa peroppervlakte
dikte
treksterkte enrek
Bentonietmat
massa bentoniet peropp.
vochtgehalte bentoniet
treksterkte doorlatendheid eis
ten minste 25ml
ten hoogste 18ml
ten minste 700
%
(Vim)
bijDIN 18132
of 850
%
(Vim)
bijASTM E946
ten minste 250mgmethyleenblauw
door producent opgegeven waarde
door producent opgegeven waarde
door producent opgegeven waarde
door producent opgegeven waarde
door producent opgegeven waarde
door producent opgegeven waarde
door producent opgegeven waarde
door producent opgegeven waarde
door producent opgegeven waarde
door producent opgegeven waarde
Metnadruk wordteropgewezen datdeze CUR/PBV-Aanbeveling destand vantechniek enkennis weergeeft opmoment van
uitgifte. DeCUR houdt zichdanookaanbevolen teworden ge"informeerd overervaringen diemet hetgebruik vandeze
Aanbeveling wordenopgedaan.
CUR/PBV-Aanbevelingen wordendriejaar napublicatie geevalueerd en,indien daaraanleiding toebestaat, geactualiseerd.
Hiervan wordtmelding gemaakt inde vakpers.
Auteursrechten
Aile rechten voorbehouden. Nietsuitdeze uitgave magworden verveelvoudigd, opgeslagenineen geautomatiseerd gege-
vensbestand ofopenbaar gemaakt,inenige vormofop enige wijze, hetzijeiektronisch, mechanisch,doorfotokopieen, opna-
men ofop enig andere manier, zondervoorafgaande schriftelijketoestemming vanCUR.
Het istoegestaan overeenkomstig artikel15aAuteurswet 1912gegevens uitdeze uitgave teciteren inartikelen, scriptiesen
boeken, mitsdebron opduidelijke wijzewordt vermeld, aismededeaanduidingen vandemaker, indiendezeinde bron voor-
komt. 'CUR/PBV-Aanbeveling 50'Bentonietmatten inbodembeschermende voorzieningen.Productieenverwerking', Stichting
CUR, Gouda', november 1997.
Aansprakelijkheid
De CUR endegenen dieaan deze publicatie hebbenmeegewerkt, hebbeneenzogroot mogelijke zorgvuldigheid betrachtbij
het samenstellen vandeze uitgave. Nochtans moetdemogelijkheid nietworden uitgesloten datertoch fouten enonvolledig-
heden indeze uitgave voorkomen. ledergebruik vandeze uitgave engegevens daaruitisgeheel vooreigen risicovandege-
bruiker endeCUR sluit, mede tenbehoeve vanaldegenen dieaan deze uitgave hebben meegewerkt, iedereaansprakelijk-
heid uitvoor schade diemocht voortvloeien uithet gebruik vandeze uitgave ende daarin opgenomen gegevens,tenzijde
schade mochtvoortvloeien uitopzet ofgrove schuld zijdens CURen/of degenen dieaan deze uitgave hebben meegewerkt.
Gouda, november 1997
Het bestuur vandeCUR
Stichting CUR,Buchnerweg 1,Postbus 420,2800 AKGOUDA, tel0182-540600
15
16
Reacties