CUR-Aanbeveling 117:2015
Inspectie en advies kunstwerken
Voor instandhouding civiel-technische
constructies incl. mechanisch-elektro-
technische installaties en besturing
Aansprakelijkheid
SBRCURnet en degenen die aan dit product hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het samenstellen van deze publicatie. Toch kan niet worden uitgesloten dat de inhoud onjuistheden bevat. De gebruiker van dit product aanvaardt daarvoor het risico. SBRCURnet sluit, mede ten behoeve van de auteurs, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van informatie uit dit product.
© SBRCURnet
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, getransformeerd tot software of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 in verbinding met het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen).
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloem lezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient u zich te richten tot: SBRCURnet, Postbus 516 2600 AM Delft.
No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm, stored in a database or retrieval system, or any other means without written permission from the SBRCURnet.
Colofon
SBRCURnet-projectmanagerFred Jonker
FotoverantwoordingOmslagfoto: Arcadis Nederland BV / Paul Copier
Delft, februari 2015Artikelnummer: AA 117:2015
CUR-Aanbeveling 117
Inspectie en advies
kunstwerken
voor instandhouding
civiel-technische constructies
incl. mechanisch-elektrotechnische
installaties en besturing
SBRCURnet Delft februari 2015
4
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
5
Inhoud
Voorwoord 7
1 Inleiding 9
1.1 Onderwerp 9
1.2 Doelstelling en kennisoverdracht 9
1.2.1 Inleiding 9
1.2.2 Behoefte aan kennisontwikkeling binnen beheer en
onderhoud 9
1.2.3 Doelen van deze CUR-Aanbeveling 10
1.3 Wet- en regelgeving 10
1.4 Toepassingsgebied 11
1.5 Leeshulp 11
2 Termen en definities 13
3 Methodiek / opbouw
CUR-Aanbeveling 17
3.1 Samenhang 17
3.2 Methodiek 18
3.3 Inspectie- en onderzoekscategorieën 18
3.4 Risicogestuurd beheer en onderhoud 19
3.5 Uitvraag activiteiten 19
3.6 Voorbereiding activiteiten 20
3.7 Hoofdcategorie A: Activiteiten die iets
vertellen over gebruiksveiligheid 21
3.7.1 A1 Schouw 21
3.8 Hoofdcategorie B: Activiteiten die iets
vertellen over de huidige toestand 22
3.8.1 B1 - Inventarisatie 23
3.8.2 B2 - Toestandsinspectie 24
3.8.3 B3 - Contractuele vooropname 26
3.8.4 B4 - Contractuele eindopname 27
3.8.5 B5 - Hersteladvies 28
3.9 Hoofdcategorie C: Activiteiten die iets
vertellen over de toekomst 30
3.9.1 C1 - Risicoanalyse 30
3.9.2 C2 - Meerjarenonderhoudsplanning en budget-
raming 32
3.9.3 C3 - Constructieve beschouwing 33
3.9.4 C4 - Analyse restlevensduur 35
3.10 Hoofdcategorie D: Activiteiten die iets
vertellen over een aanvullende informatie-
behoefte 36
3.10.1 D1 - Onderzoek materiaaleigenschappen 36
3.10.2 D2 - Verfijnde financiële onderbouwing 38
3.10.3 D3 - Verificatieberekening 39
3.10.4 D4 - Monitoring 41
4 Voorbereiding en veiligheid 43
4.1 Voorbereiding uitvoering 43
4.2 Wijze van uitvoering inspectie 43
4.3 Onderzoeksplan 43
4.4 Veiligheid bij inspectiewerkzaamheden 44
4.4.1 Veiligheid- en Gezondheidsplan 44
5 Inhoud inspectie 47
5.1 SBRCURnet handboeken 47
5.2 Monstername generiek 47
5.3 Voorbeelden 49
Bijlage
Titels van vermelde normen en literatuur 51
Literatuur 52
Andere documenten 52
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
6
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
7
Voorwoord
Inspecties en advisering zijn van groot belang voor
beheer en onderhoud van civieltechnische construc -
ties. Een systematische werkwijze is belangrijk, zeker
als er veel constructies moeten worden onderhouden.
Om hierop in te spelen, heeft de CUR in 1985 een
Leidraad 'Inspectie van bestaande betonconstructies'
uitgegeven. CUR-onderzoekcommissie B 35 'Reparatie
en bescherming van beton' heeft vervolgens veel
onderzoek uitgevoerd en ervaring opgedaan. Naar aan -
leiding hiervan is besloten om de genoemde leidraad te
herzien en uit te brengen als CUR-Aanbeveling. Deze
staat bekend als CUR-Aanbeveling 72 en heeft betrek -
king op betonconstructies in de operationele fase en
de beheerfase. De Aanbeveling geeft procedures,
regels en eisen voor het inspecteren en onderzoeken
van schade en schadeprocessen aan betonconstruc -
ties en voor de daaropvolgende schade diagnose
en - prognose . Advisering ten aanzien van te nemen
onderhoudsmaatregelen vormt géén onderdeel van de
Aanbeveling, evenmin als het uitvoeren van een veilig -
heidsbeoordeling van constructies met schade.
Inmiddels wordt CUR-Aanbeveling 72 veelvuldig
voorgeschreven in aanbestedingen ten behoeve van
inspectie- en onderzoekwerkzaamheden. Door het
succes van de Aanbeveling wordt deze ook vaak
gebruikt voor de beschrijving van inspecties en onder -
zoeken van andere materiaalsoorten dan beton. Dit
geeft veelvuldig onduidelijkheden bij opdrachtgevers
en opdrachtnemers.
Hierdoor ontstond steeds meer de behoefte aan unifor -
miteit en eenduidigheid op het vlak van:
? te volgen procedures;
? regels en eisen die gesteld worden aan de diepgang
van de werkzaamheden;
? het doel en het minimale niveau van de rapportage.
Om deze redenen is CUR-Aanbeveling 72 in eerste
instantie als vertrekpunt genomen om uit te breiden
naar een uniforme beschrijving van inspecties en
advisering over meerdere materiaalsoorten en kritieke
onderdelen. Dit heeft geresulteerd in een algemeen
geldende CUR-Aanbeveling voor inspectie en advies
van civieltechnische kunstwerken en de daarbij
behorende specifieke handboeken. In eerste instantie
voor civieltechnische (infrastructurele) constructies. Het
is echter niet ondenkbaar dat ook voor objecten uit het
bouwkundige en utilitaire vastgoed gebruik kan worden
gemaakt van deze nieuwe aanpak. Er is getracht om
aansluiting te vinden bij andere normen en richtlijnen
zoals de NEN 2767 Conditiemeting. Dit heeft geresul -
teerd in de voorliggende, nieuwe CUR-Aanbeveling 117.
Publicatie hiervan impliceert dat CUR-Aanbeveling 72
voor kunstwerken komt te vervallen.
Op dit moment worden de SBRCURnet handboeken
behorende bij deze CUR-Aanbeveling 117 uitgewerkt
voor de materialen staal, beton en hout. Bij gebleken
draagvlak zullen de handboeken verder worden uit -
gebreid met andere materialen, kritieke onderdelen
en disciplines werktuigbouwkunde, elektrotechniek
en besturingstechniek. Indien op een bepaald vlak
reeds publiekelijk beschikbare kennisdocumenten en
normen bestaan, zal hier naar verwezen worden. Voor
de actuele status van de handboeken en templates zie
http://www.sbrcurnet.nl/cur-aanbeveling-117.
Toekomstige ontwikkelingen, zoals risicogestuurd
inspecteren, inspectie met drones (robots), en moni -
toringstechnieken met behulp van sensoren en chips
die de SBRCURnet-commissie in samenspraak met het
NVDO Inspectieplatform, opdrachtgevers, opdrachtne -
mers en verenigingen voor ogen heeft, zijn ten tijde van
het opstellen van deze Aanbeveling nog niet volledig
inzichtelijk. Met name het opstellen en afstemmen van
de handboeken vergt veel tijd (zie ook hoofdstuk 3).
Op het moment van verschijnen van deze Aanbeve -
ling was de samenstelling van SBRCURnet-commissie
1715 'Inspectie en advies civieltechnische construc -
ties' als volgt: Jarit de Gijt (voorzitter), Maurice Reusen
(rapporteur), Ad Oskam (secretaris), Jan Arends, Dirk
Simon Beerda, Ane de Boer, Hans ten Boom, Robert
van Breugel, Paul Copier, Yvonne Courage, Rindert
van Dalen, John van Dijk, Emile Hoogterp, Martin de
Jonker, Ton Keesmaat, Mark Lodema, Frits van Loenen,
Erik Meijs, Nico Meininger, Klaas Otter, Jeroen Oentrich,
Mark van Ramshorst, Maarten van Riel, Peter Rienks,
Wilco Timmer, Jan van Vliet, Eric Waltje en Fred Jonker
(projectmanager SBRCURnet).
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
8
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
9
Inleiding 1
1 .1 Onderwerp
Deze CUR-Aanbeveling geeft procedures, regels en
eisen voor inspectie, advies en (nader) onderzoek in het
kader van beheer van civieltechnische constructies en
hun technische installaties.
Opmerking:
Deze CUR-Aanbeveling vormt één integraal geheel
met SBRCURnet handboeken die zich richten op het
materiaal en kritieke onderdelen (zie 3.1 Samenhang).
De Aanbeveling kan als basis dienen voor het formu -
leren van opdrachten voor inspectie, onderzoek en
advies. Zij behandelt de inspectie van en het onderzoek
aan de betreffende constructies of installaties, inclusief
de advisering over het beheer en onderhoud aan deze
constructies.
De handboeken vormen een samenvatting van de
op dit moment beschikbare kennis van materialen en
kritieke onderdelen. De handboeken geven tevens
richtlijnen voor inspectie aan de beschreven materialen
en onderdelen.
1.2 Doelstelling en kennisover -
dracht
1.2.1 Inleiding
Uitvragen van opdrachtgevers naar de markt worden
steeds complexer. Daarbij zijn de verwachtingen van
de opdrachtgever over het resultaten niet altijd gelijk
aan de interpretatie van de aanbieders. Dit verschil
van inzicht wordt in de meeste gevallen pas tijdens
de uitvoering van de opdracht duidelijk. Hierbij wordt
onnodig veel tijd en energie besteed om uiteinde -
lijk tot een oplossing te komen waarin beide partijen
zich kunnen vinden. In voorkomende gevallen wordt
onvoldoende rekening gehouden met de niet-expliciet
geformuleerde verwachtingen van de opdrachtgever.
Informatie over de aard en de inhoud van de werkzaam -
heden wordt ten tijde van de aanbesteding vaak niet
gedeeld door opdrachtgever en inschrijvende partijen.
Een goed gedefinieerd referentiekader kan deze ver -
schillen tussen de gevraagde en de geleverde kwaliteit
en diepgang voorkomen.
1.2.2 Behoefte aan kennisontwikkeling
binnen beheer en onderhoud
De belangen binnen het beheer en onderhoud in
Nederland zijn groot. De maatschappij gaat uit van een
betrouwbare en efficiënte beschikbaarheid van de infra -
structuur. Maar de bestaande infrastructuur veroudert
en voldoet in veel gevallen niet meer aan de huidige
normen. Sommige beheerders reserveren extra geld
om een inhaalslag te maken, maar anderen moeten juist
bezuinigen op beheer- en onderhoudsbudgetten.
De beheer- en onderhoudsmarkt in Nederland is in
beweging. Enerzijds professionaliseren partijen hun
beheerorganisatie en verschuiven verantwoordelijkhe -
den naar de markt door bijvoorbeeld prestatiegerichte
onderhoudscontracten. Anderzijds blijkt dat de actuele
status en risico's van de bestaande infrastructuur
onvoldoende inzichtelijk zijn in aansluiting op wettelijke
verplichting 1. Dit bleek onder andere uit de inspecties
van het ministerie van VROM in 2009 [1]. In sommige
gevallen leidt dit tot afsluiting of zelfs tot falen van de
kunstwerken.
Het blijkt dat bij veel beheerders de kennis over de
status van constructies gecentreerd is bij een kleine
groep (meestal oudere) medewerkers en vaak niet
schriftelijk is vastgelegd. In sommige gevallen is er in
het geheel geen actueel beeld van de conditie en de
verwachte ontwikkeling van de conditie van de con -
structies. Daarnaast spelen vergrijzing en het vermin -
deren van de overdracht van kennis en kunde een
belangrijke rol.
Ook de wijze waarop informatie ingewonnen en
verwerkt wordt staat nog altijd niet in verhouding tot het
grote belang en impact van de informatie. Het ontbreekt
in Nederland (maar ook daarbuiten) aan duidelijke
uniforme standaarden en aan gestructureerde kennis -
ontwikkelingen voor overheid, de markt en onderwijs.
De opdrachtgevers en adviesbureaus hebben grote
behoefte aan meer eenduidigheid en standaarden.
Ook het onderwijs ziet de problematiek en wil graag
leergangen ontwikkelen en onderzoek doen. Al met al
voldoende motivatie om richtlijnen voor inspectie en
advies van kunstwerken op te stellen.
1 Zoals het Bouwbesluit, Wegenwet en Wet op de Wegenlegger (niet uitputtend)
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
10
1.2.3 Doelen van deze CUR-
Aanbeveling
Deze CUR-Aanbeveling beoogt de volgende doelen te
realiseren:
1. Bewustwording van beheer en onderhoud.
2. Duidelijkheid in rollen en verantwoordelijkheden
van opdrachtgever en opdrachtnemer.
3. Efficiënt omgaan met mens en middelen.
4. Borgen van de kwaliteit en veiligheid van assets
(kunstwerken) en het voldoen aan wet- en regelge -
ving.
5. Borgen van de kwaliteit en diepgang van inspec -
ties, nadere onderzoeken en rapportages door het
geven en definiëren van onderzoek categorieën.
6. Zorg dragen voor een veilige manier van inspecte -
ren en adviseren.
1.3 Wet- en regelgeving
Wettelijke keuringen en verplichte inspecties zijn niet
expliciet in deze CUR-Aanbeveling opgenomen. Reden
daarvoor is dat de betreffende documenten en rege -
lingen veelvuldig inhoudelijk wijzigen en er nieuwe
versies verschijnen. Wet- en regelgeving heeft zijn
weerslag op alle activiteiten binnen asset management
en beheer en onderhoud aan kunstwerken.
De SBRCURnet-commissie gaat ervan uit dat een
beheerder , eigenaar maar ook een adviseur zich
gedraagt als een goede huisvader (zie ook hiervoor
onderstaande uitsneden van het Burgerlijk wetboek en
het Bouwbesluit 2012). Hij of zij dient op de hoogte te
zijn van de vigerende regels om invulling te geven aan
de taak van goed huisvaderschap. Dit houdt tevens in
dat wettelijke keuringen e.d. tijdig worden uitgevoerd
en dat bij alle werkzaamheden rekening dient
te worden gehouden met de vigerende wet- en
regelgeving. Te denken valt aan Veiligheids- en
Gezondheidsaspecten, ARBO- aspecten, maar ook
keuringen volgens de machinerichtlijnen, liftkeuringen,
NEN-keuringen (bijv. NEN 3140), Spoorwet, Scheep -
vaartwet, Wegenwet en dergelijke.
Burgerlijk wetboek 6:174: Risicoaansprakelijkheid
1. De bezitter (degene die veel te zeggen heeft over de opstal, hoeft niet\? gelijk te zijn aan de eigenaar)
van een opstal (dijken, bruggen, wegen, fietspaden, bermen, wegmeubilair, sluizen, tunnels etc.
Zie lid 6.) die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven\? omstandigheden mag
stellen, en waardoor gevaar voor personen of zaken ontstaat is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt,
aansprakelijk, tenzij hij geen fout zou hebben begaan, indien hij dit gevaar op \?het tijdstip van het
ontstaan ervan zou hebben gekend.
2. Bij erfpacht rust de aansprakelijkheid op de bezitter van het erfpachtsrecht. Bij openbare wegen rust\?
zij op het overheidslichaam dat moet zorgen dat de weg in goede staat ve\?rkeert, bij kabels en
leidingen op de kabel- en leidingbeheerder, behalve voor zover de kabel of leiding zich bevindt in
een gebouw of werk en strekt tot toevoer of afvoer ten behoeve van dat g\?ebouw of werk.
3. Bij ondergrondse werken rust de aansprakelijkheid op degene die op het moment van het bekend
worden van de schade het werk in de uitoefening van zijn bedrijf gebruik\?t. Indien na het bekend
worden van de schade een ander gebruiker wordt, blijft de aansprakelijkheid rusten op degene die
ten tijde van dit bekend worden gebruiker was. Indien de schade is bekend geworden na beëindiging
van het gebruik van het ondergrondse werk, rust de aansprakelijkheid op degene die de laatste
gebruiker was.
4. Onder opstal in dit artikel worden verstaan gebouwen en werken, die duurzaam met de grond zijn
verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwe\?n of werken.
5. Degene die in de openbare registers als eigenaar van de opstal of van de\? grond staat ingeschreven,
wordt vermoed de bezitter van de opstal te zijn.
6. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder openbare weg mede begrepen het weglichaam,
alsmede de weguitrusting.
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
11
Zowel in de uitvraag als tijdens de werkzaamheden
(in welke inspectie- en onderzoekcategorie dan ook)
dient hier invulling aan te worden gegeven. Aan de
hand van de scope van de werkzaamheden moet een
keuze worden gemaakt uit de diverse inspectie- en
adviescategorieën (zie tabel 1) waarbinnen de borging
aan de wet- en regelgeving kan worden uitgevoerd. De
vraagspecificaties dienen hierin duidelijk te zijn.
1.4 Toepassingsgebied
Deze CUR-Aanbeveling is bedoeld te worden toegepast
op civieltechnische constructies en hun installaties in
stand te houden gedurende de beheerfase, ongeacht
de functie van de constructie of installatie.
1.5 Leeshulp
In de digitale versie van deze CUR-Aanbeveling wordt
gebruik gemaakt van hyperlinks. Met deze hyperlinks
kan op een snelle wijze door het document genavi -
geerd worden door op het betreffende woord te klikken
met de control-toets ingedrukt. De hyperlinks zijn in de
tekst in blauw en cursief weergegeven en opgenomen
bij:
? Een term die opgenomen is in hoofdstuk 2 Termen
en Definities en voor het eerst in de tekst is gebruikt.
? Verwijzingen vanuit de tekst naar paragraaf,
hoofdstuk, of naar inspectiecategorie.
? In hoofdstuk 4 zijn bij de beschrijvingen van de cate -
gorieën hyperlinks opgenomen om terug naar tabel
1 te springen.
Burgerlijk wetboek 6:162: Schuldaansprakelijkheid
1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is
verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een\? doen of nalaten in strijd
met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelij\?k verkeer
betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigings\?grond.
3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of
aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening
komt.
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
12
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
13
Termen en definities 2
Bij het opstellen van onderstaande definities zijn waar mogelijk
de definities van CROW, Van Dale Woordenboek of Wikipedia
gebruikt.
A pag
Acute bedreiging het plotseling optreden van een
situatie met negatieve gevolgen
voor het veilig functioneren van het
kunstwerk
21
Archiefonderzoek het inventariseren, raadplegen en/
of bestuderen van tekeningen,
berekeningen en rapportages,
bestekken of andere documenten
betreffende ontwerp, bouw,
reparaties, renovaties of modificaties
23
Areaal het totaal van de te beheren
objecten binnen en bepaald gebied
(bron CROW)
23
As-built gegevens de gevens die de gebouwde situatie
weergeven, zoals revisietekeningen,
werk bestek, informatie uit
inventarisatie, toestandsinspectie,
contractopname, (deformatie)
metingen en/of onderzoek
materiaaleigenschappen
39
Aspect een specifieke eigenschap van het te
beschouwen systeem, bijvoorbeeld
als invalshoek van waaruit het
optreden van het risico wordt
beoordeeld
30
Asset management het professionele beheer van
middelen, in dit geval kunstwerken,
door overheden en bedrijven, gericht
op het realiseren van bedrijfsdoelen
18
B
Beheer het gepland en financieel
verantwoord uitvoeren van
maatregelen en activiteiten waardoor
de functie van een systeem
beschikbaar blijft (bron CROW)
9
Beheerder een publiekrechtelijke instantie of
(rechts)persoon die toeziet op de
instandhouding van o.a. een object,
kunstwerk of waterstaatswerk
10
Beheerplan een plan dat de uitgangspunten, de
aanpak en (financiële) planning van
het beheer van een areaal inzichtelijk
maakt voor de eigen organisatie,
alsook voor derden
32
Beheersmaatregel een maatregel waarmee een
geïdentificeerd risico kan worden
beheerst, door de oorzaak of het
gevolg van het risico (gedeeltelijk)
weg te nemen (vrij naar bron CROW)
30
Bereikbaarheids-
voorziening
middel om de te inspecteren of te
onderzoeken onderdelen op een
veilige wijze te bereiken
21
Bouwbesluit een verzameling bouwtechnische
voorschriften waaraan alle
bouwwerken in Nederland, zoals
woningen, kantoren, winkels,
ziekenhuizen, maar ook gebouwen
geen gebouw zijnde, waaronder
kunstwerken, wettelijk minimaal
moeten voldoen
10
Budgetraming een berekening vooraf van
verwachte kosten met een bepaalde
nauwkeurigheid ter bepaling van het
budget
32
Budgettering het opstellen van een begroting 18
C
Calamiteit een onverwachte gebeurtenis die
ernstige schade kan veroorzaken
22
Constructieve
veiligheid
de veiligheid zoals vastgelegd in
het vigerende Bouwbesluit die
een bouwconstructie bezit tegen
bezwijken
33
Contract-
voorbereiding
activiteiten om tot de beschrijving
van het gewenste resultaat voor de
uitvoering van werken te komen,
bijvoorbeeld Bestek (RAW) of
vraagspecificatie (UAV-GC)
26
D
Decompositie het ontleden van een bouwwerk/
object in zijn samenstellende delen/
componenten (bron CROW)
20
Deformatiemeting het meten aan een object om vast
te stellen of het object zich (on)
stabiel gedraagt in een bepaalde
periode of bij oorzaakbepaling van
een schademechanisme. Het betreft
vaak metingen van scheurwijdten,
-lengten, -locatie en ?richting en/
of temperatuur-, vocht-, dikte- en
verlengingsmetingen
25
Degradatiemodel de theoretische benadering van
een proces waarbij een materiaal
bepaalde fysieke eigenschappen
verliest
35
Diagnose vaststelling van de schade-oorzaak 7
Directe kosten de kosten die rechtstreeks met de
productie of levering vaneen product
of dienst gemoeid zijn en aanwijsbaar
aan dit product of deze dienst zijn toe
te rekenen (bron CROW)
20
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
14
E
Eigenaar (rechts)persoon die het meest
omvattend recht op een zaak heeft
10
Ervaringsniveau bepaalde mate van ervaring dat
iemand in staat stelt een bepaalde
taak uit te (gaan) voeren door
gegevens (van externe bronnen) te
verbinden, te laten reageren met
eigen informatie, ervaringen en
attitudes
22
Expert judgement inschatting van een of meerdere
deskundige(n) op grond van zijn
kennis en ervaring
33
F
Faalwijze manier van falen van een (onderdeel
van een) object, proces of een functie
30
Falen het niet (meer) op de gewenste
wijze vervullen van een functie (bron
CROW)
9
Foutenboom een schematische weergave
van combinaties van oorzaken
die tot bepaalde ongewenste
gebeurtenissen, topgebeurtenissen
genoemd, aanleiding kunnen geven
30
Functie de beoogde werking en verrichting
van een product of dienst (bron
CROW)
11
Functionele toestand de mate waarin de onderhoudsstaat
van het kunstwerk tegemoet komt
aan de impliciet of expliciet gestelde
prestatie-eisen
24
G
Gebrek een onregelmatigheid en/of afwijking
in het materiaal of de structuur van
iets, waardoor het object wordt
verzwakt of verminderd zou kunnen
functioneren
23
Gebruiksveiligheid de veiligheid voor gebruikers,
passanten en (onderhouds)personeel
en hun bezittingen
18
Gevolg de impact van een (on)gewenste
gebeurtenis
30
Goed huisvader de goede huisvader is een juridisch
principe dat er van uit gaat dat
iemand zich redelijkerwijze als een
verantwoord persoon gedraagt
die alles doet wat nodig is om
(voorzienbare) schade te voorkomen
10
H
Herstelmaatregelen de maatregelen die nodig zijn om
de achteruitgang van het kunstwerk
door bepaalde ingrepen teniet te
doen of terug te brengen in een
bepaalde functionele staat in relatie
tot de levensduur
27
Hoeveelheid-
bepaling
aan de hand van het bestek en
tekeningen het berekenen van de
benodigde hoeveelheden, materialen
en/of constructieonderdelen
26
Huidige toestand de actuele omstandigheid waarin het
object zich bevindt op het moment
van inspectie
18
I
Indirecte kosten de kosten die wel bij een specifieke
kostencategorie in een raming horen
maar niet aan een van de specifieke
onderdelen van dat object kunnen
worden toegerekend (bron CROW)
20
Informatiebehoefte datgene wat iemand met het oog
op een bepaalde toepassing als
informatie nodig heeft (wie, wanneer,
waarom, wat)
18
Inspecteren het beoordelen of het in stand te
houden product voldoet aan de eisen
(bron CROW)
10
Inspectieafstand de afstand tussen het oog van de
inspecteur en het te inspecteren
onderdeel van een kunstwerk
20
Instandhouding het treffen van maatregelen en het
uitvoeren van werkzaamheden
waardoor een object aan de gestelde
doelen blijft beantwoorden (bron
CROW)
18
Intakegesprek een oriënterend gesprek tussen
opdracht gevende en opdracht
nemende instantie
24
K
Kans een maat voor de waarschijnlijkheid
van optreden van een gebeurtenis of
waarde (bron CROW)
30
Kennisniveau de mate van kennis die iemand
in staat stelt een taak uit te (gaan)
voeren door gegevens (van externe
bronnen) te verbinden, te laten
reageren met eigen informatie,
ervaringen en attituden
23
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
15
L
Levensduur-
verwachtingde verwachte restlevensduur waarbij
een object of onderdeel daarvan
functioneert binnen de gestelde
eisen op basis van de huidige
onderhoudsstaat en het uitvoeren
van normaal onderhoud 35
LMRA een korte risicobeoordeling die
uitgevoerd wordt direct voor aanvang
van de werkzaamheden op de
werkplek door de medewerkers die
de werkzaamheden gaan uitvoeren.
De term uit het Engels en staat voor
Last Minute Risk Analysis 45
M
Meerjaren-
onderhouds-
planning een planning, als onderdeel van
een beheer en onderhoudsplan,
voor de uitvoering van noodzakelijk
onderhoud voor een object of areaal
van objecten, waarin minimaal een
beschrijving van het object resp.
areaal, de periode en tijdschema en
de uit te voeren taken
19
Milieu afschermende
maatregelen
maatregelen die de impact van
de uitvoering van inspectie of
onderhoud beperken 28
N
Netwerk aaneenschakeling van assets
die samen het net van wegen,
vaarwegen of watersystemen vormen 19
O
Omgevingsfactoren factoren in de directe omgeving van
het kunstwerk die het functioneren of
beheer en onderhoud van het object
beïnvloeden 26
Onderzoek het uitvoeren van metingen en
het technisch beoordelen van
de constructie ofwel onderdelen
daarvan 9
Onderzoeksgebied afkadering van delen van het
kunstwerk, waarbinnen inspectie,
onderzoek of berekeningen worden
uitgevoerd 19
P
Prijspeil de datum die in een raming voor de
prijzen, normen en kostenkentaken is
gehanteerd. Meestal is dit de datum
die is gekoppeld aan de gebruikte
(kostprijs-/norm-)bestanden(bron
CROW) 20
Prognose
voorspelling van de ontwikkeling van
schade, deformatie of levensduur 7
Programmering het plannen van de uitvoering van
scala van activiteiten zoals uitvoeren
van inspectie, metingen, onderzoek
en onderhoud 18
R
Ramingsmethodiek de wijze van het berekenen van
de te verwachte kosten voor de
uitvoering van werkzaamheden 20
Restlevensduur resterende periode gedurende
welke een object of een deel
daarvan voldoet aan funcionele
eisen met inachtneming van regulier
onderhoud, zonder ingrijpende
maatregelen. 28
Risico-Inventarisatie
en Evaluatie (RIE) een inventarisatie van de gevaren
binnen een bedrijf met betrekking
tot de veiligheid, de gezondheid en
het welzijn van de werknemers. In de
evaluatie wordt van deze gevaren
een risico-inschatting gemaakt,
waarbij gekeken wordt naar de kans
dat een gevaar zich voordoet, het
effect dat het teweegbrengt en de
frequentie waarmee werknemers aan
het gevaar worden blootgesteld. In
de RIE moet een Plan van Aanpak
(PVA) worden opgenomen waarin is
aangegeven welke maatregelen de
werkgever gaat nemen in verband
met de geconstateerde risico's, en
binnen welke termijn deze worden
genomen 44
Risicoreservering een financiële reservering ter
dekking van de kennis- en
toekomstonzekerheden van het
project 20
S
Schade een onvolkomenheid in de
constructie. Zie ook gebrek 26
Schademechanisme het mechanisme dat heeft geleid of
in de toekomst kan leiden tot schade 35
Scope het totaal van producten en diensten
dat in het kader van een project dient
te worden geleverd (bron CROW) 38
reikwijdte of omvang van een
opdracht 11
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
16
T
Toekomstige
toestand
de verwachte toekomstige
omstandigheid waarin het object zich
zal bevinden
18
V
Veiligheids- en
Gezondheidsdossier
wettelijk verplichte objectspecifieke
beschrijving specifieke gevaren
20
variatiecoëfficiënt de variatiecoëfficiënt is de
standaardafwijking gedeeld door
de absolute waarde van het
gemiddelde. In de statistiek wordt
de variatiecoëfficiënt gebruikt als
relatieve spreidingsmaat, wat inhoudt
dat de spreiding gemeten wordt ten
opzichte van de verwachtingswaarde
of het gemiddelde. De
variatiecoëfficiënt wordt zowel
gedefinieerd bij een steekproef als
bij een populatie
32
Vaste gegevens kenmerkende objectgegevens die
tijdens de gebruiksfase niet wijzigen
23
VCA Veiligheids Certificaat Aannemers 44
Veilig werken veilig werken is in de praktijk het
werken met veilige en goedgekeurde
middelen in een veilige omgeving
met veilig gedrag van de
betrokkenen in de uitvoering
20
Veiligheid- en
Gezondheidsplan
(V&G-plan)
het plan beschrijft hoe
opdrachtgever, hoofd- en
onderaannemer(s) samenwerken
en welke veiligheidsmaatregelen
zij treffen om de veiligheid van de
werknemers te waarborgen
44
Verkeers-
maatregelen
maatregelen om het verkeer af te
schermen van de beoogde werkplek,
zodat er zowel een veilige werkplek
ontstaat alsook het verkeer veilig
kan passeren langs de betreffende
werkplek
21
Visueel inspecteren het beoordelen van de situatie,
hoofdzakelijk met het blote
oog, enkele eenvoudige visuele
hulpmiddelen en gebruikmakend van
eenvoudige meetmiddelen
21
Vraagspecificatie contractdocument waarin de
vraag van een opdrachtgever aan
een (potentiële)_ opdrachtnemer
specifiek wordt omschreven
11
Vuistregel een makkelijk toe te passen
vereenvoudigde procedure voor
een normaal gesproken complexe
procedure
33
W
Waarnemingsafstand de afstand tussen het menselijk oog
en een waargenomen punt bij een
visuele inspectie
43
WBU (werkbare uren) de uren op een dag of in een periode
waarop de mobiliteitsmanager
werkzaamheden op de rijbaan,
spoorbaan of vaarweg met bepaalde
hinder voor de weggebruiker
toestaat
29
Werk- en denkniveau bepaalde mate van werk- en
denkkracht die iemand in staat stelt
een bepaalde taak uit te (gaan)
voeren door gegevens (van externe
bronnen) te verbinden, te laten
reageren met eigen informatie,
ervaringen en attitudes
22
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
17
Methodiek / opbouw CUR-Aanbeveling 3
3 .1 Samenhang
Deze CUR-Aanbeveling vormt een integraal onderdeel
met diverse (nog te verschijnen) SBRCURnet handboe -
ken. De Aanbeveling geeft een generieke beschrijving
en de methodiek. De handboeken bevatten specifieke
kennis betreffende constructies, materialen en kritieke
onderdelen.
De Aanbeveling en de handboeken vormen een onlos -
makelijk geheel, maar hebben ieder hun eigen doel en
uniforme opbouw. De documenten worden hieronder
beknopt beschreven.
Figuur 1 Schematisch overzicht 2 kennisopbouw kunstwerken
2 Deze overkoepelende CUR-Aanbeveling 117 is als eerste opgesteld. Ten aanzien van de SBRCURnet handboeken is het deel over Staal ontwikkeld. De handboeken Beton en Hout zijn in voorbereiding. De overige handboeken in het gebouw worden naar behoefte en draagvlak verder ontwikkeld. Ook voor kennisgebieden die nog niet in het gebouw genoemd worden zal bij behoefte en draagvlak een handboek ontwikkeld worden. De ontsluiting via een database is in overweging.
CUR
Aanbeveling
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
18
Generieke beschrijving en methodiek
In de Aanbeveling worden de diverse categorieën
van inspectie, onderzoek en advies en hun toepas -
sing beschreven. Dit document is bedoeld om kaders
te scheppen waarmee eenduidige afspraken tussen
verschillende partijen gemaakt kunnen worden. Met de
omschrijvingen van de categorieën (zie 3.3 en verder)
is getracht om de opdrachtgever, handvatten te geven
om de juiste inspecties, onderzoeken, analyses en
advies uit te vragen. Er wordt gebruik gemaakt van een
modulaire opbouw waardoor elke gewenste combi -
natie van inspectie, onderzoek, analyse of advies kan
worden uitgevraagd. Bij de uitvraag dient derhalve de
opdrachtgever zich te realiseren welke werkzaamheden
hij of zij aan de markt vraagt door het opknippen van
deze werkzaamheden in modulaire blokken (overlap is
in sommige gevallen mogelijk). De modulaire opbouw
zorgt tevens dat alle betrokken partijen inzicht hebben
in de inspecties en onderzoeken van de betreffende
kunstwerken.
Handboeken
In de handboeken wordt de aanwezige kennis met
betrekking tot constructies en hun onderdelen en de
gebruikte materialen gebundeld. Tevens wordt per
onderdeel / materiaal aangegeven wat de aandachts -
punten zijn voor inspectie en wat verwacht mag worden
van het resultaat van de inspecties / onderzoeken uit
de verschillende klassen. De handboeken bevatten een
niet uitputtende hoeveelheid kennis waar een inspec -
teur en/of adviseur rekening mee kan houden bij het
komen tot de juiste advisering.
Zowel de Aanbeveling als ook de handboeken kunnen
los van elkaar worden gebruikt. De SBRCURnet-com -
missie 1715 raadt echter het gebruik van beide onderde -
len aan om een goede beheer- en onderhoudsstrategie
te kunnen krijgen.
3.2 Methodiek
Om een goede invulling te geven aan de doelstellin -
gen van deze SBRCURnet-commissie zoals omschre -
ven in paragraaf 1.2.3 is het zaak om de diversiteit
aan bestaande inspecties en nadere onderzoeken te
categoriseren in een viertal hoofdcategorieën. Deze
hoofdcategorieën zijn zodanig gekozen dat zij samen -
hangen met het doel en de diepgang van de inspecties
en advies. De categorieën variëren van eenvoudig uit te
voeren werkzaamheden tot zeer uitvoerige werkzaam -
heden. De kosten variëren daardoor ook per categorie.
De onderlinge samenhang is opbouwend van groflijnig
naar verfijnd inspectiewerk en advisering. Zo kan een
inspectie uit de eerste categorie (A), afhankelijk van
de bevindingen, leiden tot een volgende categorie.
Op deze wijze wordt een uniforme manier van werken
bewerkstelligd waarbij de minimale diepgang van de
inspecties, nader onderzoeken en advisering is afge -
kaderd. Om de signalerende functie van inspecties
en nadere onderzoeken te behouden is het tevens
noodzakelijk een periodieke verdeling te kiezen waarop
onderzoeken aan objecten wordt uitgevoerd. Dit
verschilt per categorie.
Zowel opdrachtgever als opdrachtnemer verkrijgen op
deze wijze tijdig de juiste informatie om de werkzaam -
heden naar ieders tevredenheid uit te kunnen voeren,
af te ronden en de juiste output te verkrijgen zonder
onnodig onderzoek te verrichten en daarmee meer
kosten te maken.
Dit alles met in het achterhoofd het beoogde doel van
de inspectie in het brede kader van goed beheer en
onderhoud, asset management , budgettering ,
programmering en instandhouding . Waarbij invulling
wordt gegeven aan de wensen en eisen van de
opdrachtgever. Daarbij wordt inzicht verkregen in de
staat van onderhoud of noodzakelijk onderhoud.
3.3 Inspectie- en advies-
categorieën
Inspecties, analyses, onderzoeken en advisering
kunnen in vier hoofdcategorieën verdeeld worden:
A. Activiteiten die iets vertellen over de
gebruiksveiligheid .
B. Activiteiten die iets vertellen over de
huidige toestand .
C. Activiteiten die iets vertellen over de
toekomstige toestand .
D. Activiteiten die invulling geven aan een bijzondere
informatiebehoefte .
De in deze CUR-Aanbeveling beschreven activiteiten
staan vermeld in het volgende overzicht.
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
19
Afhankelijk van het doel van de inspectie is een com-
binatie van categorieën uiteraard mogelijk en in veel
gevallen zelfs wenselijk om invulling te geven aan de
informatiebehoefte voor het beheer van kunstwerken
en aan asset management. Voor de definitie en invulling
van de categorieën wordt verwezen naar hoofdstuk 3.
Belangrijk is om bij het opstellen van de uitvraag het
onderzoeksgebied (de scope) eenduidig te omschrijven
en in te delen naar de categorieën en de kaders aan
te geven zoals genoemd in de paragrafen 3.5 Uitvraag
activiteiten en 4.1 Voorbereiding uitvoering.
Op deze wijze weet iedere partij tot waar de grenzen
van de inspectie, het nader onderzoek en/of de advise-
ring reiken. De grenzen kunnen bijvoorbeeld worden
bepaald op basis van vakgebieden (civiel, werktuig-
bouwkunde, elektrotechniek en besturingstechniek
I&A). De opdrachtgever dient in de uitvraag aan te
geven op welke vakgebieden de uitvraag betrekking
heeft.
De grenzen kunnen ook bepaald worden op basis van
de fysieke grenzen van de constructies. Een netwerk
kan meerdere schakels bevatten of slechts een bepaald
onderdeel van een element of bouwdeel.
De omschrijving van de scope bepaalt naast het budget
ook de reikwijdte van de uit te voeren inspectie- en
advieswerkzaamheden. Zo kan bijvoorbeeld binnen een
netwerk per schakel gekeken worden wat de effecten
zijn voor de andere schakels in het netwerk indien de
functie vermindert dan wel verandert of kan in de scope
zijn aangegeven dat deze effecten niet behoeven te
worden meegenomen. De keuze van de reikwijdte van
het onderzoek ligt daarbij bij de opdrachtgever.
Ter illustratie zijn in hoofdstuk 6 nog enkele voor-
beelden van momenteel frequent voorkomende
uitgevraagde inspecties opgenomen. Daarbij worden
ook veel gebruikte synoniemen gebruikt die vóór het
verschijnen van deze CUR-Aanbeveling per opdracht- gever en opdrachtnemer qua betekenis en invulling
wisselden.
3.4 Risicogestuurd beheer en
onderhoud
Asset management draait om het in balans brengen en
houden van prestaties, kosten en risico's. Afhankelijk
van de mate van volwassenheid van de beheerorga-
nisatie gebeurt het balanceren op een meer of minder
expliciete manier. Bij het inrichten van het beheer en
onderhoud kan de NEN-EN-ISO 5500x-serie Asset
Management gevolgd worden. Risicobeheersing is
bij de professionalisering van asset management een
belangrijk sturingsmiddel waarmee de organisatiedoe-
len kunnen worden vertaald naar meetbare resultaten
op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau.
Om op objectniveau risico's te beoordelen is in
deze CUR-Aanbeveling categorie C1 - Risicoanalyse
opgenomen. Deze analyse kan op een kwalitatieve
manier op objectniveau of op onderdelen daarvan
uitgevoerd worden. Of bij een hogere mate van volwas-
senheid van asset management en risicobeheersing
kan de analyse ook op (semi-)kwantitatieve wijze uitge-
voerd worden. In beide gevallen zal de wijze van risico-
beoordeling en -analyse afgestemd moeten zijn op de
manier waarop de beheerorganisatie met risicosturing
om wil gaan.
3.5 Uitvraag activiteiten
Bij iedere uitvraag dient de scope goed gedefinieerd te
zijn. Een expliciete uitvraag met heldere prijsbepalende
scopegrenzen nodigt uit tot het maken van een verge-
lijkbare ondubbelzinnige aanbieding.
GebruiksveiligheidHuidige ToestandToekomstige toestandBijzondere informatiebehoefte A1 - Schouw B1 - Inventarisatie
B2 - Toestandsinspectie
B3 - Contractuele vooropname
B4 - Contractuele eindopname
B5 - Hersteladvies C1 - Risicoanalyse
C2 - Meerjarenonderhouds-
planning en budgetraming
C3 - Constructieve beschouwing
C4 - Analyse restlevensduur D1 - Onderzoek materiaal-
eigenschappen
D2 - Verf ijnde f inanciële
onderbouwing
D3 - Verif
icatieberekening D4 - Monitoring
Tabel 1 Overzicht Inspectie- en adviescategorieën
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
20
Voorbeelden van prijsbepalende scopegrenzen zijn:
?De uit te voeren categorie van inspectie, advisering
of onderzoek (zie hoofdstuk 4).
?Welke vakgebieden betreft de uitvraag?
?Civiele techniek, werktuigbouwkunde, elektro-
techniek en besturingstechniek I&A
? In hoeverre dient de (directe) omgeving te worden
beschouwd bij inspecties?
?Constructie of onderdelen daarvan.
?Bovenbouw en onderbouw/fundering.
?Aansluitende oeverconstructies tot een bepaalde
lengte.
? Aansluitende remming- en/of geleidewerken
beschouwen of niet.
? Bedieningsgebouwen beschouwen of niet.
?Aansluitende verhardingen tot een bepaalde
afstand.
? Verhardingen en andere onderdelen onder bij-
voorbeeld viaducten.
? Waterbodems langs oeverconstructies.
?Op welke afstand dient er geïnspecteerd te worden
(inspectieafstand)?
?Alles binnen handbereik.
?Alleen de risico's binnen handbereik op basis van
vooraf uit te voeren risicoanalyse.
? Vanaf 5 meter afstand.
?Op welk niveau dienen risico's beschouwd te
worden voor C1 - Risicoanalyse? (Objectniveau,
object + directe omgeving, de gehele corridor, het
gehele netwerk).
?De kaders van de risicobeoordeling.
?Ramingsmethodiek, bijvoorbeeld volgens CROW 137
[2], de ramingsnauwkeurigheid, inhoud directe en
indirecte kosten, prijspeil en risicoreserveringen ?
?Op welk niveau dienen herberekeningen uitge-
voerd te worden voor D3 - Verificatieberekening?
(Objectniveau, object + directe omgeving, de gehele
corridor, het gehele netwerk).
? Beschikbaarheid en aanleveren van V&G dossier
(indien niet beschikbaar apart of aanvullend uit te
vragen).
?
Mate van reiniging, voorafgaand aan inspectie en/of
onderzoek.
?Andere aspecten die van belang zijn voor de uitvoe-
ring en/of het resultaat.
?Of er advies gegeven dient te worden over de con-
stateringen en bevindingen uit de inspecties.
Gewenste aanvullende informatie bij uitvraag:
? De decompositie moet ofwel overlegd zijn, of de
eisen aan de opzet van de decompositie aangege-
ven zijn.
?Asbestvrijverklaring per object.
?Wijze van rapporteren en aanleveren van de resul-
taten.
?Gewenst overleg met opdrachtgever.
?Het aanleveren van een plan van aanpak, uitvoe-
ringsplan, projectmanagementplan, projectkwaliteits-
plan e.d. door opdrachtnemer.
3.6 Voorbereiding activiteiten
Bij de voorbereiding op een inspectie in de offertefase
is het van belang inzicht te hebben in de constructie.
Dit kan onder meer betrekking hebben op de toe-
gepaste materialen, geometrie en/of afmetingen op
tekeningen en berekeningen over de opbouw van de
constructie en het krachtenspel in de constructie, op
de eventuele aanwezigheid van sparingen in het staal
en op gegevens over in het verleden uitgevoerde
onderhoudswerkzaamheden aan de constructies. De
opdrachtgever dient deze documenten, voor zover
beschikbaar, aan de inspecteur ter beschikking te
stellen. In volgende paragrafen zijn bij de verschil-
lende categorieën de benodigde en gewenste infor-
matie benoemd. In de informatie checklist http:// www
.
sbrcurnet.nl/cur-aanbeveling-117 zijn de documenten
opgenomen die van belang zijn.
Om de inspecties op een veilige wijze uit te voeren is
in de voorbereiding van de inspectiewerkzaamheden
bijzondere aandacht nodig voor veilig werken. Hiervoor
wordt verwezen naar paragraaf 4.4 Veiligheid bij
inspectiewerkzaamheden.
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
21
3 .7 Hoofdcategorie A: Activiteiten
die iets vertellen over gebruiks -
veiligheid
Bij deze categorie wordt een beeld gegeven van de
gebruiksveiligheid op het moment van inspectie. Hier
valt één categorie schouw onder.
3.7.1 A1 Schouw
Doel
Inzicht in de huidige gebruiksveiligheid van de constructie(s).
Beschrijving
Een visuele inspectie voor het signaleren van (acute) bedreigingen voor de gebruiksveiligheid.
Gebruiksveiligheid: 'De veiligheid voor gebruikers, passanten en (onderhouds)personeel en hun bezittingen'
Te leveren producten door opdrachtnemer
? Een beknopt rapportageformulier van maximaal 1 A4 per constructie.
? Op dit ingevulde formulier wordt vermeld:
? Constructienummer en naam.
? Inspectiemoment (datum, tijd en weersgesteldheid).
? Inspecteur (naam).
? Registratie van alle constateringen die een aantasting van de gebruiksvei\?ligheid vormen
(omschrijving constatering, inschatting omvang, locatie, invloed op gebruiksveiligheid).
? Fotoregistratie van alle constateringen, met informatie over locatie, tijdstip en datum opname.
Benodigde informatie vooraf door opdrachtgever
Noodzakelijk bij uitvraag:
? Vaste gegevens van de constructies, met daarin:
? Naam en nummer van de constructies.
? Overzichtsfoto's.
? Locatie / ligging.
Kenmerken uitvoering
? Beoordeling vanaf het maaiveld en/of de waterlijn van de boven het maaiv\?eld en/of waterlijn gelegen
? onderdelen.
? Niet onder handbereik, vanaf maaiveld, buiten het verkeer (geen verkeersmaatregelen ).
? Visueel inspecteren zonder toepassing van bereikbaarheidsvoorzieningen .
? Bij voorkeur op basis van een checklist.
? Enkel signalering van de zaken die een acuut risico vormen (geen risicoanalyse) op moment van scho\?uw.
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
22
3.8 Hoofdcategorie B: Activiteiten
die iets vertellen over de huidige
toestand
Bij deze categorie wordt een beeld gegeven van de
huidige toestand en het daarmee samenhangende
advies, rekening houdend met het verleden en de
maatregelen.
Inzet mensen
? Kennisniveau: technisch-inhoudelijke kennis.
? Aantoonbaar werk- en denkniveau : minimaal MBO.
? Gewenst: Inspectie en beheer kunstwerken, niveau 1 (Betonvereniging).
? Ervaringsniveau : minimaal 1 jaar.
? Aantal personen in het kader van veilig werken conform paragraaf 4.4.
Frequentie van uitvoering
? Minimaal jaarlijks of
? Op basis van klacht of calamiteit of
? Hoogfrequent op basis van schouwrondes zoals binnen de eigen beheersyste\?matiek is afgesproken.
Te combineren met
? Niet van toepassing.
Mogelijke vervolgstappen
? B2 - Toestandsinspectie.
Huidige toestand
B1 - Inventarisatie
B2 - Toestandsinspectie
B3 - Contractuele vooropname
B4 - Contractuele eindopname
B5 - Hersteladvies
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
23
3.8.1 B1 - Inventarisatie
Doel
Inzicht in de samenstelling van het areaal , de vaste gegevens per constructie, de toegepaste materialen en afme -
tingen van onderdelen.
Beschrijving
Het opbouwen of actualiseren van de gegevens door uitvoering van archiefonderzoek en/of inventarisatie op
locatie.
Te leveren producten door opdrachtnemer
? Overzichtslijst(en) met:
? Vaste gegevens per constructie. Bijvoorbeeld: objectcode, naam, type constructie, materialen, afmetingen,
locatie, functie, verkeerklasse, decompositie etc..
De opdrachtgever dient in de uitvraag de gewenste gegevens te benoemen.
? Per constructie een 'paspoort' met de vaste gegevens, de ligging en overz\?ichtsfoto's (1x zij-aanzicht, 1x
bovenaanzicht).
? Objectspecifieke decompositie.
? Objectspecifieke basis tekening ten behoeve van inspectie.
Benodigde informatie vooraf door opdrachtgever
Bij uitvraag:
? Noodzakelijke informatie:
? Specifiek doel van inventarisatie (archiefonderzoek of inventarisatie\? ter plaatse).
? Aantal constructies (alle objecten of een steekproef ).
? Beschrijving en specificatie van de op te leveren informatie.
? Gewenste informatie:
? Lijst met de constructies.
? Kaart met locaties van de constructies.
? Technische informatie van de constructies.
Kenmerken uitvoering
? Archiefonderzoek:
Raadplegen / bestuderen van tekeningen en bestaande rapportages, bestekken of andere documenten.
? Op locatie:
Opname van de op of boven de waterlijn gelegen, boven het maaiveld geleg\?en of zonder bereikbaarheids -
voorzieningen te bereiken onderdelen. Gericht op vaststellen materiaal, omvang / hoeveelheden.
? Géén vastlegging van gebrek en of technische staat.
Inzet mensen
? Kennisniveau : technisch inhoudelijke kennis of algemene kennis van civieltechnische constructies.
? Aantoonbaar werk- en denkniveau: minimaal MBO.
? Ervaringsniveau: minimaal 1 jaar.
? Aantal personen in het kader van veilig werken conform paragraaf 4.4.
Frequentie van uitvoering
? Eénmalig of bij wijziging van beheerkaders.
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
24
3.8.2 B2 - Toestandsinspectie
Te combineren met
? B2 - Toestandsinspectie
Mogelijke vervolgstappen
? B2 - Toestandsinspectie
Voorbeeld (niet uitputtend)
? Inventarisatie van leuninghoogte.
? Decompositie volgens NEN 2767
Doel
Inzicht in de huidige staat van de constructie.
Beschrijving
Visuele inspectie om de huidige functionele toestand van de constructie \?vast te leggen.
Te leveren producten door opdrachtnemer
Rapportage met daarin:
? Constructienummer en naam.
? Inspectiemoment (datum / tijd).
? Inspecteur (naam).
? Beschrijving van de constructie.
? De functionele toestand van alle zichtbare onderdelen, per onderdeel.
? De gebreken vermelden met omvang, aantal en locatie, oorzaak en hun gevolgen voor het functioneren.
? Fotoregistratie van alle constateringen, met informatie van locatie, tijdstip en datum opname.
? Inspectietekening met ingetekende gebreken (facultatief, afhankelijk van complexiteit van object).
Benodigde informatie vooraf door opdrachtgever
? Noodzakelijk bij uitvraag:
? Naam en nummer(s) van de constructie(s).
? Overzichtsfoto's en locaties.
? Beschrijving van de gewenste wijze van registreren van gebreken. Bijvoorbeeld 'aangevuld met
Conditiemeting conform NEN 2767-4'.
? Gewenst voor start werkzaamheden:
? Intakegesprek met aandacht voor scope, bereikbaarheid, veiligheid en omgevingsfactoren,
(beheer)verantwoordelijkheden).
? Mate van reiniging.
? Object specifieke inspectietekening per object.
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
25
Kenmerken uitvoering
? Inspectie van alle op of boven de waterlijn, boven het maaiveld gelegen \?onderdelen en/of onderdelen die
bereikbaar zijn in kelders e.d..
? Visuele inspectie, aangevuld met bijvoorbeeld 'luisterend afkloppen', prikken en voelen.
? Toepassing van beperkte bereikbaarheidsvoorzieningen: ladder, waadpak, boot.
? Waar mogelijk onder handbereik met toepassing van beschreven bereikbaarhe\?idsvoorzieningen.
? Inspectie vanachter de geleiderail. Indien de rijbaan moet worden betred\?en dient dit vooraf bij de uitvraag
gemeld te worden.
? Géén risicoanalyse opstellen. (Risicobeoordeling wordt impliciet \?meegenomen en komt tot uiting op het
moment van het constateren van gebreken en tekortkomingen).
? Bij gebleken constructieve consequenties vanuit geconstateerde gebreken, dient een constructeur geraad -
pleegd te worden.
Inzet mensen
? Ten minste 1 ervaren hoofdinspecteur van de juiste discipline (civieltec\?hnisch, mechanisch of elektrotechnisch).
? Aantoonbaar werk- en denkniveau: (hoofdinspecteur): HBO of MBO met relevante ervaring.\?
? Gewenst: Inspectie en beheer kunstwerken, niveau 2 (Betonvereniging).
? Ervaringsniveau (hoofdinspecteur): Minimaal 3 jaar (HBO) tot 5 jaar \?(MBO).
? Aantal personen in het kader van veilig werken conform paragraaf 4.4.
Frequentie van uitvoering
? Afhankelijk van aard van constructies: 1x per 1 - 6 jaar.
Te combineren met
? B1 - Inventarisatie (bijvoorbeeld voor documentcontrole ter plaatse )
? C1 - Risicoanalyse
? C2 - Meerjarenonderhoudsplanning en budgetraming
? C4 - Analyse restlevensduur
Mogelijke vervolgstappen
? D4 - Monitoring ,(bijvoorbeeld deformatiemetingen )
? C4 - Analyse restlevensduur
? D1 - Onderzoek materiaaleigenschappen , (bijvoorbeeld ASR-onderzoek volgens CUR-Aanbeveling 102), Indien
B2 Toestandsinspectie voldoende informatie heeft opgeleverd kan het zijn dat\? de uitvoering van D1 geen
meerwaarde heeft om tot advisering te komen.
Voorbeelden
? NEN 2767-4: 2011 Conditiemeting Infrastructuur.
? NEN 3140: 2011 Bedrijfsvoering van elektrische installaties ? Laagspanning.
? NEN 6787:2003 Het ontwerpen van beweegbare bruggen-Veiligheid.
Indien één van genoemde voorbeelden uitgevoerd moet worden, dient \?dit expliciet vermeld te worden in de
uitvraag.
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
26
3.8.3 B3 - Contractuele vooropname
Doel
Inzicht in de uit te voeren maatregelen ten behoeve van de contractvoorbereiding (bijvoorbeeld RAW of UAV-GC).
Beschrijving
Visuele inspectie om nauwkeurig de aard, omvang en locatie van de aanwezige gebreken en onderhouds-
behoefte vast te stellen.
Te leveren producten door opdrachtnemer
Rapportage met daarin:
? Constructienummer en naam.
? Inspectiemoment (datum / tijd) en inspecteur (naam).
? Beschrijving van de constructie.
? Beschrijving (omgevings)factoren , die voor uitvoering van belang zijn.
? De aanwezige gebreken en onderhoudsbehoefte vermelden met exacte omvang, aantal en locatie.
? Fotoregistratie van alle constateringen en hun omgeving en van construct\?ie en de omgeving en alle relevante
onderdelen (overzichtsfoto's), met informatie van locatie, tijdstip en datum opname.
? Overzicht van uitgetrokken hoeveelheden.
Benodigde informatie vooraf door opdrachtgever
? Noodzakelijk bij uitvraag:
? Naam en nummer(s) van de constructie(s).
? Overzichtsfoto's en locaties.
? Indien aanwezig: eerdere inspectierapporten / registratie van de toestan\?d.
? Gewenst voor start werkzaamheden:
? Intakegesprek met aandacht voor scope, bereikbaarheid, veiligheid en omgevingsfactoren .
Revisie- en/of bouwtekeningen t.b.v. hoeveelheidbepaling .
Kenmerken uitvoering
? Inspectie van alle op of boven de waterlijn en boven het maaiveld gelege\?n onderdelen.
? Visuele inspectie, aangevuld met 'luisterend afkloppen', prikken en voelen.
? Toepassing van beperkte bereikbaarheidsvoorzieningen: ladder, waadpak, boot.
? Schade plekken volledig onder handbereik, ook indien uitgebreidere hiervoor bereikba\?arheids-voorzieningen
noodzakelijk zijn.
? Géén risico-analyse. (Risicobeoordeling wordt impliciet meegenomen en komt tot uiting op het moment van het
constateren van tekortkomingen).
Inzet mensen
? Ten minste 1 ervaren adviseur van de juiste discipline (civieltechnisch,\? mechanisch of elektrotechnisch).
? Aantoonbaar werk- en denkniveau: HBO of MBO met relevante ervaring, aangevuld met releva\?nte cursussen
(bijvoorbeeld Betononderhoudskundige, Inspectie en beheer kunstwerken, niveau 2.
? Ervaringsniveau: Minimaal 3 jaar (HBO) tot 5 jaar (MBO).
? Aantal personen in het kader van veilig werken conform paragraaf 4.4.
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
27
3.8.4 B4 - Contractuele eindopname
Frequentie van uitvoering
? Eénmalig, voorafgaand aan contractvoorbereiding.
Te combineren met
B5 - Hersteladvies
C1 - Risicoanalyse , indien herstelmaatregelen gebaseerd dienen te worden op expliciete risico's.
Mogelijke vervolgstappen
D1 - Onderzoek materiaaleigenschappen
Doel
Inzicht in de kwaliteit van uitgevoerde bouw-, herstel- of onderhoudswer\?kzaamheden.
Beschrijving
Toetsing van uitgevoerde werkzaamheden en de kwaliteit aan de contractstu\?kken.
Te leveren producten door opdrachtnemer
Rapportage met daarin:
? Constructienummer en naam.
? Inspectiemoment (datum / tijd) en inspecteur (naam).
? Beschrijving van de constructie.
? Beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden, met resultaat toetsing aa\?n contractstukken.
? De aanwezige gebreken met exacte omvang.
? Fotoregistratie van resultaat uitgevoerde werkzaamheden en aanwezige geb\?reken, met informatie over locatie,
tijdstip en datum opname.
? Eventueel verificatie as-built tekeningen.
Benodigde informatie vooraf door opdrachtgever
? Noodzakelijk bij uitvraag:
? Naam en nummer(s) van de constructie(s).
? Overzichtsfoto's en locaties.
? Contractstukken en tekeningen.
? Gewenst voor start werkzaamheden:
? Intakegesprek met aandacht voor uitgevoerde werkzaamheden.
Kenmerken uitvoering
? Inspectie van alle op of boven de waterlijn en boven het maaiveld gelege\?n onderdelen.
? Visuele inspectie, aangevuld met 'luisterend afkloppen', prikken en voelen.
? Toepassing van beperkte bereikbaarheidsvoorzieningen: ladder, waadpak, boot.
? Géén risico-analyse. (Risicobeoordeling wordt impliciet meegenomen en komt tot uiting op het moment van het
constateren van tekortkomingen).
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
28
3.8.5 B5 - Hersteladvies
Inzet mensen
? Ten minste 1 ervaren adviseur van de juiste discipline (civieltechnisch,\? mechanisch of elektro-technisch).
? Aantoonbaar werk- en denkniveau : HBO of MBO met relevante ervaring, aangevuld met relev\?ante cursussen
(bijvoorbeeld Betononderhoudskundige, Inspectie en beheer kunstwerken, niveau 2.
? Ervaringsniveau: Minimaal 3 jaar (HBO) tot 5 jaar (MBO).
? Aantal personen in het kader van veilig werken conform paragraaf 4.4.
Frequentie van uitvoering
? Eénmalig, na uitvoering van contract of bij overdracht van verantwoor\?delijkheden.
Te combineren met
C1 - Risicoanalyse , indien de opname gebaseerd dienen te worden op expliciete risico's of Systeem gerichte
contractbeheersing (SCB).
Mogelijke vervolgstappen
C4 - Analyse restlevensduur
D1 - Onderzoek materiaaleigenschappen
B5 - Hersteladvies
Doel
Inzicht in de meest doelmatige maatregelen voor uitvoering van herstel (\?en onderhoud) van de constructie en de
hiermee gepaard gaande kosten.
Beschrijving
Analyse van de beschikbare informatie en uitwerking tot adviezen voor he\?rstel en onderhoud op basis van de
huidige toestand, rekening houdend met economische en diverse andere randvoorwaarden vanuit o\?pdrachtgever
(onderhoudsvrije periode, toelaatbare hinder etc.).
Te leveren producten door opdrachtnemer
Rapportage met daarin:
? Een beschrijving van de aanpak, de uitgevoerde analyse en het resulteren\?de advies m.b.t. te nemen
maatregelen, rekening houdend met wetgeving, raakvlakken en randvoorwaarden.
? Maatregelen uitwerken tot het niveau van 'voorontwerp': benoeming van maatregelen, niet van afzonderlijke
handelingen (bijvoorbeeld: plaatselijk herstellen houtrot, betonherstel\? met spuitbeton of vervangen voegen
metselwerk).
? Maatregelen ten behoeve van verkeersmaatregelen en andere milieu afschermende maatregelen .
? Een uitwerking van de uit te voeren maatregelen om de constructie op het\? gewenste niveau te brengen,
inclusief een raming van de hiermee gepaard gaande kosten met een variatiecoëfficiënt van +/- 25%.
? Rapportage met daarin vermelding van de directe kosten , indirecte kosten, opslagen en risicovoorzieningen.
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
29
Benodigde informatie vooraf door opdrachtgever
? Informatie volgend uit B2 - Toestandsinspectie of B3 - Contractuele vooropname .
? Informatie over gewenst niveau, constructie en onderhoudsvrije periode.
? Informatie betreffende randvoorwaarden: WBU's , beleid, verkeersmaatregelen, toelaatbare hinder, beschikbaar
budget (indien bekend).
? De te hanteren ramingsmethodiek, bijvoorbeeld CROW 137 [2].
Kenmerken uitvoering
? Bureauwerk op basis van verkregen informatie.
? Bij voorkeur in combinatie met een locatiebezoek of eerdere inspectie ( B2 - Toestandsinspectie en/of B3 -
Contractuele vooropname ).
? Indien beschikbaar dienen resultaten en bevindingen uit het verleden mee\?genomen worden in het onderzoek.
? Maatregelen op V.O. niveau.
Inzet mensen
? Eén ervaren adviseur, (aangevuld met een kostendeskundige). Beiden van de juiste discipline (civieltechnisch,
mechanisch of elektrotechnisch).
? Aantoonbaar werk- en denkniveau: HBO of MBO met relevante ervaring, aangevuld met releva\?nte cursussen
(bijvoorbeeld Betononderhoudskundige of Inspectie en beheer kunstwerken, niveau 3.
? Ervaringsniveau: Minimaal 3 jaar (HBO) tot 5 jaar (MBO).
Frequentie van uitvoering
? Naar behoefte
Te combineren met
? B2 - Toestandsinspectie
? B3 - Contractuele vooropname
? C1 - Risicoanalyse , indien de opname gebaseerd dient te worden op expliciete risico's of Systeem gerichte
contractbeheersing (SCB).
? C4 - Analyse restlevensduur
? D1 - Onderzoek materiaaleigenschappen
Mogelijke vervolgstappen
? C4 - Analyse restlevensduur
? D1 - Onderzoek materiaaleigenschappen
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
30
3.9 Hoofdcategorie C: Activiteiten die iets vertellen over de toekomst
In deze hoofdcategorie wordt een beeld gegeven van de toekomstige toestand of functioneren van kunstwerken.
De kennis van de huidige toestand is hierbij een vertrekpunt.
Toekomstige toestand
C1 - Risicoanalyse
C2 - Meerjarenonderhoudsplanning en budgetraming
C3 - Constructieve beschouwing
C4 - Analyse restlevensduur
3.9.1 C1 - Risicoanalyse
Doel
In beeld brengen van actuele risico's ten behoeve van het vaststellen van beheer- en onderhoudsstrategie of \?
toekomstige beheersmaatregelen en daarmee samenhangende restrisico'.
Beschrijving
Het inventariseren en analyseren van de risico's op basis van een generieke risicoanalyse per objecttype. Per
object of per element (hoofdonderdeel) wordt beschreven: de functie(s\?), de faalwijze , de kans van optreden en
het gevolg .
De kans van optreden kan kwalitatief (ingedeeld in diverse klassen) of\? kwantitatief (exact) bepaald worden.
Het gevolg wordt onderverdeeld in één of meerdere aspecten en kwalitatief bepaald (in diverse klassen).
Dit resulteert per element in een risicoscore. Indien de risicoscore niet acceptabel is (naar oordeel opdrachtgever)\?
dienen beheersmaatregelen te worden vastgesteld om het risico in te perk\?en en de restrisico's behorende bij de
beheersmaatregel vast te stellen.
Te leveren producten door opdrachtnemer
? Risicoanalysetabel en een beschrijving van de gehanteerde methodiek.
Benodigde informatie vooraf door opdrachtgever
? Noodzakelijk bij uitvraag:
? De scope (reikwijdte) van de analyse: worden de functies en faalwijzen\? beschouwd op het niveau van de
constructie, de constructie en de omgeving, de keten / netwerk etc.
? Risicokader en -matrix opdrachtgever: welke risico's zijn aanvaardbaar?
? De diepgang van de kansbepaling: worden de kansen van optreden kwalitati\?ef of kwantitatief (met behulp
van faalkansanalyse / foutenboom ) beschouwd?
? Informatie uit B1.
? Historische gegevens (as-built, inspecties, onderhoudsbestekken).
? Ontwerpuitgangspunten.
? Kaders en referentiedocumenten opdrachtgever.
CUR-Aanbeveling 117 Inspectie en advies kunstwerken
31
? Gewenst voor aanvang werkzaamheden:
? De gewenste scope (reikwijdte) en de diepgang van de analyse bepalen i\?n belangrijke mate de noodzake -
lijke inspanning en hiermee de advieskosten.
? In de meeste gevallen zal een kwalitatieve analyse op objectniveau of on\?derdelen daarvan (de eenvoudig -
ste vorm) op minimaal 4 aspecten voldoende zijn om een goed beeld van d\?e risico's te verkrijgen.
Kenmerken uitvoering
? Bureauwerk op basis van verkregen informatie.
? Geadviseerd wordt om de risicoanalyse in combinatie met een locatiebezoe\?k of een inspectie (B2 of B3) uit te
voeren.
Inzet mensen
? Adviseur met ervaring als risico-analist ondersteund door vakinhoudelijk\?e specialisten voor o.a. actuele
ontwikkelingen, normen, wet- en regelgeving.
? Aantoonbaar werk- en denkniveau: W.O. of HBO.
? Ervaringsniveau: Minimaal 3 jaar.
Frequentie van uitvoering
? Opzet: éénmalig.
? Update na inspectie ( B2 - Toestandsinspectie , B3 - Contractuele vooropname of B4 - Contractuele eindop -
name ).
Te combineren met
? B2 - Toestandsinspectie
? B3 - Contractuele vooropname
? B4 - Contractuele eindopname
? B5 - Hersteladvies
Mogelijke vervolgstappen
? C2 - Meerjarenonderhoudsplanning en budgetraming
? C3 - Constructieve beschouwing
? C4 - Analyse restlevensduur
? D2 - Verfijnde financiële onderbouwing
Voorbeeld:
In http://www.sbr
Reacties